vrijdag 24 februari 2017

La douc(h)e France

Meike heeft weer eens een nachtje goed geslapen: de gisteren bij de apotheek opgehaalde pijnstillende oordruppels doen hun werk en als het goed slaat het nieuwe antibioticum met een dag of drie aan en is ze helemaal van de klachten af.
En route en France
We beginnen de dag met het halen van vers stokbrood (jaja, ook op zondag) en ontdekken dat er vandaag een grote rommelmarkt is op het haventerrein. We scoren lures, een bodyboard, zwemflippers in maatje volwassene, een duikbril, carnavalsmaskers voor de meiden en tot slot een grotere gaff: mochten we nog meer grote vissen vangen dat halen we ze met deze gaff wat makkelijker aan boord.
Mont Pele
Leuk ook om te zien dat er veel tweedehands bootspullen aangeboden worden: een AIS, ankerlier, bilge- en waterpompen, hekstagisolatoren. Allemaal roversgoed als je er net om verlegen zit aangezien dit soort zaken in de Carieb erg prijzig zijn. Terwijl Anneke de eerste wasmachines volgooit gaat Robert naar de Leaderprice voor een verkennend tripje. De Leaderprice is een Franse discount-supermarkt a-la Lidl en de uitgelezen mogelijkheid om de voorraden weer betaalbaar aan te vullen. Daarbij kun je met de dinghy aan de achterdeur aanleggen dus beter wordt het niet. Met een klein voorraadje bier, wijn, vlees, groente en zuivel komt Robert terug. We kunnen even wat uittesten om later in de week goed in te slaan.
Uitzicht zuidwaarts vanaf Mont Pele
De wassen drogen op de boot erg snel dus Anneke vult nog twee 14 kilo machines zodat alles weer schoon is. De kinderen wassen op de hand op de steiger de fleecedekens: deze zijn vooral tijdens de nachtwachten in de kuip gebruikt en niet meer zo fris en bovenal zout. Robert spoelt de bilges van de boot met zoet water zodat het zout er uit is en bovendien we van de snuitkevertjeslijkjes (3 keer woordwaarde) af zijn: ergens op de Kaap Verden hebben we besmet meel aan boord gehaald en sinds Suriname duiken er af en toe kleine snuitkevertjes op in aangebroken verpakkingen pasta en bloem. Op zich doen ze geen kwaad maar we zijn ze liever kwijt dan rijk natuurlijik. Rigoreuze bestrijding en het weggooien van aangetast meel en pasta lijkt te werken maar de bilge is daardoor nu een kerkhof van ieiniemie-kevertjes. We waren al haast vergeten hoe handig het is om in een haven te liggen waardoor iedereen op eigen gelegenheid kan op en af stappen in plaats van met de dinghy te moeten en met ongelimiteerd zoet water aan de steiger. We zitten elkaar met alle klussen niet in de weg.
83,5 km lopen (rennen) met 5000 hoogtemeters
Een andere pre van deze haven zijn de heerlijke warme douches. De laatste haven met warme douches was Santa Cruz de Tenerife ergens afgelopen herfst. We nemen een heerlijke douche France.  Later op de dag proberen we een auto te huren maar de borgstelling met de creditcard mislukt. Een belletje met ING (die gelukkig ook op zondagavond tot 24.00 uur bereikbaar zijn) in Nederland leert dat er een paar dagen terug fraude met onze kaart is gepleegd en dat de kaart daarop is geblokkeerd. Op zich goed, maar dus wel even onhandig. ING kan de kaart nog kort vrijgeven voor het reserveren van de huurauto en 'm dan definitief blokkeren en dan een nieuwe naar Beetsterzwaag sturen. Met een beetje mazzel is de nieuwe kaart er zo snel dat Froukje 'm al mee kan nemen naar Guadeloupe volgend weekend.
En er zijn patatjes op Mount Pele
