zaterdag 18 maart 2017

Mango Unchained

Op loopafstand van de ankerplaats ligt het fort Shirley, een oud Frans verdedigingswerk uit de koloniale tijd. We bezoeken het en treffen een prachtig gerestaureerd bolwerk met informatieve borden over wat-waar&hoe.
Amarins in de nor
Conform de weermodellen begint het 's avonds aardig door te waaien. De bergen van Dominica zorgen voor harde vlagen en valwinden. Onze Belgische achterbuurman vindt dat we te dichtbij komen: hij staat op zijn boeg te kijken en roept ons aan als we ons in de kuip laten zien. 'Ge komt wel wat dichtbij, nie ?'.
Fort Shirley, zicht op Portsmouth


Doorkijkje op een decor uit Pirates of the Caribean
Nu liggen we op aardig wat ketting dus dat we in de vlagen wat naar achteren lopen is niet zo gek maar het lijkt inderdaad alsof we wat krabben. Het is niet onze favoriet maar we gaan dus toch in het donker nog anker op: morgen gaan we de hele dag op sjouw over het eiland dus twijfels over het houden van het anker willen we ook niet.
Hmmmm, verse cocosnoot
Een eerste poging leidt direct weer tot een krabbend anker en we schuiven wat meer naar de Noordoost kant van de baai waar het ondieper is en de grond wat meer zanderig en wat minder grassig is. Het anker houdt in ongeveer 2 meter water, dat ligt dus prima voor de nacht. Ondertussen haalt de wind nog wat extra aan en stuift het water af en toe op in de baai.
Red Rock
's Ochtends gaat vroeg de wekker: om half negen worden we opgehaald door Eddison om een dagtrip over het eiland te maken. Brood smeren ,flessen drinken vullen en goede schoenen en kleren aan. Achter ons is een mooring vrij gekomen dus we gaan nog een keer anker-op om vast te maken 'aan een balletje'. De verwachting is dat de wind kan aanhalen tot 40 knopen in de vlagen, dus het zekere voor het onzekere.
Zwemmen in Emerald Pool
Stipt om half negen is Eddison er met de watertaxi en hij zet ons af bij Paul die met de bus klaar staat om ons vandaag rond te rijden. Paul is een geschikte kerel die erg veel weet van de flora en fauna op het eiland, iets wat Froukje en Anneke erg kunnen waarderen.
Ties en Amarins op Red Rock
 We hebben de belangrijkste bezienswaardigheden van Dominica op de agenda, waarbij naast prachtige natuur en cultuur ook een aantal filmlocaties van Pirates of the Carribean 2 en 3 bezocht zullen worden. De eerste langere stop is bij Red Rock: een plek waar een lavastroom de zee in is gelopen. Omdat de lava zo ijzerhoudend is, is de afzetting rood. Daarbij is het ook gemengd met klein en zand wat het erg zacht maakt: er zijn prachtige vormen in geerodeerd en we kijken onze ogen uit.
Spinnenorchidee
We rijden door het Carib reservaat: Dominica is het enige eiland waar de Caribs, de oorspronkelijke bewoners, lang stand hebben weten te houden tegen de Fransen. Als 'dank' hebben ze een deel van het eiland gekregen. De Caribs zijn te herkennen aan hun wat gelere huidskleur en Indiaanse stand van de ogen. Het gaat ze niet slecht, te zien aan de huizen, de auto's en de voorzieningen, en ze voorzien inmiddels allang met meer in hun inkomen dan enkel met houtsnijwerk en ander 'craftmanship'.
Lokaal beessie
Paul stopt bij een huis waar spin-orchideeen groeien maar de eigenaar is niet zo blij: 'Waarom stop je hier alleen maar om een foto te laten maken van mijn bloemen en laat je ze niet ook wat kopen in mijn winkel'. Tja, op zich heeft ie wel een punt maar hij kan ook beter zelf zijn winkel runnen en ons proberen daar binnen te krijgen. Paul trakteert ons op verse cocosnoot (heerlijk !!) en we kopen Guavebrood langs de weg wat iets minder goed in de smaak valt.

