woensdag 29 maart 2017

Enter Sandman

Het is weer heerlijk rustig slapen in de mangroves van Ordenance Bay en de normale routine voltrekt zich: opstaan, kopje koffie in de kuip, brood halen, ontbijt, school en dan de rest van de dag invullen.
Boodschappies inruimen
Vandaag is dat naar St Johns varen. Dit is de hoofdstad van Antigua, qua bezienswaardigheden niet bijster interessant, maar op de route naar het Noorden en er schijnt een goede en betaalbare supermarkt te zijn.
Nieuwe spelletje, rond de mast slingeren, bij St Johns


Omdat het plan is later naar Barbuda (bijna niets te krijgen), Saba (bijna niets te krijgen) en St Eustatatius (je raad het al, bijna niets te krijgen) te gaan willen we even groot boodschappen doen. Het weer is een heel stuk rustiger dan toen we aankwamen hoewel er nog wel aardig wat zee staat en we schuiven langzaam langs de zuidkust van Antigua, ronden het buitenrif, en zetten koers naar Jolly Harbour en St Johns.

Zoals gebruikelijk draait de wind om het eiland heen en het laatste stuk schiet niet zo op: met de motor bij lopen we recht in de wind op maar een knoop of 5, tijd om het onderwaterschip een schrobbeurt te geven. Nou schijnt het dat je in St Johns aan de stadskade kunt vastmaken maar helemaal duidelijk is niet hoe het loopt en waar je dan heen moet. Gelukkig staat er iemand te zwaaien aan een houten steiger: hier liggen. En dat doen we dus.
Barbuda: dikke vette  bounty
De plek is A+, althans voor als je een winkel wil beginnen: middenin de stad. Qua boot is het prima: makkelijk op en af, de stad aan je voeten. En af en toe komt er iemand even een praatje maken. Helemaal uit Nederland komen zeilen?

Gelijk na aankomst doen we een klein rondje door de stad. Bij de cruiseterminals is het een grote verzameling juweliers, drank- en sigarettenwinkels en ander tax-free spul. Het stadje erachter is zoals veel Caribische steden: rommelig, lawaaiig en niet zo interessant. De kathedraal die bezienswaardig
zou zijn is dichtgetimmerd en zo vervallen dat je niet eens in de buurt mag komen. Zo zonde: heel Antiqua is een grote project ontwikkelings site met luxe villas voor de beter gesitueerden maar geld beschikbaar stellen om je hoofdstad een beetje aantrekkelijk te maken is er niet bij. Waarschijnlijk
lopen de geldstromen prive en moet de overheid het doen met de schamele belastinginkomsten van de bewoners.
Lekker relaxen op het dek

Robert klaagt wel eens (vaak) over de te grote overheid in Nederland maar er kleven ook wel voordelen aan: bescherming en funding van erfgoed en de 'public space'.

's Avonds willen we water pakken op de toeristenbootsteiger, zolang de hoofdkraan open is vinden ze het geen probleem. Al snel ontstaat er een gesmeerd team van flessen-dragers, -vullers, en Robert die de flessen leeg gooit in de tanks en met een uurtje werk hebben we beide tanks gevuld: 600 liter water via 5 liter-flessen gevuld: nice.

Er helpt ook een lokale jongen mee, hij wil visserman worden en vraagt of wij gaan vissen en voor hoelang dan. Er is enige teleurstelling op zijn gezicht als we uitleggen dat we alleen vissen tijdens het zeilen van A naar B en niet naar zee gaan om te vissen en dan weer terug komen.
Op het dek slapen, een klein feestje

De nacht verloopt verder rustig, waar we enige zorg hadden gezien de ligplaats midden in de stad en het luidruchtig karakter van de Cariiben. Robert moet alleenrond middernacht 3 jongens tot de orde roepen die aan de kant een biertje drinken (geen probleem) en de flesjes stukgooien op de steiger (minder leuk) waardoor stukken van de flesjes vanaf de steiger tegen de romp aan ketsen voor ze in het water vallen (reden om 'medieval' te gaan). Ze snappen het, het was allemaal per ongeluk, en ze hadden niet door dat er mensen aan boord sliepen. Alles prima daarna.

Dan is het boodschappendag. De dinghy brengt ons naar de visserij-kade en we knopen vast naast een kottertje waar een man graag op het bootje pas. Het is 100 meter lopen naar de grootste en goedkoopste supermarkt sinds Martinique en we slaan ruim in met groente, fruit, fris, en zo voort. Met een volle dinghy komen we weer terug bij de Grutte Grize. De volgende missie is was laten doen. I-Bob (de schipper van de rondvaartboot naast ons) heeft een maat met een wasserette en levert naar zeggen goed werk. Het bedrijf ligt aan de rand van St Johns en wederom zien we hoe 'basic' de hoofdstad is vergeleken met alle luxe villas op het eiland. Kinderen spelen in een verlaten autobusje en vragen ons de oren van het hoofd over Nederland, varen, waar we zijn geweest en wat al niet meer. De meeste huizen (huisjes) zien hier van hout en golfplaat en het is allemaal erg eenvoudig. De wasserette van Jason Dustin is zo gevonden en voor 90 EC krijgen we een paar uur later onze enorme baal met was gewassen, gedroogd en gevouwen terug.
Barbuda vanaf het strand
Later op de dag gaan we nog even de stad in, er is een auto-met-luide muziek en eten-op-straat feestje en het hele stadje is 'vibrant'. Er zijn marktjes, eettentjes en veel mensen op straat. Reuzegezellig. De Polen die we op Dominica ontmoetten komen een praatje maken en ook de Umnyama komt binnen. Iedereen gaat de volgende dag weer verder, Barbuda is het plan: een eiland wat niet door veel jachten wordt aangedaan omdat het wat uit de route ligt maar heel mooi zou moeten zijn.

Na wederom een rustige stadsnacht gaat om zeven uur (zondag 19 maart) het zeil erop richting Barbuda. Ondanks de rustige voorspelling waait het toch gewoon weer 20 knopen en staat er 2,5 meter zee. Geen probleem maar het is wel een patroon van de laatste weken: aardig wat wind en zee ondanks rustige modellen. Gelukkig is de wind oost-zuidoost dus het is allemaal prima: Barbuda ligt Noord van Antigua.

Volgens de pilot is de aanloop van Barbuda tricky: 'watch our for numerous coral heads', 'incomplete surveys', 'only in clear skies en fair weather' en zo voorts. Voorbereid met peilkompas en de nodige waypoints in de plotter zijn we op onze qui vive maar het is appeltje-eitje naar Cocoa Beach. Het anker gaat in fijn wit zand erin en houdt als een huis en we zijn meteen omringd door grote schildpadden en vissen in allerlei soorten en maten. 100 meter verderop strekken zich kilometers aan wit strand uit en de zee is azuur zoals we nog niet eerder hebben gezien. 'Dikke vette bounty' dus.