Bij een volgende reis er toch maar twee meenemen om niet meteen in de knel te komen als er een vervangen moet worden: het is nauwelijks mogelijk om online auto's te huren of andere borgstellingen te doen zonder creditcard. Chapeau voor de ING voor het zo snel detecteren van de fraude en de flexibiliteit om de kaart nog even vrij te geven en dat laat op zondagavond.
St James rum museun
Na een heerlijk ontbijt met knapperig warm stokbrood en brie haalt Robert de huurauto op terwijl Anneke school doet met de kinderen. Vlot erna gaan we onderweg. We zien links en rechts van de weg veel suikerrietvelden en bananenplantages; hier is deze traditionele landbouw uit de koloniale tijd nog sterk levend! We rijden eerste naar Mont Pele: met 1400 meter de hoogste berg van Martinique. Pele is een vulkaan en bij de laatste uitbarstingen begin 20e eeuw zijn nog 30.000 mensen omgekomen en een groot deel van de toenmalige hoofdstad St Pierre verwoest.
15-traps destilleerkolom
Halverwege de berg is een uitzichtpunt waar Robert en Ties nog een paar honderd meter verder omhooglopen. Er is een bataljon Franse en Canadese mariniers aan het oefenen op de berg. Tijdens het klimmen komen we ze tegen op hun terugweg: stoere kerels met geschminkte gezichten die stuk voor stuk allemaal 'Bonjour !' zeggen. Beneden zitten de soldaat-chauffeurs een patatje te eten en goed voorbeeld doet goed volgen: we lunchen op een bankje met french fries met ketchup. Tijdens het eten hebben we prachtig zicht op hoe de vochtige zeelucht tegen de bergen opstijgt en daar leegregent. We zitten op ongeveer 800 meter en op wolkhoogte.
19e eeuwse rietsuikerpers
De volgende halte is het rummuseum van St James in het stadje Sainte Marie aan de loefkant van het eiland. Eerst rijden we verkeerd en komen per ongeluk langs een eilandje wat met een landtong aan Sainte Marie vast zit: daar gaan we later nog even kijken. Het rummuseum is interressant. Gevestigd in een prachtig huis wat als replica is gebouwd van de oorspronkelijk vestiging in St Pierre maar dus door Mount Pele is verwoest. Overal op het terrein staan nog oude ketels, stoommachines en suikerrietpersen uit het begin van de 20e eeuw, mooi om te zien. We leren hoe uit suikerrietstengels rum wordt gemaakt.
Zicht vanaf de Tombolo op Les Petit Islets
Hoooiiii !
We rijden terug naar de eilandjes waar we eerder langs kwamen. Ze zijn met een 'Tombolo' verbonden aan de vaste wal, hebben we toch weer ons St Michaels Mountje gevonden: een eiland met onderlopende landtong verbonden aan de vaste wal. Onderweg naar het eiland moeten we een klein stukje waden en we vinden nog een kogelvis aan de waterlijn. De landtong bestaat alleen tussen januari en april maar we kunnen niet helemaal ontcijferen hoe dat komt: iets met zeestromingen en heersende windrichtingen. Op het eiland vinden we de restanten van een treinspoor waarmee suikerriet naar de wal werd vervoerd. Leuk dat we hier toevallig terecht kwamen.
Over de tombolo bijna droog naar de overkant
De middag loopt al op zijn eind dus we rijden via de zuidkant van het eiland terug naar Le Marin en doen hierbij nog even het dorpje 'Robert' aan. Hadden we 'Anneke' al gescoord op de Isles of Scilly, nu is Robert ook gevonden. De autorit over het eiland zelf was ook leuk: alles is ontzettend Frans maar met een tropisch/Caribisch tintje en het eiland is erg ontwikkeld en modern vergeleken met de andere Caribische eilanden waar we tot nu zijn geweest.
Aan de Atlantische kant