Een van de mooie baaien langs de kust
De weg vervolgt langs prachtige baaien en stranden tot de volgende stop bij Emerald Pool. Al voor het bereiken van de waterval hebben we gedoucht want er komt een tropische stortbui over. Bij de waterval zelf is het heerlijk rustig. De temperatuur van het water doet Nederlands aan, je zou het zelfs 'koud' kunnen noemen. De Domincanen noemen het 'fresh' en dat kunnen we beamen. Het zwemt er heerlijk in de poel onder de waterval, dat wel.

Ook typisch: natuurschoon met achtergelaten rommel (ingang Indian River)
Opvallend aan de route die we rijden is de schade aan wegen en bruggen: overal is nog te zien wat een verwoesting tropische storm Erika in 2016 heeft aangericht. Veel is al gerepareerd maar ook een heleboel nog niet en het wemelt van de borden 'verzakte berm' en van de bailey-bruggen. De schade werd veroorzaakt door de overvloedige regenval en niet door de wind en veel wegen en bruggen zijn weggespoeld door het water wat van de bergen af kwam zetten.
Boom op bus
In de botanische tuinen van Roseau zien we nog een overblijfsel van storm 'David' uit 1979: een dikke boom waaide destijds bovenop een geparkeerde (en dus lege) schoolbus en naar goed Caribisch gebruik hebben ze de boel gewoon laten liggen.

Terwijl we over het eiland toeren, smeden de kinderen op de achterbank plannen voor thuis: ze willen graag in de tuin een honk bouwen waar ze kunnen zitten, chillen, tv kijken. Er mag ook een pizza-oven / vuurplaats voor papa bij. De ideeen zijn helemaal niet gek: indeling en afmetingen lijken realistisch en goed overdacht en er wordt over de kosten van de materialen gesproken. We gaan bij thuiskomst er mee aan de slag. Leuk om te merken hoe de kinderen ook al weer een beetje bezig zijn met thuiskomen.

Wotton Creek is de volgend halte: dit is het hart van het nog vulkanisch actieve deel van het eiland: zwaveldampen, borrelende poeltjes, het is er allemaal. Er zijn hier ook veel Spa's gevestigd waar je lekker kan modderbadderen en hottubben: we bezoeken op aanraden van Jage de spa van June (Tiqua) omdat deze zo magnifiek gelegen zou zijn. Jage had niets teveel gezegd: in het midden van regenwoud genieten van warme baden, modder en de overvloedige natuur, zalig! June moet hard lachen als we zeggen dat Jage ons gestuurd heeft: dat zal haar vaker overkomen.
Badderen in Tiqua
Pas om 18.00 uur verlaten we de Spa en voor we het weten is het donker. Paul rijdt ons langs de westkant van het eiland weer terug naar de boot, ook nog een rit van anderhalf uur. Eddison brengt ons 'moe en voldaan' weer met de watertaxi terug aan boord. Hij komt nog even aan boord voor een afzakkertje en we leren nog veel over het eiland en de mensen. Een van zijn medewerkers, Daniel, komt aanvaren en nodigt zichzelf ook min-of-meer uit aan boord, net wanneer we afscheid gaan nemen van Eddison. Waar Eddison nuchter, ontwikkeld en voorkomend is, is Daniel de tegenpool: hij slaat wartaal uit en gedraagt zich (iig naar onze maatstaven) onbeleefd. Terwijl we duidelijk de avond afronden vraag hij om een biertje. Quite inappropriate zeg maar. Die zal een stevig gesprek hebben de volgende dag met Eddison, maar het is ook wel een beetje typisch voor hier. Er lopen gasten rond die iets teveel en te lang ganja gerookt hebben.
Meike leert werken met Excel

Op woensdag (9 maart) blijkt dat we de goede dag hadden uitgekozen voor ons tripje. Het regent bijna de gehele dag. Soms stortregens, soms motregen, en soms is het even droog, het lijkt wel Nederland in november. Behalve de temperatuur dan, die blijft aangenaam. We houden ons bezig met school, klusjes aan de boot, water opvangen (met flessen tegelijk) en lekker kletsen. Zelfs in dit hondeweer komt een van de mangoverkopers nog op zijn surfplank langszij voor wat handel. Mango's hebben we nog, maar of we dan zijn euro's willen wisselen voor EC's. Geen probleem: hij zal van Europese boten euro's hebben gekregen en daar heeft hij zelf niets aan en wij vinden het geen probleem om te wisselen. Hij heeft geen 6 EC terug (we geven 34 EC voor wat ie aan euro's had) en settelen met een mooie tros bananen. Allebei blij.
Water in overvloed, heerlijk schoon drinkwater