Boeh !
De Umnyama is net voor ons gearriveerd en we bemachtigen  een plekje in hun vriezer: de in St Johns gekochte waterijsjes willen niet bevriezen tegen ons koelblok dus er is groter geschut nodig in de vorm van echte vriezer. Daarna is het zwemmen, supermannen (je door de golven op het strand laten spoelen), nog meer zwemmen, nog meer supermannen etc totdat de dag voorbij is, heerlijk. Op de stranden is nagenoeg niemand, het zand is het zachtste en fijnste wat we ooit gezien hebben en het water is helder en schoon als was je de eerste mens op aarde.
 Broodjes met worst op het strand
We besluiten dat we even niets hoeven: Saba en St Eustatius blijven wel liggen voor een volgende keer dus we 'doen' Barbuda tot het tijd is om naar Sint Maarten te gaan. De afgelopen maanden hebben we zoveel gezien en beleefd, even een paar dagen 'stay put' voor school, zwemmen, relaxen dus. De kinderen willen graag op dek slapen dus de kuipkussens gaan naar het voordek. Om tien uur houden ze het toch voor gezien: er is zoveel leven rondom de boot aan op elkaar jagende vissen dat de kinderen er niet van kunnen slapen. Later nog maar eens proberen.
Eindelijk bevoren ijsjes !
De Inish komt maandag ook aan, zij gaan ook deze zomer weer terug naar Nederland maar dan na een reis van 6 jaar (!). Robert en Ties gaan aan de slag met het onderwaterschip: met een houten lat en borsteltje halen ze het meeste aan kokkels en gras eraf, dat zal onze snelheid goed doen. Daarna is de dag zomaar weer om met school, zwemmen, snorkelen, eten, en een spelletje. De kinderen brengen nu wel de nacht door aan dek: het is reuzegezellig met kaartspelletjes en klessebessen onder het deklicht. Het deklicht verlicht ook een deel van de zee naast de boot en omdat het zo helder is is er een heel schouwspel aan vissen en ander waterleven te zien.
Boat Harbour, zo ziet de haven er vanaf zee uit, lekker duidelijk dus
Op dinsdag komt de Dana de Mer binnen. Zij hebben vrienden over uit Canada en zijn op de motor (Want geen mast meer) naar Barbuda getuft. De vrienden hebben 4 kinderen mee wat het totaal aantal kinderen op de Dana op 6 brengt: prima 'company' dus. We doen een borrel op het strand en later bij hen op de boot. We compenseren hun boordkas door drank mee te nemen voor de hele club (onder het mom dat zij niet van boord kunnen ivm jongere kinderen en zij anders toch bij ons aan boord hadden gezeten). De familie zit aardig op zwart zaad door het mastverlies en de daarmee samenhangende eigen bijdrage in een deel van de schade. Aan het begin van de reis hadden ze overwogen enkel third-party insurance (soort van WA) te nemen, godzijdank hebben ze dat niet gedaan anders was het echt einde reis geweest.

De weg naar Codrington, links een aanzet tot verharding
Met het risico dat het saai lijkt: woensdag is meer van dit, na school zwemmen, snorkelen en lekker op het strand hangen. We tuigen ook de surfplank compleet op en de kinderen hebben er dikke lol mee. Ties en Meike kunnen er al een klein stukje mee zeilen en overstag gaan dus er is progressie. In St Johns hadden we worstjes en marshmellows gekocht en Ties verzint er een broodjesdeeg bij te maken. Een kampvuur is zo gemaakt op het strand en de kinderen roosteren broodjes met worst aan een stok met marshmellows als toetje. Succesvolle dag gegarandeerd.

Op donderdag kijken we weer een beetje verder vooruit. Naast de riedel van school, zwemmen en snorkelen nemen we ook afscheid van Dick en Monique van de Umnyama. Zij blijven in de Carieb om na de zomer weer verder te gaan richting Pacific waar wij deze zomer weer thuis moeten zijn. Het zal de laatste keer zijn dat we elkaar zien voorlopig, vanaf nu treffen we enkel nog 'vertrekkers' die net als wij op weg naar huis zijn. Inmiddels zit de wind aardig in de zuidoost hoek dus we blijven wel nog een nachtje in Cocoa point om pas morgen naar Boat Harbour te varen wat bepaald onrustiger zal zijn qua wind en golven.
Methodisten kerk in Philipsburg
Het uitklaren moeten we op Barbuda doen en een taxi naar Codrington vanaf Cocoa point is 80 USD (pp ook nog !). Vanaf Boat Harbour is dit 40 USD maar omdat hier ook de Ferries aankomen en de zandwinning zit is de kans op een lift groter. Bovendien is het maar 5 kilometer vanaf hier naar Codrington dus lopen is ook geen probleem. Dat een taxi dan toch 40 USD kost komt door het
feit dat Barbuda alleen maar luxe-resorts kent waar mensen met prive-heli's en vliegtuigjes heen worden gevlogen. De perceptie dat dan 40 USD voor een taxi ook geen issue is klopt dan misschien voor de resort-gasten maar niet voor de 'arme' yachties. Robert loopt in ieder geval graag 5 kilometer om 40 dollar uit te sparen.

Je kan het ook op zijn 'Jages' aanpakken: onwetend een taxi bellen vanaf Cocoa point, dan ontdekken dat het 80 USD kost, zeggen dat je niet gek bent, vervolgens de chauffeur aanbieden dat ie leeg terug kan of voor 50 EC twee man mee kan nemen. Schots afdingen is dat denk ik.

Anyhow, vrijdag gaan we vroeg naar Boat Harbour. Met de wind nog in het zuidoosten een tricky haventje. Rif links en rechts, twee zandschepen op de kop van de pier en weinig inzicht in de dieptes er omheen. Daarbij een aardig swell dus reden om goed op te letten. Na een paar peilinkjes en wat non-verbale communicatie met de crew van de zandschepen vinden we een prima plekje in de lij van de pier. Het is maar voor een paar uurtjes om uit te klaren, aan het eind van de middag gaan we toch anker op richting Sint Maarten.

Robert begint aan de wandeling naar Codrington over een soort dirt track. Er stoppen een paar taxi-busjes maar na 3 kilometer lopen is er een die 'gewoon' een lift geeft. Het is de uitbater van een strandrestaurant en hij zet Robert af bij de Customs waar het uitklaren zo gebeurd is. Immigratie duurt ietsje langer. De officer moet nog van het vliegveld komen. Op de stoep wacht een Duits echtpaar. De vrouw heeft een (oppervlakkige) hoofdwond: bij het landen van de dinghy zijn ze door een grote golf omgerold en heeft ze haar hoofd aan het bootje gestoten. De wind- en golfrichting is wat bijzonder voor de Carieb en daarmee worden de, normaal rustige, stranden een stuk ruwer en gevaarlijker om met de bijboot te landen, waarvan acte dus.