Dinsdagmorgen brengen we de auto terug en gaan we ons richten op vertrek richting Fort de France. Anneke doet school en Robert gaat naar de Leaderprice om met een volle dinghy terug te keren. Rond het middaguur stellen we de plannen bij: de wind zit in de westhoek wat hier bijzonder is en het weer is erg buiig. Niet een fijne windrichting om te ankeren bij Fort de France en het aan een steiger liggen houden we nog wel een nachtje extra vol.
:-)

We krijgen een Italiaanse buurman met een grote Amel Maramu en omdat de wind nogal doorstaat waait hij wat tegen ons aan waardoor wij maar net vrij blijven van de wal met de spiegel. De Boreal naast hem waait bijna met zijn zonnepanelen tegen de steigerpaal aan en ligt dus ook niet handig. Ze bellen de boatmen of ze willen helpen om een boeglijn een mooring verder naar loef te leggen en na een kwartierje verschijnt het bootje van de capitainerie met Robert zijn grote vriend.
Darth Vader rock (aka Diamond Rock)
De loeflijn van de Boreal wordt gelegd, en dan die van de Amel en als Robert gebaart dat ie ook een lijn naar loef wil vindt de boatman dat niet nodig. Zucht...daar gaan we weer. Volgens de boatman hebben we dat niet nodig omdat we twee lijnen naar voren  hebben in plaats van 1, en nog wat meer onzin. Robert merkt fijntjes op dat hij zich niet zo klantvriendelijk gedraagt omdat we gewoon een lijn naar loef willen en ze daar gewoon gehoor aan moeten geven. De boatman zegt dat hij wel een lijn naar lij wil leggen als er straks nog een boot tussenkomt. Het is dat Ralph Inbar dood is......anders ging je toch naar een camera zoeken.
Vreemde strandganger
Robert stapt zelf in de dinghy om de loeflijn te leggen, daarna liggen wij ook recht en vrij en als later er een paar dikke squals over komen zijn we blij met de extra lijn op de loefboei. Onze Engelse buurman aan stuurboord vindt de boatman ook een 'Blithering idiot', die had eerder met aankomst ook al een akkefietje gehad kennelijk. Volgens de Italiaanse buurman was het echter een prima kerel met verstand van zaken: misschien is het wel een Noord-Zuid Europa dingetje. Bij vertrek uit de haven de volgende dag vullen we op verzoek de klantenenquete in: allemaal goede cijfers behalve op het onderdeel 'assisting boatmen'. De dame op kantoor meldt dat ze weet wie wanneer dienst heeft dus er zal wel wat mee gedaan worden.
Carnavalsmasker
We gaan nog een keer uitgebreid douchen en doen ons schaamteloos tegoed aan de wifi van de havenbar: onder het genot van een drankje uploadt Anneke alle schoolresultaten van de kinderen naar de juf van de wereldschool en de kinderen downloaden Sims op de Ipad. We briefen Froukje over wat volgende week wel (duikbril, bikini's) en niet (warme kleren, handschoenen) mee te nemen. Aan boord kokkerelen we boeuf bourguigon met gebakken aardappeltjes en salade, we zijn tenslotte in Frankrijk.

Binnenplaats van het centrum voor de kunsten
Woensdag gaan we echt verder. Na het doen van school gaan de trossen los voor de 25 mijl naar Fort de France, de huidige hoofdstad van Martinique. Meike is al aardig opgeknapt maar nu heeft Amarins een beetje koorts dus die doet het even wat rustiger aan. De tocht voert langs Diamond Rock, die we al eerder hebben omgedoopt tot Darth Vader vanwege de in onze ogen gelijkenis tussen de twee. Het vissen levert niets op maar we zien wel Grienden. Ook moeten we goed uitkijk houden: wat dichter onder de kust ligt het vol met kreeftenfuiken, meestal niet met meer gemarkeerd dan een paar lege petflessen. Dan weten we nu waar de Marokkanen de kunst van het nagenoeg onzichtbaar markeren van fuiken hebben afgekeken: het is een Franse kunst kennelijk.
Prachtige traditionele kostuums
De ankerplek bij Fort de France is verrassend mooi. Het ligt direct achter het oude fort tegen het stadscentrum aan en de ankergrond is goed (snokvast goed) wat prettig is met aanlandige wind. Onderweg naar de wal zien we iets groots zwemmen vlakbij het strand: het blijkt een enorme leguaan die zich van de badgasten verder weinig aantrekt. Het softijs van de MacDonalds smaakt ons goed en we gaan op zoek naar nieuwe schoenen voor Ties. In de eerste zaak wordt Meike meteen bewonderd om haar mooie witte haar, iets wat we vaker meemaken.
de cathedraal van Fort de France
Toevallig lopen we tegen een kunstencentrum aan waar een groep vrouwen aan carnavalscostuums en maskers aan het werken is. Over iets minder dan een week barst overal in de Carieb het grote feest los. Bij terugkomst bij de dinghy zien we dat een Franse boot aan lagerwal is geraakt nadat zijn anker is gaan krabben. Het jacht ligt muurvast en wordt al door twee dinghies scheef getrokken in de hoop daarna met anker en motor zich vrij te werken. Robert vaart er even langs en vraagt of er meer power nodig is: ja graag ! Na het afzetten van Anneke, Meike en Amarins op de Grutte Grize gaan Robert en Ties meeslepen met de dinghy.
Oud-Hollandsch Fransoosje lostrekken
Er is ook nog een vierde dinghy bij en met vereende krachten krijgen we de boot van het gravel af. De opmerkelijke windrichting van de laatste twee dagen zal wel op meer plekken voor problemen hebben gezorgd.
Donderdag (23 februari) is wederom een schooldag en als iedereen klaar is gaan we naar de wal voor schoenen waar we nu wel voor slagen en voor carnavalspakjes voor Amarins en Meike. Hiervoor slagen we ook heel goed maar daarover de volgende keer meer. Robert en Ties gaan even kijken bij de enige pizzeria dichtbij waar je leuk lijkt te kunnen zitten en goed zou kunnen eten maar de zaak is dichtgetimmerd. De andere pizzeria is meer een afhaalzaak met wat tafeltjes erbij dus die slaan we over.
Klaar voor Carnaval
Meike haar verjaardagsetentje moet nog even wachten tot het volgende eiland. Dat volgende eiland is Guadeloupe, 110 mijl zeilen naar het noord-noordwesten. Morgen gaan we onderweg. Op 27 februari komt Froukje daar aan en zeilt daarna twee weken met ons mee, hier kijken we allemaal naar uit. Ook is dan de Carnaval begonnen dus op Guadeloupe is het dubbel feest.