'De wind doet ook nog steeds lekker mee: het stuift door de baai. In de namiddag wordt het iets droger en gaan we naar de wal voor wat internet en om de benen te strekken. De lokale groente- en fruitverkopers hebben een slechte dag gehad want we treffen er een aantal onder het afdak bij PAYS. Eentje vraagt Robert's aandacht: of wij van kunst houden, want hij zal een mooie tekening van de boot maken. Helaas wordt dat helemaal niks: het is wat kraswerk op een vodje papier en lijkt nergens op. Robert zegt maar voor de zekerheid 'Not to offend you, but we will not buy it from you'. Hij stopt gelijk met tekenen en keert zijn rugzak om: er ligt ongeveer een vierkante meter aan muntjes, kettinkjes, metalen rommel en andere zooi. Als we zijn zaken-partner worden zal hij ons vertellen waar hij deze schat gevonden heeft en alles wat er nog ligt met ons delen. We bedanken vriendelijk maar resoluut maar het stoort hem niet om honderduit over van alles en nog wat te blijven praten.

We zien dit dus wel meer: mensen die maar blijven praten zonder dat er echt een gesprek is en zonder dat er echt iets zinnigs uit komt: jarenlang ganzja roken lijkt erg slecht voor je brein te zijn.

Een andere mangoverkoper komt nog langslopen maar we hebben nog mango's en bovendien geen geld bij ons. We krijgen toch zijn 4 mango's en morgen komt ie wel 5 EC halen. Ook goed.
Froukje geeft iedereen een knipbeurt
Donderdag is qua weer meer van het hetzelfde: het regent zo mogelijk nog meer dan woensdag en we vangen 40 liter water op. Zelfs in deze rustige baai voelen we dat het buiten op zee spookt: er loopt zelfs hier een aardige swell de baai in waar het normaal helemaal vlak en rustig is. We doen spelletjes, klusjes, school en Froukje gaat lekker de wal op om zelf wat op ontdekking uit te gaan. Er komt nog een kerel langs op een surfplank die vraagt of mijn 'blonde vriendin' vanavond mee uit eten wil met hem. Welke hij dan bedoelt, Froukje of Anneke. Beide waren tenslotte al meerder keren uitgenodigd voor feestjes, avondjes uit en diners in de dagen dat we hier zijn. Er waren zelf al twee huwelijksaanzoeken gepasseerd.
Nog maar een beetje natuur
 Robert mag zichzelf gelukkig prijzen met dit varend harem. Het heeft ook wel een praktisch voordeel: alle locals rond Portsmouth kennen die alu boot met die vriendelijke Nederlanders met die drie schattige kinderen en de twee blonde vrouwen dus er zal niet snel gedonder zijn met diefstal of ander gedoe. Bovendien krijgen we (nou ja, vooral Anneke en Froukje dan) de volle aandacht van Eddison die hier hoog in de pikorde staat als VP van PAYS en eigenaar van het grootse yachtservices- en tourbedrijf.
Doorkijkje op Rupert Bay vanaf Fort Shirley
Robert leest 's avonds de cruisers-app groep bij en ziet een noodbericht van Jage eerder op de dag: onderweg van Guadeloupe naar Antigua is zijn mast op twee plaatsen gebroken. In hoge zeeen is het gelukt alles over boord te zetten voordat er veel schade aan de rompen (Jage's Dana de Mer is een catamaran) kon onstaan en op de motor heeft hij Antigua bereikt. Potverdorie, nog een dus. Een paar dagen later horen we dat zijn verzekering nieuw voor oud toepast en dat ze 30% van de schade die voorlopig geraamd is op 80.000 euro zelf moeten betalen. Dit komt overeen met een jaar reizen en slaat een serieus gat in hun budget en hun plannen. Geen fijn nieuws hoewel ze er zelf nuchter mee omgaan: baantje zoeken, boordkas aanvullen en verder gaan. Jage is scheepstechnicus en aannemer dus hij heeft wel in deze streken inzetbare kwaliteiten gelukkig.
De Dana de Mer net na de ontmasting
Voor dit matige weer hebben we qua eten een oplossing: een van de in Suriname gekochte blikken zuurkool gaat open en we maken een heerlijk stamppot met Surinaamse zuurkool, Dominicaanse aardappelen, Franse spekjes en Nederlandse jus. Na het eten gaan we nog even naar de wal en we komen mangoverkoper nummer 4 tegen. Wij:'We hebben voldoende fruit aan boord'. Hij: 'Ja maar deze zijn anders'. Wij: 'Ja, maar we moeten ze toch ook opeten'. Hij: 'Oh, ok...right'.  Of we dan hem gewoon wat geld willen geven. Maar dat doen we hier niet: dit eiland voorziet iedereen van voldoende voedsel en gebedeld geld gaat meestal alleen maar op aan drugs of drank.