Overigens is Codrington verder niet bijzonder: een paar straten met laagbouw en wat kleine winkeltjes waar Robert zijn laatste EC's kwijt kan.
Niet veel aan toe te voegen...klok....Philipsburg, en het was niet half zeven
Als de immigratie-officer er is is het verder zo klaar, ze heeft ook wat haast omdat ze naar de Ferry steiger moet voor de aankomende veerboot. Dat is Robert zijn geluk: ze brengt hem terug naar de boot dus dat scheelt 5 kilometer lopen. Daarbij is het ook gezellig en leerzaam. Er zijn na het weekend verkiezingen en de inzet is onder andere ontwikkeling van het eiland: veel inwoners willen het ongerept houden en werken projectontwikkeling tegen terwijl anderen daardoor geen toekomst zien voor hun jeugd en de werkgelegenheid.

Mee in de vaart der volkeren of uiteindelijk vergrijzen en verarmen, een delicate balans die gevonden zal moeten worden. Het beroemde K-Beach resort wat al jaren verlaten is (bekend omdat Lady Di hier vakantie vierde) is nu aangekocht door Robert de Niro om het weer te gaan uitbaten en hij wordt door lokalen tegengewerkt terwijl er ook heel werkgelegheid in het verschiet ligt voor maintenance, housekeeping, bevoorrading, verdere horeca, island tours etc. etc. Wij genieten in ieder geval van het ongerepte Barbuda en hopen dat er een goede balans gevonden wordt.

Eerste brug sinds vertrek uit Nederland

Bij aankomst bij de boot is er ook een grote zeilende cruiseboot voor anker gekomen. Een bijbootje verkent eerst de route naar de wal, en daarna is het een komen en gaan van tenders met gasten. Ze varen de risicoloze route: 35 graden true op de pier, dan om de Grutte Grize heen en vervolgens het strand op. Elke keer dat er een op een paar meter voorbij komt wordt er vriendelijk gezwaaid door gasten en schippers. Dolle pret.

Toch is het niet de beste plek (understatement) om op Barbuda te landen maar ook zij zullen hun risico-afweging maken met de swell die op de stranden staat. Beter hier dan dan gewonde gasten of ander ongemak. Het lijkt toch ook niet ons ding: wat we nu al in de hele Carieb zien is dat er 2000 cruisegasten (per boot) worden gedropped op een steiger bij een Caribisch hoofdstadje waar je niet veel reuring hebt behalve de eeuwige taxfree-shops. Vervolgens zwermt dat denken we uit over het eiland met taxis en tours om 's avonds weer opgeladen te worden. In sommige havens komen soms wel vier boten tegelijk binnen, dan heb je dus 8000 man die in een keer in zo'n stadje staat, en dan? Dat kan niet allemaal in een taxi of op een tour en dan hang je dus maar wat rond in de tax-free of in het vervallen centrum van een klein stadje ? (Codrington: 1500 inwoners, St Johns: 3000 inwoners etc.). Het lijkt ons maar treurig.
En je kan dus ook Hollands voor de brug staan, soort van tropisch Sneek hier
Nu zijn wij natuurlijk vreselijk verwend: je kan je boot ankeren op de mooiste plekjes op de mooiste eilanden en zo kom je dus overal zonder dat het je de bakken met geld kost die mensen moeten betalen om op dat soort eilanden of resorts ingevlogen te worden. Ok, goedkoop is het ook niet, maar je praat niet over 1000 dollar pp/pn en een private-charter helikopter en we lopen over hetzelfde strand.

Om vier uur gaat het anker er weer uit. Het is 85 mijl varen naar Sint Maarten dus als het blijft waaien komen we 's ochtends vroeg aan. Weer eens een nachtje door, leuk. Het duurt zeker 10 mijl uit de kust van Barbuda tot het water een beetje dieper wordt dan 10 tot 15 meter, veel langer dan gekarteerd is dus de 'incomplete survey' waarschuwing is terecht. De laaste officiele lodingen zijn van 1840 (!) en daarna zijn er legio meldingen binnengekomen van schepen die veel minder water zagen dan verwacht. Met onze diepgang geen probleem maar voor grotere zeevaart wel degelijk iets om rekening mee te houden.

Bij het ochtendgloren varen we onder St Barths langs en om zeven uur maken we vast aan de bunkersteiger van Bobby's Marina in Philipsburg.De baai doet wat troosteloos aan maar het is dan ook bewolkt en het waait pittig. Aan de cruise-terminal liggen 4 grote cruiseschepen en twee middelgrote zeilende grote cruise schepen. Hier worden dus ook even een kleine 10.000 man even aan wal gezet voor een 'tripje Sint Maarten', de gruwel.
Rechtbank van de Nederlands Antillen

Bobby's Marina vindt het prima dat we even vastmaken om in te klaren en daarna door te varen naar Simpson Bay Lagoon. Het inklaren duurt wat lang: dit doen we bij de Ferry steiger naar St Barths en de immigratie wil ons pas zien als alle veerbootpassagiers op de boot zijn. Het had fijn geweest als ze er al voordat de veerboot kwam waren geweest maar soit, met een uurtje is het klaar en de brug die we door moeten voor Simpson Bay draait toch pas om 11.30.

We gooien los voor het laatste stukje naar Simpson Bay Lagoon, gaan door de brug en zoeken een ankerplek. We lopen vast op een plekje met maar 1.70 meter water: perfect dus. Zwaard en roer eruit en alleen wij kunnen hier liggen. Ideaal dus. De baai is druk: het ligt hier vol met jachten van (heel) groot tot modaal formaat. Nu is Sint Maarten ook een uitstekende plek voor boodschappen en bootreparaties en onderhoud. De reden dat we hier ook terug gaan komen voordat we over gaan steken naar de Azoren. Maar eerst zijn we hier om Heit en Mem op te halen: zij komen hier 29 maart om een kleine twee weken met ons mee te varen. Hier hebben we allemaal erg veel zin in.
Mooi bloemen ook op Sint Maarten

Ter voorbereiding op hun komst zijn we een paar dagen eerder op Sint Maarten: gasfles vullen, boodschappen doen, het eiland een beetje verkennen. Het contrast met Barbuda is gigantisch: wat een toerisme, wat een verkeer, wat een jachten, wat een havens. Van een andere Nederlandse boot horen we dat zich bij Florida een depressie ontwikkelt die zelfs een naam krijgt. Dit gaat leiden tot een NW wind en swell en dus reuring op de anders rustige ankerplekken. Iets om rekening mee te houden met onze verdere plannen hoewel de modellen inmiddels wel weer wat bijgedraaid lijken. Het is ook een beetje typisch denken we voor zo'n eiland als dit: er ligt een grote gemeenschap cruisers die elkaar
informeren over van alles en nog wat en kleine onzekere dingen kunnen groot worden voor ze het zijn. Neemt niet weg dat de tip waardevol is, hoewel we zelf ook altijd de weerontwikkelingen goed in de smiezen houden.