zondag 19 februari 2017

Vive la France

We blijven nog een paar dagen hangen op Mayreux. Vanaf hier vaart de Anna Lisa even niet met ons mee omdat zij nog terug naar Cariacou moeten om de ankerlier op te halen, dus wij blijven nog iets langer hangen. En erg is dit niet: we doen 's ochtends school en daarna is het heerlijk zwemmen en spelen. Robert bakt 's avonds patat op de boot, een klusje wat nogal wat tijd neemt omdat je maar een klein beetje olie in een pan wil doen en dus niet te veel tegelijk kan bakken. Maar het lukt prima.
Eye-catcher op het strand van Mayreaux
Op vrijdag (11 februari) gaan we nog een voor een laatste keer naar het dorp. We komen langs een cafe/restaurant dat 'Robert Righteous' heet. Terug op het strand zien we hoe je de Conch uit zijn schelp haalt. Niet een fraai gezicht: de schelp wordt op een paar plekken doorboort met een priem.
De Conch meester
Door de gaten wrik je het dier los van de schelp (wat met veel geweld en vloeistof (bloed?) verlies gebeurt en daarna trek je het dier door de uitgang uit zijn schelp. En wat er dan uitkomt schijnt nogal een lokale delicatesse te zijn. Nou, geef onze portie maar aan fikkie. Er staan ook twee oudere dames bij te kijken en het blijkt dat de conch voor hun bereid wordt. Zij moeten wel Frans zijn en jawel. We sluiten de dag af met een borrel met de Anna Lisa en spreken af waar we elkaar weer gaan treffen.
Patatjes bakken
Zaterdag gaan we vroeg anker op: als het qua windrichting en -kracht meezit willen we naar Mustique, anders naar Bequia, en als het echt niet opschiet dan maar naar Canouan wat nauwelijks 6 mijl verderop ligt. Het waait een stuk harder dan voorspelt en ook nog uit het noordnoordoosten dus al binnen een half uur is duidelijk dat het vandaag Canouan wordt.

Enige zelfoverschatting van de uitbater ?
De ankerplaats bij het stadje lijkt wat onrustig met zoveel Noord in de wind dus wij proberen een plekje te vinden in Rameau Bay, meteen om de hoek bij Anse Guyac. Direct achter het rif vinden we het mooiste plekje van het eiland (vinden wij dan): vrij van swell, alleen af en toe een gust die van de berg af komt zetten en een mooi strandje nabij.
Onze ankerplek op Canouan
We moeten wel drie keer ankeren voor we echt liggen: fascinerend hoe je op rotsbodem het anker over de bodem hoort rammelen, zelfs al ligt het in 10 meter water onder je: via de ketting hoor je door de hele boot of de boel houdt of niet. Bij de derde poging zit het anker tot de vloeien in een plekje met zand en hoor je alleen nog de ketting die over de bodem schraapt als we door een vlaag uit de een of andere richting weer een rondje-om waaien.

Enige dissonant aan dit prachtige plekje is dat er toch weer iemand met een bootje aan komt varen die iets aan je wil verkopen, maar soit, het is er maar 1 deze keer. Na een paar blokjes school terwijl Robert wat plekjes aan de boot bijschildert, gaan de kinderen lekker snorkelen terwijl Anneke en Robert een wandelingetje maken richting het achtergelegen, net geopende, resort. Canouan is ook nogal een up-market vakantieoord zoals veel van de Grenadines.

Het blijft de Carieb, expoy in rumflessen in de watersportwinkel
Op zondag is het weer wat kalmer en zit er wat meer Oost in de wind dus we zeilen naar Bequia, de meest noordelijke van de St Vincent Grenadines. Het is een mooi zeiltochtje, we kunnen het meeste zeilen en arriveren in de loop van de middag op Bequia. Dat het een populaire ankerplek is is duidelijk: er liggen zeker 100 jachten voor anker. Wij passen er nog prima bij en gaan na ship-shape naar de wal. Het is een relaxed maar druk eiland met wederom Grenadiense prijzen in de winkels. We laten ons wel verleiden tot het kopen van twee verse baquettes.