Op vrijdag lijkt het weer wat op te knappen, gelukkig maar en ook nog om een speciale reden: Froukje vliegt zondag vanaf Guadeloupe weer terug dus we willen niet later dan zaterdag daar zijn. Volgens de modellen zou het vanaf vrijdag iets beter worden om op zaterdag echt wat rustiger weer te hebben. Dat dit bevestigd lijkt te worden is altijd fijn. We komen altijd wel op Guadeloupe, maar we willen ook graag een beetje prettig zeilen en de boel heel houden.
Zonsondergang in Deshais
Er zinkt een coaster in de haven: het schip ligt al jaren verwaarloosd voor anker en vandaag is de dag des oordeels. Vanmorgen lag ie er nog, en nu is ie weg dus. Via de VHF worden de coordinaten van het wrak (wat maar net onder water ligt) bekend gemaakt en deze zetten we zekerheidshalve maar even op whatsapp-groep van de Nederlandse boten voor hen die deze kant op komen. Je weet maar nooit hoe lang het duurt voor er een boei of baken boven wordt gelegd.

Onze zoektocht naar verse vis slaagt niet. De markt is net opgeruimd en ook bij de Indian River zijn de venters verdwenen. Als alternatief kopen we twee kilo kippenpoten bij de slager, ook lekker. Froukje gaat 's avonds nog op stap met Eddison: op vrijdag zijn er altijd feestjes op de wal. Anneke en Robert blijven lekker met de kinderen op de boot: morgen gaat vroeg de wekker en er zijn nog wat klusjes voor vertrek.
Amarinske
Als we zaterdag ankerop gaan lijkt het weer inderdaad weer wat rustiger maar nauwelijks de baai uit begint het weer hard te regenen, komt de swell om het eiland heen zetten en trekt de wind weer stevig aan. De hoop dat uit de invloed van het eiland alles beter wordt is ijdel: het blijft maar regenen en de wind wakkert weer aan tot een windkracht 6. Door de al dagen doorstaande wind loopt er ook een zeetje van ongeveer 2,5 meter dus het is een beetje hobbelen richting Guadeloupe. Robert houdt buiten in de regen wacht en en de rest is lekker beneden en gelijk hebben ze. Bij de Iles des Saintes regent het zo hard dat de eilanden zelfs op een mijl afstand nog niet te zien zijn. Het droge seizoen loopt van december tot mei, nou dus effe niet deze week.
Smikkel smikkel bij de pizzeria in Deshais
Maar goed het waait in ieder geval en rond het middaguur lopen we Basse-Terre aan de zuidkant van Guadeloupe aan. We maken vast aan de bunkersteiger en lopen naar de Capitainerie die gesloten blijkt te zijn in het weekend. Er kan wel een havenmeester gebeld worden maar dat doen we maar niet: voor hetzelfde geld is er geen plek en duurt het te lang en missen we ons window (als in: voor het donker) om nog naar Deshais te kunnen varen.