Overigens lijkt Sint Maarten inmiddels meer Amerikaans dan Nederlands (het Nederlandse deel dan) en dat merk je op veel fronten. We willen een gasfles laten vullen bij Island Water World, een enorme watersportwinkel. De fles is een beetje geroest en dat vinden ze niet leuk. Of we 'm willen staalborstelen en schilderen. Tuurlijk (not) maar dan wel een volgende keer want nu willen we 'm gewoon vol graag. De medewerker kan 'm zo niet meenemen. Nou ja, toch wel dan, maar een volgende keer. Ophalen moet om 16.00 uur. Wij gaan over het eiland toeren met een huurauto, of het perse om 16.00 moet. Ja eigelijk wel. En als we 'm niet ophalen? Weten ze niet. Weinig flexibel en weinig zelf nadenken, tekenend vinden wij. De fles staat de volgende morgen gevuld klaar dus alles is goed gekomen gelukkig. Overigens kun je bij Island Water World werkelijk alles vinden wat je nodig hebt tot reserve-ontluchtingsdopjes voor onze jerrycans aan toe. hier gaan we zeker nog een paar keer komen voor vertrek. Gelukkig krijg je na het aanmaken van een account nog 10% extra korting, vinden wij Nederlanders leuk. Apart wel hoe sommige dingen heel veel  duurder zijn hier (buitenwaterpomp 70 EUR in NL vs 160 USD hier) of nagenoeg identiek (grote Jerrycan 20 USD, 14 MM val USD 2,80 per meter).

Uit Nederland bereikt ons het bericht dat kater Ballie SBS, Omroep Brabant en RTL nieuws heeft gehaald: hij heeft twee dagen op 26 meter hoogte in een boom gezeten en wou er niet uit tot een held in de boom is geklommen en hem eruit heeft gehaald. Dankzij de chip werd ie bij Robert's zus terugbezorgd door de dierenambulance.....

Sixt heeft ons een knappe auto verhuurd en maandag (27 maart) toeren we lekker over het eiland. Anneke brengt Robert naar het vliegveld maar een plek om af te stappen is nog niet zo gevonden. Uiteindelijk belandt Robert op het terrein van Hertz maar de mederwerkers zijn zo sportief om hem even naar Sixt te brengen. 'Wel de volgende keer bij ons huren dan he !'
Dan is een auto dus echt ff nodig

Sint Maarten is maar klein en heeft aan natuurschoon weinig te bieden behalve mooie ankerbaaien. Deze rijden we langs ook met oog op het aanstaande bezoek van Heit en Mem. Op de NoordOost kant van het eiland vinden we de Leader Price en deze ontdoen we van zoveel als er maar in de kofferbak van de auto past: bier, wijn, meel, conserven, houdbare melk, pakken jus en sap, al die dingen die heel erg veel goedkoper zijn dan in een normale supermarkt.

Onze beroemde poes
Aan het eind van de middag belanden we in Marigot, de hoofdstad van de Franse kant, en deze is al weer veel leuker en gezelliger dan Philipsburg. Pizzeria Santa Lucia heeft heerlijke pizza's en de dag is compleet. Bij aankomst aan de dinghy steiger moet wel nog even de auto inhoud worden overgeladen naar de bijboot en vervolgens naar de Grutte Grize maar om negen uur is alles klaar: win-win, een leuke dag sightseeing en boodschapjes gedaan.

Op loopafstand van de dinghy dock ligt nog een grote Carrefour en daar gaan Robert en Ties dinsdag heen: eerst de huurauto terugbrengen naar het vliegveld en dan een fijne wandeling langs de startbaan terug naar de baai. We komen ook langs het hek waar vroeger mensen aan 'oud hollandsch hekwapperen' deden: als grote jets opstegen vanaf het begin van de baan gingen mensen op het strand erachter in de straalstroom van de motoren staan. Met wat 'mazzel' kan je als een vlag aan het hek wapperen. Ieder zijn plezier zeg maar. Youtube staat er vol mee, evenals met de lage approaches van jets over het strand. Tegenwoordig vliegt in ieder geval KLM niet meer de 747's op St Maarten, dus de grootste lol is eraf.
Een beetje camp is het wel
De Carrefour is ook top: hagelslag, stegeman salamiworst, gouda kaas, alle AGF, hier gaan we goed boodschappen kunnen doen voor vertrek naar de Azoren maar voor nu laten we het even bij de boodschapjes voor het verblijf van Heit en Mem. Morgen komen ze aan, we kunnen niet wachten.

zaterdag 18 maart 2017

Mango Unchained

Op loopafstand van de ankerplaats ligt het fort Shirley, een oud Frans verdedigingswerk uit de koloniale tijd. We bezoeken het en treffen een prachtig gerestaureerd bolwerk met informatieve borden over wat-waar&hoe.
Amarins in de nor
Conform de weermodellen begint het 's avonds aardig door te waaien. De bergen van Dominica zorgen voor harde vlagen en valwinden. Onze Belgische achterbuurman vindt dat we te dichtbij komen: hij staat op zijn boeg te kijken en roept ons aan als we ons in de kuip laten zien. 'Ge komt wel wat dichtbij, nie ?'.
Fort Shirley, zicht op Portsmouth


Doorkijkje op een decor uit Pirates of the Caribean
Nu liggen we op aardig wat ketting dus dat we in de vlagen wat naar achteren lopen is niet zo gek maar het lijkt inderdaad alsof we wat krabben. Het is niet onze favoriet maar we gaan dus toch in het donker nog anker op: morgen gaan we de hele dag op sjouw over het eiland dus twijfels over het houden van het anker willen we ook niet.
Hmmmm, verse cocosnoot
Een eerste poging leidt direct weer tot een krabbend anker en we schuiven wat meer naar de Noordoost kant van de baai waar het ondieper is en de grond wat meer zanderig en wat minder grassig is. Het anker houdt in ongeveer 2 meter water, dat ligt dus prima voor de nacht. Ondertussen haalt de wind nog wat extra aan en stuift het water af en toe op in de baai.
Red Rock
's Ochtends gaat vroeg de wekker: om half negen worden we opgehaald door Eddison om een dagtrip over het eiland te maken. Brood smeren ,flessen drinken vullen en goede schoenen en kleren aan. Achter ons is een mooring vrij gekomen dus we gaan nog een keer anker-op om vast te maken 'aan een balletje'. De verwachting is dat de wind kan aanhalen tot 40 knopen in de vlagen, dus het zekere voor het onzekere.
Zwemmen in Emerald Pool
Stipt om half negen is Eddison er met de watertaxi en hij zet ons af bij Paul die met de bus klaar staat om ons vandaag rond te rijden. Paul is een geschikte kerel die erg veel weet van de flora en fauna op het eiland, iets wat Froukje en Anneke erg kunnen waarderen.
Ties en Amarins op Red Rock
 We hebben de belangrijkste bezienswaardigheden van Dominica op de agenda, waarbij naast prachtige natuur en cultuur ook een aantal filmlocaties van Pirates of the Carribean 2 en 3 bezocht zullen worden. De eerste langere stop is bij Red Rock: een plek waar een lavastroom de zee in is gelopen. Omdat de lava zo ijzerhoudend is, is de afzetting rood. Daarbij is het ook gemengd met klein en zand wat het erg zacht maakt: er zijn prachtige vormen in geerodeerd en we kijken onze ogen uit.
Spinnenorchidee
We rijden door het Carib reservaat: Dominica is het enige eiland waar de Caribs, de oorspronkelijke bewoners, lang stand hebben weten te houden tegen de Fransen. Als 'dank' hebben ze een deel van het eiland gekregen. De Caribs zijn te herkennen aan hun wat gelere huidskleur en Indiaanse stand van de ogen. Het gaat ze niet slecht, te zien aan de huizen, de auto's en de voorzieningen, en ze voorzien inmiddels allang met meer in hun inkomen dan enkel met houtsnijwerk en ander 'craftmanship'.
Lokaal beessie
Paul stopt bij een huis waar spin-orchideeen groeien maar de eigenaar is niet zo blij: 'Waarom stop je hier alleen maar om een foto te laten maken van mijn bloemen en laat je ze niet ook wat kopen in mijn winkel'. Tja, op zich heeft ie wel een punt maar hij kan ook beter zelf zijn winkel runnen en ons proberen daar binnen te krijgen. Paul trakteert ons op verse cocosnoot (heerlijk !!) en we kopen Guavebrood langs de weg wat iets minder goed in de smaak valt.