Een stukje van het plankenpad langs de rots

En langs de waterlijn
Bequia is ook het eiland waar we wilden uitchecken omdat we Saint Vincent gaan overslaan. Dus de volgende ochtend doen we het rondje Customs en Immigration. Dit gaat wederom vlot en efficient. Er loopt op het eiland een soort plankenpad langs het water richting Princes Margarets beach en dit lopen we af: sommige stukjes worden overspoeld door golven en andere stukjes zijn zo gammel dat je langs een stenen richeltje moet: een leuke wandeling met een beetje avontuur. Op het strand gaan de kinderen lekker 'Supermannen': je door de golven zo ver mogelijk het strand op laten spoelen in superman-houding. Tja, je verzint wat tijdens zo'n reis. 's Avonds doen we een borrel aan boord van de Novatrix van Marjolein en Jaap. Het is even zoeken om het schip te vinden in het donker ook omdat zij helemaal aan de andere kant van de baai liggen. Maar ze worden gevonden en we hebben een gezellige avond.
Op Bequia (spreek uit: Bekway)
De wekker ging volgens maandag om 04.00 af maar omdat de telefoon op 'stil' stond werden we pas om zes uur wakker. Vandaag staat de 55 mijl naar St Lucia op het programma en we willen niet in het donker aankomen. Windrichting, golven en stroom kunnen ook wat tegenvallen dus we hadden vroeg willen vertrekken. Uiteindelijk gaan we om half zeven anker op en denderen met negen knopen over de grond richting Saint Vincent. Zo maken we weer wat tijd goed. In de lij van Saint Vincent moet de motor bij maar eenmaal vrij van het eiland en in de zeestraat naar St Lucia kunnen we weer heerlijk zeilen.

Yes !
We slepen al sinds de anker-op bij Bequia een vislijn maar de hoop op verse vis vervliegt met elke mijl die we dichter bij St Lucia komen. Dat we sinds Tobago niet meer iets hebben gevangen helpt niet voor het vis-moreel. 5 mijl voor St Lucia horen we ineens de reel ratelen: beet ! En dan niet een beetje beet maar een grote sterke MahiMahi beet. We zien de vis links en rechts achter de boot wegscheren en vechten om los te komen: wat een kracht en snelheid, dit moet een grote zijn ! Robert rolt het grootste deel van de genua weg en loost het grootzeil wat zodat de boot wat langzamer loopt en Anneke met de vis aan de gang kan. Ze weet hem aan boord te krijgen en eenmaal dood leggen we het meetlint ernaast: 116 centimeter, de grootste vangst tot nu toe. Onze reel had maar net voldoende rem op de slip om hen binnen te krijgen dus groter en/of sterker dan dit moeten ze niet worden.
Anneke trots met de beste vangst tot nu toe
Omdat het nog maar zo kort varen is naar St Lucia hangen we de vis op aan de staart en stellen het fileren uit tot na de aankomst. De voor St Lucia kenmerkende Pitons (vulkanische pluggen) zijn allang zichtbaar en na door wat stroomrafelingen heen gehobbelt te zijn varen we Soufriere Bay in.
De Pitons, Unesco werelderfgoed
Je kan hier alleen aan moorings afmeren, ankeren is niet toegestaan: dit gebied valt onder de SMMA, een protected wildlife zone. Dat we zelf wel een mooring kunnen pakken maakt de boatboys hier niet uit: al heb je de boei al vast, dan nog pakken ze je lijn en 'helpen' ze je om vast te maken. A raison van 20 EC dan wel, hoewel Robert pertinent niet meer dan 10 wil geven. Take-it-or-leave-it. De boatboy heeft geen wisselgeld van 20 EC maar ook daar trappen we niet in: dan kom je morgen je geld maar halen. Niet veel later is hij terug met 10 EC wisselgeld en neemt hij alsnog zijn verdienste in ontvangst.

Een bui in de zonsondergang
Niet veel later komen ook de rangers langs om de mooring fee te innen: 58 EC per nacht. Volgens onze pilot, noonsite, de SMMA site (waar de rangers voor werken), en St Lucia.org is de fee 58 EC voor twee nachten, en 108 voor een hele week. Arme rangers: op de een of andere manier zijn wij in de Grenadines argwanend geworden ten opzichte van lokals die zeilers zien als een wandelende portemonnee en we zeggen dat het tarief volgens ons niet klopt en dat we het willen nazien/controleren. De rangers vinden dit geen probleem en zeggen later wel terug te komen. Zullen wel denken: gierige Hollanders.
En de volgende ochtend wederom een traktatie
De rest van de dag is het een komen van gaan van bootjes die fruit of brood verkopen. Ook twee jongetjes op een soort surfplank blijven maar rondhangen: of we garbage hebben om weg te laten brengen, of we hen cola willen geven, of we vis willen kopen. We wijzen op de 116 cm MahiMahi die nog aan het hekstag hangt: ok, geen vis, dat is duidelijk. We zien later andere boten de jongens aan boord nemen en trakteren op fris en snoep: iets wat wij zeker niet gaan doen. Het lijkt hier slim gepaste afstand te houden en de grenzen van de boot duidelijk aan te geven als in 'niet welkom aan boord': Er wordt in St Lucia en in het bijzonder voor Soufriere gewaarschuwd alles goed op slot te doen en geen waardevolle spullen buiten te laten liggen/hangen als je van boord gaat of 's nachts als je slaapt. Nu lees je dit advies wel vaker, maar op de een of andere manier voelt het hier als een advies wat je op moet volgen. Er hangt hier te veel volk rond op en aan het water wat de boel in de gaten aan het houden is.