Een van de mooie baaien langs de kust
De weg vervolgt langs prachtige baaien en stranden tot de volgende stop bij Emerald Pool. Al voor het bereiken van de waterval hebben we gedoucht want er komt een tropische stortbui over. Bij de waterval zelf is het heerlijk rustig. De temperatuur van het water doet Nederlands aan, je zou het zelfs 'koud' kunnen noemen. De Domincanen noemen het 'fresh' en dat kunnen we beamen. Het zwemt er heerlijk in de poel onder de waterval, dat wel.

Ook typisch: natuurschoon met achtergelaten rommel (ingang Indian River)
Opvallend aan de route die we rijden is de schade aan wegen en bruggen: overal is nog te zien wat een verwoesting tropische storm Erika in 2016 heeft aangericht. Veel is al gerepareerd maar ook een heleboel nog niet en het wemelt van de borden 'verzakte berm' en van de bailey-bruggen. De schade werd veroorzaakt door de overvloedige regenval en niet door de wind en veel wegen en bruggen zijn weggespoeld door het water wat van de bergen af kwam zetten.
Boom op bus
In de botanische tuinen van Roseau zien we nog een overblijfsel van storm 'David' uit 1979: een dikke boom waaide destijds bovenop een geparkeerde (en dus lege) schoolbus en naar goed Caribisch gebruik hebben ze de boel gewoon laten liggen.

Terwijl we over het eiland toeren, smeden de kinderen op de achterbank plannen voor thuis: ze willen graag in de tuin een honk bouwen waar ze kunnen zitten, chillen, tv kijken. Er mag ook een pizza-oven / vuurplaats voor papa bij. De ideeen zijn helemaal niet gek: indeling en afmetingen lijken realistisch en goed overdacht en er wordt over de kosten van de materialen gesproken. We gaan bij thuiskomst er mee aan de slag. Leuk om te merken hoe de kinderen ook al weer een beetje bezig zijn met thuiskomen.

Wotton Creek is de volgend halte: dit is het hart van het nog vulkanisch actieve deel van het eiland: zwaveldampen, borrelende poeltjes, het is er allemaal. Er zijn hier ook veel Spa's gevestigd waar je lekker kan modderbadderen en hottubben: we bezoeken op aanraden van Jage de spa van June (Tiqua) omdat deze zo magnifiek gelegen zou zijn. Jage had niets teveel gezegd: in het midden van regenwoud genieten van warme baden, modder en de overvloedige natuur, zalig! June moet hard lachen als we zeggen dat Jage ons gestuurd heeft: dat zal haar vaker overkomen.
Badderen in Tiqua
Pas om 18.00 uur verlaten we de Spa en voor we het weten is het donker. Paul rijdt ons langs de westkant van het eiland weer terug naar de boot, ook nog een rit van anderhalf uur. Eddison brengt ons 'moe en voldaan' weer met de watertaxi terug aan boord. Hij komt nog even aan boord voor een afzakkertje en we leren nog veel over het eiland en de mensen. Een van zijn medewerkers, Daniel, komt aanvaren en nodigt zichzelf ook min-of-meer uit aan boord, net wanneer we afscheid gaan nemen van Eddison. Waar Eddison nuchter, ontwikkeld en voorkomend is, is Daniel de tegenpool: hij slaat wartaal uit en gedraagt zich (iig naar onze maatstaven) onbeleefd. Terwijl we duidelijk de avond afronden vraag hij om een biertje. Quite inappropriate zeg maar. Die zal een stevig gesprek hebben de volgende dag met Eddison, maar het is ook wel een beetje typisch voor hier. Er lopen gasten rond die iets teveel en te lang ganja gerookt hebben.
Meike leert werken met Excel

Op woensdag (9 maart) blijkt dat we de goede dag hadden uitgekozen voor ons tripje. Het regent bijna de gehele dag. Soms stortregens, soms motregen, en soms is het even droog, het lijkt wel Nederland in november. Behalve de temperatuur dan, die blijft aangenaam. We houden ons bezig met school, klusjes aan de boot, water opvangen (met flessen tegelijk) en lekker kletsen. Zelfs in dit hondeweer komt een van de mangoverkopers nog op zijn surfplank langszij voor wat handel. Mango's hebben we nog, maar of we dan zijn euro's willen wisselen voor EC's. Geen probleem: hij zal van Europese boten euro's hebben gekregen en daar heeft hij zelf niets aan en wij vinden het geen probleem om te wisselen. Hij heeft geen 6 EC terug (we geven 34 EC voor wat ie aan euro's had) en settelen met een mooie tros bananen. Allebei blij.
Water in overvloed, heerlijk schoon drinkwater

'De wind doet ook nog steeds lekker mee: het stuift door de baai. In de namiddag wordt het iets droger en gaan we naar de wal voor wat internet en om de benen te strekken. De lokale groente- en fruitverkopers hebben een slechte dag gehad want we treffen er een aantal onder het afdak bij PAYS. Eentje vraagt Robert's aandacht: of wij van kunst houden, want hij zal een mooie tekening van de boot maken. Helaas wordt dat helemaal niks: het is wat kraswerk op een vodje papier en lijkt nergens op. Robert zegt maar voor de zekerheid 'Not to offend you, but we will not buy it from you'. Hij stopt gelijk met tekenen en keert zijn rugzak om: er ligt ongeveer een vierkante meter aan muntjes, kettinkjes, metalen rommel en andere zooi. Als we zijn zaken-partner worden zal hij ons vertellen waar hij deze schat gevonden heeft en alles wat er nog ligt met ons delen. We bedanken vriendelijk maar resoluut maar het stoort hem niet om honderduit over van alles en nog wat te blijven praten.

We zien dit dus wel meer: mensen die maar blijven praten zonder dat er echt een gesprek is en zonder dat er echt iets zinnigs uit komt: jarenlang ganzja roken lijkt erg slecht voor je brein te zijn.