Vissers aan het werk
's Avonds worden we nog getrakteerd op een mooie zonsondergang en we pavoiseren de boot met 'Meike Hol 12 jaar': tenslotte is morgen Meike haar 12e verjaardag.
Naar goed gebruik vlaggen we de reden van het feestje
's ochtends doen we de 'dagelijkse dingen': Anneke doet school, Robert  gaat naar de wal om in te klaren en voor cakemix en ander lekkers om Meike's verjaardag te vieren. We geven de Novatrix een forse filet van de MahiMahi omdat we veel te veel vis hebben voor onszelf alleen. Als school klaar is gaan we met zijn allen naar de wal om Soufriere eens te verkennen. Meteen vanaf de dinghy-steiger krijg je allerlei toer- en taxi-voorstellen maar wij gaan lekker lopen. Van een SMMA medewerker hadden we begrepen dat de diamond waterfalls en botanische tuinen op loopafstand van de stad zijn dus daar gaan we heen.
De diamond waterval
De tuinen zijn prachtig: schitterende bloemen en planten en we zien ook veel kolibri's, een vogeltje wat blijft fascineren. De diamond waterval kleurt zwart, rood of oker, afhankelijk van welk sediment of mineraal er het meest in het water aanwezig is. Het water komt van de Sulphur Springs. Vandaag is het water donkergrijs, de kleur van zwaveloxide (laten we ons vertellen, weet niet of het klopt).
Prachtige planten

Zoek de kolibrie

En voor je neus valt een nootmuskaat-noot uit de boom

Dit overleeft het in Nederland niet eens als kamerplant bij ons
Weer terug op de boot gaan we lekker koken: Ties maakt wortelsalade en schilt aardappels die Robert dan gaat bakken. Een paar grote filets mahimahi gaan in een beer-batter en daarna in de hete olie: overheerlijk en een waardig verjaardagsmaal.
Voor.....
 Ook de rangers komen weer langs: Robert legt uit dat hij op kantoor (bij Customs) heeft gezien dat het tarief inderdaad 58 EC per nacht is maar dat dit dus niet op alle on-line bronnen (inclusief hun eigen) zo staat vermeldt. Volledig bereid om 108 EC te betalen voor de twee nachten hier maakt Robert nog de opmerking dat elke EC die je aan mooring uitgeeft je niet op de wal kan spenderen. Waar we dan nog naar toe gaan morgen? Nou, Sulphur Springs, wat boodschappen doen en dan naar Marigot. Hierop volgt het voorstel dan maar 40 EC te betalen voor twee nachten. 'Zonder bonnetje zeker', is onze repliek. En even later betalen we dus inderdaad 40 EC voor twee nachten zonder bon. Tja....eigenlijk niet correct maar wel goed voor de boordkas en na zoveel eigenwijsheid van onze kant kun je ook niet er op staan dat je 108 wil betalen. 's Avonds komt de Novatrix nog op verjaardagsvisite, erg gezellig.
Na.....
Donderdagochtend gaan we naar Sulphur Springs. Als we de taxi-jongens melden dat we de bus nemen daalt de fare ineens van 250 naar 200 naar 100 EC maar we gaan gewoon met de bus: 7 EC met zijn vijven en alleen de laatste 500 meter lopen. Bovendien is zo'n 14 persoons mini-van-bus met eiland-bewoners veel leuker dan zo'n toeristen taxi.
De vegetatie op St Lucia is weelderig
Het stinkt al aardig als we bij de ingang van de springs zijn (naar zwavel dan) en krijgen een leuke rondleiding over de springs. Het hele park ligt in de krater van de Soufriere vulkaan en de laatste uitbarsting (van gas, geen lava) was rond 1700.
Kokende-modderpoel
Het pruttelt en rookt nog overal. Je mag er niet meer zo dicht bij als vroeger: er is ooit een gids door de bodem heen gezakt en in een hete poel modder eronder gevallen. Hij heeft het overleefd maar raakte wel ernstig gewond. Sindsdien mag je alleen op gepaste afstand kijken, nog steeds een indrukwekkend gezicht. Op de heuvel bezoeken we het bijbehorende museum: klein maar fijn en leerzaam over vulkanisme en platentektoniek.
Lekker warm badje
We vinden een kleine waterval met eronder een paar poelen: het water is tussen de 30 en 40 graden en Robert en de kinderen nemen het eerste warme bad sinds Dartmouth in Engeland. Een heerlijke weldaad. Niet veel verderop is het officiele bad, waar honderden toeristen zich insmeren met modder, een bad nemen en daarna lang in de rij staan om weer af te douchen. Hebben wij het beter getroffen in ons prive-badje.

Zalig warm badderen in de natuur
Op de terugweg lopen we naar de hoofdweg om te wachten op de bus terug naar Soufriere. Na 15 minuten komt er een maar deze heeft eigenlijk geen plek voor vijf . Toch krijgt de chauffeur ons er allemaal in: Amarins en Meike weliswaar op schoot en Ties op een wielkast maar het past.
Iets verder stroomopwaarts
Aan het eind van de middag gooien we los van onze Mooring om de 10 mijl naar Marigot Bay te varen, volgens de pilot een prachtige ankerplek.  Bij aankomst is het erg druk: in de baai zelf kun je alleen een mooring nemen, evenals aan stuurboord buiten de baai. Alleen aan bakboord mag je nog vrij ankeren maar dat neemt even wat tijd. De bodem is hard, loopt steil op, en hier en daar liggen losse rotsen tot ongeveer anderhalve meter onder de waterlijn: oppassen dus.Na twee pogingen lijkt het anker te houden en aangezien het erg luw is geloven we het wel. De Novatrix ligt er ook, zij het aan een mooring: zij hebben het na een paar ankerpogingen maar voor gezien gehouden en een 'balletje gepakt'. Tja, je wil wel rustig kunnen slapen dus begrijpelijk. Anneke en Robert gaan 's avonds even naar de wal voor een drankje: een MaiTai en een Poco Loco: je bent niet voor niets in de Carieb.

De Novatrix gaat onderweg naar Rodney Bay
's Ochtends liggen we nog op dezelfde plek dus het anker lijkt prima te houden. Anneke doet school en Robert gaat vast uiklaren uit St Lucia omdat we morgen weer verder gaan. Na school blijft Anneke met Meike aan boord. Meike heeft al sinds Tobago af en toe last van oorpijn en het wordt de laatste dagen niet beter. De oordruppels en antibiotica uit de boordapotheek slaan niet aan en Meike is er nu duidelijk ziek van. Slecht slapen, hangerig en een beetje koorts. We gaan morgen een dokter opzoeken.

Ties en Amarins bakken pannekoeken voor ontbijt
De marskramers hier in Marigot zijn kleurrijker dan die in Soufraire: er vaart zelfs een kerstman rond. Hij heet Noel, draagt een kerstmuts en vaart luid zingend van boot naar boot. Voor zo'n show wil je wel wat kopen en de bananen die hij vent zijn heerlijk.
Dikke lol bij Marigot
Robert gaat met Amarins en Ties wel van boord: het strand van Marigot lonkt en ze vermaken er zich de rest van de dag prima. De palmboom met touw is favoriet: lekker rondjes boven het water slingeren. We krijgen wederom bewezen dat de wereld maar klein is: op het strand is een zwitsers echtpaar dat met hun zoon en zijn vriendin een paar weken heeft meegevaren. Hun zoon en zijn vriendin hebben wij op Mindelo ontmoet. Daarbij heeft de man installaties van Paques gedaan in Zwitserland en is daarom vaak in Balk geweest. De kleinzoon van de oprichter van Paques, Jorrit, zat bij Meike in de klas, en het cirkeltje is weer rond.
Ties natuurlijk ook
We doen 's avonds een spelletje monopoly en Anneke en Amarins zijn als laatste in het spel: het geld schuift steeds heen en weer en rond negen uur stoppen ze ermee: remise

Zaterdag gaat wederom vroeg de wekker: vandaag varen we naar Martinique, ongeveer 30 mijl varen wat best lang kan duren als stroom, wind en golven tegen staan. Om half acht gaan we anker op en boven verwachting kunnen we al vanaf de ankerplek zeilen. Zelfs onder St Lucia door gaat het als een trein en alleen dicht bij Martinique moet even de motor bij om voldoende hoogte te houden. Al om 12.30 varen we de Le Marin Marina aan. Misschien moeten we vaker Bob Marley tijdens het varen aanzetten en brengt dit goede wind. Het trekt in ieder geval geen vis aan, de lijn bleef leeg.

We gaan een paar dagen de marina in: kleren wassen, water tanken, gewoon via de steiger van boord kunnen, boodschapjes normaal aan boord brengen: even een beetje 'normaal' leven dus.