Een andere mangoverkoper komt nog langslopen maar we hebben nog mango's en bovendien geen geld bij ons. We krijgen toch zijn 4 mango's en morgen komt ie wel 5 EC halen. Ook goed.
Froukje geeft iedereen een knipbeurt
Donderdag is qua weer meer van het hetzelfde: het regent zo mogelijk nog meer dan woensdag en we vangen 40 liter water op. Zelfs in deze rustige baai voelen we dat het buiten op zee spookt: er loopt zelfs hier een aardige swell de baai in waar het normaal helemaal vlak en rustig is. We doen spelletjes, klusjes, school en Froukje gaat lekker de wal op om zelf wat op ontdekking uit te gaan. Er komt nog een kerel langs op een surfplank die vraagt of mijn 'blonde vriendin' vanavond mee uit eten wil met hem. Welke hij dan bedoelt, Froukje of Anneke. Beide waren tenslotte al meerder keren uitgenodigd voor feestjes, avondjes uit en diners in de dagen dat we hier zijn. Er waren zelf al twee huwelijksaanzoeken gepasseerd.
Nog maar een beetje natuur
 Robert mag zichzelf gelukkig prijzen met dit varend harem. Het heeft ook wel een praktisch voordeel: alle locals rond Portsmouth kennen die alu boot met die vriendelijke Nederlanders met die drie schattige kinderen en de twee blonde vrouwen dus er zal niet snel gedonder zijn met diefstal of ander gedoe. Bovendien krijgen we (nou ja, vooral Anneke en Froukje dan) de volle aandacht van Eddison die hier hoog in de pikorde staat als VP van PAYS en eigenaar van het grootse yachtservices- en tourbedrijf.
Doorkijkje op Rupert Bay vanaf Fort Shirley
Robert leest 's avonds de cruisers-app groep bij en ziet een noodbericht van Jage eerder op de dag: onderweg van Guadeloupe naar Antigua is zijn mast op twee plaatsen gebroken. In hoge zeeen is het gelukt alles over boord te zetten voordat er veel schade aan de rompen (Jage's Dana de Mer is een catamaran) kon onstaan en op de motor heeft hij Antigua bereikt. Potverdorie, nog een dus. Een paar dagen later horen we dat zijn verzekering nieuw voor oud toepast en dat ze 30% van de schade die voorlopig geraamd is op 80.000 euro zelf moeten betalen. Dit komt overeen met een jaar reizen en slaat een serieus gat in hun budget en hun plannen. Geen fijn nieuws hoewel ze er zelf nuchter mee omgaan: baantje zoeken, boordkas aanvullen en verder gaan. Jage is scheepstechnicus en aannemer dus hij heeft wel in deze streken inzetbare kwaliteiten gelukkig.
De Dana de Mer net na de ontmasting
Voor dit matige weer hebben we qua eten een oplossing: een van de in Suriname gekochte blikken zuurkool gaat open en we maken een heerlijk stamppot met Surinaamse zuurkool, Dominicaanse aardappelen, Franse spekjes en Nederlandse jus. Na het eten gaan we nog even naar de wal en we komen mangoverkoper nummer 4 tegen. Wij:'We hebben voldoende fruit aan boord'. Hij: 'Ja maar deze zijn anders'. Wij: 'Ja, maar we moeten ze toch ook opeten'. Hij: 'Oh, ok...right'.  Of we dan hem gewoon wat geld willen geven. Maar dat doen we hier niet: dit eiland voorziet iedereen van voldoende voedsel en gebedeld geld gaat meestal alleen maar op aan drugs of drank.

Op vrijdag lijkt het weer wat op te knappen, gelukkig maar en ook nog om een speciale reden: Froukje vliegt zondag vanaf Guadeloupe weer terug dus we willen niet later dan zaterdag daar zijn. Volgens de modellen zou het vanaf vrijdag iets beter worden om op zaterdag echt wat rustiger weer te hebben. Dat dit bevestigd lijkt te worden is altijd fijn. We komen altijd wel op Guadeloupe, maar we willen ook graag een beetje prettig zeilen en de boel heel houden.
Zonsondergang in Deshais
Er zinkt een coaster in de haven: het schip ligt al jaren verwaarloosd voor anker en vandaag is de dag des oordeels. Vanmorgen lag ie er nog, en nu is ie weg dus. Via de VHF worden de coordinaten van het wrak (wat maar net onder water ligt) bekend gemaakt en deze zetten we zekerheidshalve maar even op whatsapp-groep van de Nederlandse boten voor hen die deze kant op komen. Je weet maar nooit hoe lang het duurt voor er een boei of baken boven wordt gelegd.

Onze zoektocht naar verse vis slaagt niet. De markt is net opgeruimd en ook bij de Indian River zijn de venters verdwenen. Als alternatief kopen we twee kilo kippenpoten bij de slager, ook lekker. Froukje gaat 's avonds nog op stap met Eddison: op vrijdag zijn er altijd feestjes op de wal. Anneke en Robert blijven lekker met de kinderen op de boot: morgen gaat vroeg de wekker en er zijn nog wat klusjes voor vertrek.
Amarinske
Als we zaterdag ankerop gaan lijkt het weer inderdaad weer wat rustiger maar nauwelijks de baai uit begint het weer hard te regenen, komt de swell om het eiland heen zetten en trekt de wind weer stevig aan. De hoop dat uit de invloed van het eiland alles beter wordt is ijdel: het blijft maar regenen en de wind wakkert weer aan tot een windkracht 6. Door de al dagen doorstaande wind loopt er ook een zeetje van ongeveer 2,5 meter dus het is een beetje hobbelen richting Guadeloupe. Robert houdt buiten in de regen wacht en en de rest is lekker beneden en gelijk hebben ze. Bij de Iles des Saintes regent het zo hard dat de eilanden zelfs op een mijl afstand nog niet te zien zijn. Het droge seizoen loopt van december tot mei, nou dus effe niet deze week.
Smikkel smikkel bij de pizzeria in Deshais
Maar goed het waait in ieder geval en rond het middaguur lopen we Basse-Terre aan de zuidkant van Guadeloupe aan. We maken vast aan de bunkersteiger en lopen naar de Capitainerie die gesloten blijkt te zijn in het weekend. Er kan wel een havenmeester gebeld worden maar dat doen we maar niet: voor hetzelfde geld is er geen plek en duurt het te lang en missen we ons window (als in: voor het donker) om nog naar Deshais te kunnen varen.

Wegwezen maar weer voor de laatste 20 mijl naar Deshais maar niet voordat de Betsy ook vertrokken is. Zij waren langszij gekomen om even uit te rusten van de pittige rit vanuit Dominica en gaan na het horen van ons verhaal ook verder naar Deshais. Later pas beseffen we dat dit 'de' Betsy was, oude vrienden van de Bojnagles: we maken VHF contact en brengen de groeten over van de Bojangles.
Snorkelvriendjes
Zeilend langs de kust van Guadeloupe is het water regelmatig bruin van de rivieren die uitmonden en nu vol zijn van het overvloedige regenwater. Edoch, het weer knapt langzaam op en we zien zowaar een zonnetje. Het is erg uitkijken voor kreeftenpotten en fuiken hier langs de kust, een van de redenen dat we voor donker in Deshais willen zijn. Als er wind is zeilen we zo snel als we kunnen, en anders draait de motor lekker mee en zo komen we rond half zes bij Deshais. De harde wind van de afgelopen dagen heeft zijn impact op de ankerplaats: het ligt er mudjevol met jachten zelfs tot buiten de beschutting van de baai en het vlaagt nog met 30 knopen windsnelheid door de achterkant van de baai heen.