Op de marifoon zijn we getuige van een heerlijke spraakverwarring: een Italiaans jacht meldt zich wat niet goed Engels spreekt en al helemaal geen Frans. Ze zeggen per mail een mooring te hebben gereserveerd voor twee maanden maar de haven denkt dat het om een mooring ball gaat (terecht) terwijl ze eigenlijk een berth (plek aan de steiger) bedoelden. Pas als wij vast liggen lost hun spraakverwarring zich op, erg vermakelijk.
Lekker zeilen
Dat vastleggen was nog een leuke: een bootje van de capitainerie vaart mee en wijst je je plek aan. Onze plek is halve wind met de kont naar de steiger tussen twee andere boten in. Je boeg komt aan een mooring die ongeveer 25 meter uit de wal ligt. Niet iets waar je zomaar inscheurt dus, en al helemaal niet met een midzwaard-boot als de Ovni. Terwijl Robert de boot even op zijn plek houdt voor de steiger om de aanvaart te timen en te bekijken vindt de medewerker van de haven het te lang duren: hij gebaart op te schieten en naar binnen te varen.  Robert maakt een 'doe ff rustig aan' gebaar waarop de medewerker zich boos uit de voeten maakt. Ooopss, sorry, wist niet dat je boos werd.

We maken gecontroleerd en zonder problemen vast en de medewerker komt ook weer aanvaren en begint in het frans een verhaal dat het hem niet snel genoeg ging. Robert legt in zijn beste frans uit dat het onze boot is, ons plan, onze tijd en vooral onze verantwoordelijkheid en verzekering als we schade varen en we ons dus niet laten opjagen door een derde. Beste man weer boos....nou ja laat dan maar.  Niet veel later helpt hij een grote Boreal tegenover ons op zijn plek. Deze laat zich wel opjagen, vaart volledig verkeerd aan en vaart de mooring klem tussen zijn roer en de romp waarop hij stuurloos dwars op de boegen van twee andere jachten komt te liggen en pas na een half uur en veel duwen en trekken op zijn plek komt. Wij 'rusten onze kaas'.
Verse stokboord, brie en kruidenkaas, vive la France !
Maar we zijn nu wel in Frankrijk ! (Martinique en Guadeloupe zijn departementen van Frankrijk) en gaan snel van boord om naar de Capitainerie te gaan, in te klaren en vooral naar de supermarchee te gaan voor stokbrood, kaas, wijn en yoghurt. Wat een zegening: een supermarkt met lekkere dingen die ook nog betaalbaar zijn.

Voor de arts voor Meike kunnen we vanaf 18.00 uur terecht in het ziekenhuis in het centrum van Le Marin. Na een diner van soep, stokbrood en kaas lopen we met zijn alleen naar het ziekenhuis. Ties en Amarins wachten in de wachtkamer terwijl Meike, Anneke en Robert naar de arts gaan. Zij hebben daar een conversatie met de andere wachtenden: het klinkt door de deur heen erg gezellig: er wordt geteld in het Frans en in het Engels honderduit verteld over onze reis. Als we terugkomen van de arts worden we gecomplimenteerd met onze slimme en talige kindertjes, leuk !

De dokter hoort aan wat er mis is, en Anneke vertelt wat wij al uit de boordapotheek hebben gebruikt ('Jullie hebben een uitgebreidere apotheek aan boord dan ik hier heb' zegt ze met een knipoog)  en kijkt in Meike's oor: er zit een champignon in. Ze kan even niet op het engelse woord voor schimmelinfectie komen maar het is duidelijk wat ze bedoeld. Dat verklaart ook waarom de antibiotica niet aansloeg. Met een recept voor iets wat wel helpt en het adres van de dichtsbijzijnde apotheek staan we om zeven uur weer buiten.

De dichtstbijzijnde apotheek is in een dorpje genaamd Riviere Pilote wat op ongeveer 10 autominuten ligt: Anneke gaat met de kinderen terug naar de boot en Robert gaan op zoek naar een taxi om naar Riviere Pilote te komen. Een taxi vinden valt niet mee en Robert vraagt aan iemand die zijn auto staat in te laden waar taxi's te vinden zijn. Nergens dus op dit tijdstip :(  De man blijkt Alberto te heten, heeft zijn vriendin Valerie op bezoek uit Parijs en vind het prima om Robert even naar de apotheek te rijden omdat dat enigszins op de route ligt naar Fort de France, waar hij woont. Aangekomen bij de apotheek belt hij zelfs aan bij het nachtloket en regelt de eerste logistiek. Robert krijgt de medicijnen mee en had gerekend op een lange wandeling terug naar Le Marin (zeker twee uur lopen)  maar Alberto en Valerie rijden graag weer terug naar Le Marin zodat ze dan ook nog even wat extra Ganzja kunnen kopen. Echt ontzettend aardig en een prachtige en hartverwarmende eerste kennismaking met de mensen op Martinique.

Het plan is om een kleine week op Martinique te blijven dus we hopen nog veel meer moois van dit eiland mee te krijgen te komende dagen.