We gaan op zijn Grutte Grize's de ankerplaats op: zo ver als mogelijk naar voren varen en dan zien we wel wie er nog meer zo dapper zijn om zo ver door te varen. Volgens de pilot liggen er naar voren bij het strand allemaal moorings, in beslag genomen door locals, met te weinig ruimte om ertussen te ankeren. Door het veld heen zigzaggend zien we de Novatrix, waarmee we later nog even contact hebben op de VHF: zij gaan morgen naar Antiqua dus we wisselen weer klassiek stuivertje. Voor de moorings is nog ruimte tot het strand, er ligt niemand, er staat 3 meter water, en de bodem is zand: check-check-check en 5 minuten liggen we als een huis en eerste rang op nog geen 50 meter van de dinghy dock en het stadje.
Overal schildpadden in Deshais
Na een aankomstborrel wordt een van de pizzerias (Le Metis) door ons onveilig gemaakt: heerlijk pizza's en een lekkere fles wijn. Zalig. Een beetje als afscheidsetentje met Froukje (snif, die vliegt morgen al weer naar huis) en nog voor Meike haar verjaardag. Op de kaart staan 'specials' waaronder een pizza met reblouchon, ui, spekjes, aardappel en creme-freche. Technisch gezien een pizza-tartiflette die Robert dan dus niet kan laten lopen gezien de status van tartiflette als signature-dish tijdens de ski-trips in de Franse Alpen. Hij smaakt heerlijk evenals de andere pizza's. Later horen we ook dat we de beste tent hebben uitgekozen. Na dit maal stort iedereen in een after-dinner-dip: een lange zeildag in nat en winderig weer en dan zo'n maal: het licht gaat bij iedereen snel uit als we terug aan boord zijn.

De volgende dag staat er een toegift van jewelste op het programma: het is eindelijk weer eens mooi zonnig weer en we blijken te hebben geankerd vlak naast een zeegras gebied waar het wemelt van de schildpadden. We snorkelen dat het een lieve lust is en zwemmen met en tussen de schildpadden. Robert probeert een huurauto te regelen om later op de dag Froukje naar het vliegveld te kunnen brengen maar er is geen auto beschikbaar. Ook de bus blijkt niet te rijden, hoewel dit volgens de dienstregeling wel zou moeten. Uiteindelijk regelen we bij het tankstation een taxi (of in ieder geval vervoer) naar het vliegveld: nood breekt wet hoewel we het helemaal niet erg zouden vinden als Froukje de vlucht zou missen.
De Grutte Grize in de baai voor anker
Toch is het dan om 15.00 uur zo ver. De tankstationbediende rijdt met zijn eigen auto (een knappe BMW, dat wel)  Froukje naar het vliegveld en ineens zijn we weer met zijn vijven. Werk is de beste afleiding dus gaan aan de slag met wat klusjes aan boord. Een daarvan is het vervangen van de brandstoffilters van de motor: deze start de laatste tijd steeds slechter hoewel ie eenmaal lopend het verder prima doet. Filters zijn verdachte nummer een. Robert krijgt de ontluchtingsschroeg op het fijnfilter niet los en wil de motor starten om de boel warm te laten worden in de hoop dat het dan wel loskomt en verhip de motor slaat even aan, en stopt dan weer om vervolgens helemaal niet meer te starten.

Na het vervangen van de filters lukt het niet om diesel vanuit de tanks naar de motor toe te 'primen' wat moet betekenen dat de opvoerpomp stuk is: en jawel, het pompje is overleden. Waarschijnlijk was het al een beetje stuk maar deed het nog net genoeg om als de motor eenmaal liep voldoende diesel op te zuigen maar was het niet meer in staat om de diesel helemaal door de lege afgetapte leidingen omhoog naar de motor te krijgen.
Het defecte pompje
Lekkere timing: als dat een dag eerder was gebeurt hadden we op zeil Deshais in gemoeten (niet erg, wel vervelend) of misschien het hele stuk vanaf Dominica zonder motor moeten varen (ook niet erg, maar nog vervelender). Nu liggen we veilig voor anker in Deshais hoewel we voor de zekerheid wel een plannetje hebben mochten we toch gaan krabben. Ook echt alleen maar voor de zekerheid: we hebben naar het anker gedoken en dit was volledig onder het zand verdwenen, dus krabben was zo goed als onmogelijk.

Tijdens het sleutelen komt de Umnyama ook binnenvaren en ze gaan op een wat ongelukkige plek voor anker. Via de VHF hebben we contact: Monique heeft al enkele dagen last van een hernia en Dick is nog met het anker bezig. Anneke en Robert gaan er even heen, stappen aan boord en helpen Dick met het verplaatsen van de boot zonder dat Monique haar rug hoeft te pijnigen. We dirigeren ze naar een plek dicht bij de Grutte Grize: mooi vooraan en lekker luw.


Een telefoontje op maandagmorgen naar Middelzee motoren in Sneek (dank !) bevestigt het vermoeden rondom de motor: het beeld past bij een defecte opvoerpomp. In Point-a-Pitre zit een Volvo Penta service center dus Robert stapt op de bus (nog steeds geen huurautos beschikbaar) naar de stad. Een uur en drie kwartier in de bus en nog een uur lopen later is hij net voor lunchsluiting bij het Volvo-center. De dame achter de balie zoekt het onderdeel op in de computer en verrek, het ligt gewoon op voorraad! 150 Euro lichter maar een onmisbare pomp zwaarder gaat Robert terug naar Deshais. Overigens ook een zorg lichter: als het onderdeel besteld had moeten worden hadden we wat langer dan gepland in Deshais gelegen, geen straf maar wel ten koste van de tijd op verdere bestemmingen.

Anneke heeft in de tussentijd school gedaan, lekker gezwommen en gesnorkeld en is op de wal als Robert uit de bus stapt. We spoeden ons terug naar de boot en een uur later zit de nieuwe pomp op de motor, is het systeem van diesel voorzien en ontlucht en start de motor de eerste keer en loopt weer als een zonnetje. Anneke heeft in de tussentijd het groffilter gerepareerd: de bevestigingsschroef was van het filterhuis losgescheurd (door Robert te strak aangedraaid, dom!). Job done, het wordt nog wel eens wat met onze zelfredzaamheid !'.
Umnyama loopt ons op, mooi foto's van elkaars schip maken
We klaren nog snel even uit om de volgende morgen naar Antigua te vertrekken. Deshais was een prachtige ankerbaai met een leuk stadje maar we willen weer verder. Met ons vertrekt ook de Ruby Tuesday, een van de boten uit onze Cruisers-appgroep die we ook al op de Canarisch hebben ontmoet. We wisten niet dat ze ook in Deshais lagen totdat we beide meldden dat we onderweg gingen.

Dinsdag (15 maart) gaat het anker om half acht uit de grond. Het waait 20 tot 25 knopen en er staat nog/weer een ruige zee: 2 tot 3 meter golfhoogte. Gelukkig is het ruim bezeild en komen de golven van opzij in dus het schiet wel op. Ongeveer halverwege loopt de Umnyama ons op en we maken foto's van elkaars boten op open zee: altijd leuk om uit te wisselen. De kinderen zitten aangelijnd op de kuiprand te wachten op elke volgende hoge golf die ze een zoute douche geeft: een leuk spelletje. Het vissen slaagt wederom niet: de haak blijft schoon. De mijltjes tikken vlot weg en rond twee uur lopen we English Harbour binnen.

Het is heel even spannend omdat er zoveel zee staat en er pas laat wat luwte van de wal komt: een onbekend smal gat aanlopen onder deze condities zet je altijd even op scherp. Het is geen Friesland met zompige veenbodem, maar keiharde rots en rif waar hoge zeeen op stuk lopen en waar je huis een bijna zeker einde vindt als je mis zit. Maar de aanloop klopt met de kaarten, we zitten er recht voor, en ruim voor de ondieptes luwt de zee en de wind en lopen we rustig de baai binnen.
Ankerpogingen genoeg, maar geen succes
Voor anker gaan kost wel nog even moeite: we willen ankeren in Freeman bay omdat de Dana de Mer en de Urchin daar ook liggen maar na zes pogingen geven we het op. Het ligt er al te vol, de wind is te fladderig om dicht bij het strand te ankeren, de hoek is zelfs voor ons te ondiep. We varen door naar Ordenance bay, iets verder naar binnen en maken vast met de achterkant een aan mangrove en met de boeg aan het anker. Een 'daalders plakje' hoewel de horren wel voor de ramen moeten zo met de kont half in het mangrove bos.
En dus maar in Ordenance Bay met de acherkant aan de mangroves
We liggen in een beroemde hurricane-hole en dit is ook te zien aan het allegaartje aan langliggers ('swallowed the hook' zoals ze hier zeggen) wat hier ligt tussen de passanten. We treffen hier ook onze oude Deense vrienden van de Gorm de Gamla uit Santa Cruz weer: gezellig en Jage had ons binnen zien komen en komt al vast even langs om hallo te zeggen. Later gaan we met de dinghy naar Freeman Bay om Nick op te zoeken, een van de aussies uit onze groep die hier een baantje heeft in de lokale strandbar. Hij serveert ons heerlijke Frozen Pina-Coladas en kan kennelijk naast zeilen ook cocktails maken.

Op de terugweg naar onze boot zien we vinnen in het water: er zwemt een groepje dolfijnen rond in de baai en ze zijn totaal niet schuw: met de dinghy kunnen we heel dichtbij ze komen en op enig moment zwemmen ze zelf voor ons langs en onder ons door. Wat een prachtig schouwspel.
Dolfijen in de baai

En we mogen aardig dichtbij komen
 We slapen heerlijk in de beschutting van de mangrove en beginnen met het vaste ritme aan de dag: koffie, school terwijl Robert gaat inklaren en daarna de hort op. Bij de immigratie treft Robert de crew van de Inish die we eerder ontmoetten op Guadeloupe. Ze hebben fotos gemaakt van onze aankomst omdat ze toen net boven bij het fort stonden en zullen ze toemailen. Bij de douane is ook een groep Denen aan het inklaren en ze gedragen zich zo ongepast dat de ambtenaren er flauw van worden: overal grapjes over maken, niet opschieten, papieren niet bij zich hebben etc. Het lijkt alsof ze zich zelf er niet bewust van zijn hoe irritant de officials ze vinden, heel apart, vooral omdat dit niet de eerste plek is waar ze moeten inklaren en dit toch vaker tot problemen moet hebben geleid. Misschien waren ze wel dronken, hoewel, om 10.00 's ochtends?
Sommigen roeien naar de overkant
Op de terugweg van het inklaren komt Robert langs een 'longstay' boot waar ze proberen een motorsloep op een drijvend pontonnetje te takelen. Ze doen dit met een val naar de boot maar het lijkt niet te lukken. De sloep ligt met de boeg op het ponton en de achterkant in het water en begint over te hellen en dreigt van de ponton te glijden. Of Robert met de dinghy aan de zijkant wil duwen om dit tegen te gaan. Het duwen helpt niet: de boot maakt water over de achterkant, loopt vol, kapseist en zinkt af. En dit alles met de 85Pk outboard erachter en spullen erin. De buurman merkt fijntjes op 'I know you're not keen on getting any advice from me at this point, but that was a rather stupid idea to try and hoist the boat like that'. Tja, Britten onder elkaar kunnen dat van mekaar hebben kennelijk. En het was inderdaad aardig stom. Na het helpen met het verzamelen van alle drijvende spullen (flippers, dozen, flessen, kussens) houdt Robert het voor gezien. De eigenaar runt een duikbedrijf en later zien we dat hij schip zelf weer boven water brengt met wat luchtzakken en handigheid. Dat dan weer wel, hoewel het conditioneren van de motor nog een aardige klus zal zijn na een uurtje onderdompeling in zout water.
Een van de oude panden in Nelson's Dockyard
In de middag bezoeken we Nelson's Dockyard: heel English Harbour is een openlucht museum. Dit was vroeger de belangrijkste haven voor de Britse Oost Caribische vloot waar schepen schuilden voor hurricanes, werden gerepareerd en bevoorraad. Een groot deel van de gebouwen staat er nog en is enkele jaren terug gerestaureerd. Erg leuk en vooral ook erg Engels.
Op de Pigeon trail

De trail biedt mooie uitzichten over English en Falmouth Bay
 Vanaf hier start ook een trail (wandelpad) naar Pigeon Beach en we lopen het pad uit tot aan het strand. Het voert langt prachtige gezichten over de baaien en over de zee en hier en daar moeten we een beetje klimmen over stenen en rotsen. Bij Pigeon Beach is het heerlijk zwemmen en via de normale weg lopen we via Falmouth weer terug naar English Harbour.

En een verkoelende duik op Pigeon Beach

De beroemde pillars bij de Admirals Inn

De officiersverblijven
Hier treffen we Douglas, de schipper van de Blue Zulu, ook een oude bekende van de Canaries, die op een lift wacht naar de Dana de Mer voor een sundowner. Hier sluiten we ons graag bij aan en met zijn zessen tuffen we naar de Dana waar al een klein feestje aan de gang is: ze hebben vrienden over uit Canada. Ze zouden eigenlijk invliegen op de BVI maar na het mastincident hebben ze de tickets omgeboekt naar Antigua. En zo zie je maar dat een probleem soms zo groot is als je wilt dat het is.
Ties en Amarins beschieten superjachten vanaf Berkeley Point
Wij gaan weer vlot op pad: vrijdag zeilen we naar St Johns, de hoofdstad van Antigua om daar boodschappen te doen en dan door te varen naar Barbuda.

In St Johns kunnen we aan de kade, dat is lang geleden !