Wegwezen maar weer voor de laatste 20 mijl naar Deshais maar niet voordat de Betsy ook vertrokken is. Zij waren langszij gekomen om even uit te rusten van de pittige rit vanuit Dominica en gaan na het horen van ons verhaal ook verder naar Deshais. Later pas beseffen we dat dit 'de' Betsy was, oude vrienden van de Bojnagles: we maken VHF contact en brengen de groeten over van de Bojangles.
Snorkelvriendjes
Zeilend langs de kust van Guadeloupe is het water regelmatig bruin van de rivieren die uitmonden en nu vol zijn van het overvloedige regenwater. Edoch, het weer knapt langzaam op en we zien zowaar een zonnetje. Het is erg uitkijken voor kreeftenpotten en fuiken hier langs de kust, een van de redenen dat we voor donker in Deshais willen zijn. Als er wind is zeilen we zo snel als we kunnen, en anders draait de motor lekker mee en zo komen we rond half zes bij Deshais. De harde wind van de afgelopen dagen heeft zijn impact op de ankerplaats: het ligt er mudjevol met jachten zelfs tot buiten de beschutting van de baai en het vlaagt nog met 30 knopen windsnelheid door de achterkant van de baai heen.

We gaan op zijn Grutte Grize's de ankerplaats op: zo ver als mogelijk naar voren varen en dan zien we wel wie er nog meer zo dapper zijn om zo ver door te varen. Volgens de pilot liggen er naar voren bij het strand allemaal moorings, in beslag genomen door locals, met te weinig ruimte om ertussen te ankeren. Door het veld heen zigzaggend zien we de Novatrix, waarmee we later nog even contact hebben op de VHF: zij gaan morgen naar Antiqua dus we wisselen weer klassiek stuivertje. Voor de moorings is nog ruimte tot het strand, er ligt niemand, er staat 3 meter water, en de bodem is zand: check-check-check en 5 minuten liggen we als een huis en eerste rang op nog geen 50 meter van de dinghy dock en het stadje.
Overal schildpadden in Deshais
Na een aankomstborrel wordt een van de pizzerias (Le Metis) door ons onveilig gemaakt: heerlijk pizza's en een lekkere fles wijn. Zalig. Een beetje als afscheidsetentje met Froukje (snif, die vliegt morgen al weer naar huis) en nog voor Meike haar verjaardag. Op de kaart staan 'specials' waaronder een pizza met reblouchon, ui, spekjes, aardappel en creme-freche. Technisch gezien een pizza-tartiflette die Robert dan dus niet kan laten lopen gezien de status van tartiflette als signature-dish tijdens de ski-trips in de Franse Alpen. Hij smaakt heerlijk evenals de andere pizza's. Later horen we ook dat we de beste tent hebben uitgekozen. Na dit maal stort iedereen in een after-dinner-dip: een lange zeildag in nat en winderig weer en dan zo'n maal: het licht gaat bij iedereen snel uit als we terug aan boord zijn.

De volgende dag staat er een toegift van jewelste op het programma: het is eindelijk weer eens mooi zonnig weer en we blijken te hebben geankerd vlak naast een zeegras gebied waar het wemelt van de schildpadden. We snorkelen dat het een lieve lust is en zwemmen met en tussen de schildpadden. Robert probeert een huurauto te regelen om later op de dag Froukje naar het vliegveld te kunnen brengen maar er is geen auto beschikbaar. Ook de bus blijkt niet te rijden, hoewel dit volgens de dienstregeling wel zou moeten. Uiteindelijk regelen we bij het tankstation een taxi (of in ieder geval vervoer) naar het vliegveld: nood breekt wet hoewel we het helemaal niet erg zouden vinden als Froukje de vlucht zou missen.
De Grutte Grize in de baai voor anker
Toch is het dan om 15.00 uur zo ver. De tankstationbediende rijdt met zijn eigen auto (een knappe BMW, dat wel)  Froukje naar het vliegveld en ineens zijn we weer met zijn vijven. Werk is de beste afleiding dus gaan aan de slag met wat klusjes aan boord. Een daarvan is het vervangen van de brandstoffilters van de motor: deze start de laatste tijd steeds slechter hoewel ie eenmaal lopend het verder prima doet. Filters zijn verdachte nummer een. Robert krijgt de ontluchtingsschroeg op het fijnfilter niet los en wil de motor starten om de boel warm te laten worden in de hoop dat het dan wel loskomt en verhip de motor slaat even aan, en stopt dan weer om vervolgens helemaal niet meer te starten.

Na het vervangen van de filters lukt het niet om diesel vanuit de tanks naar de motor toe te 'primen' wat moet betekenen dat de opvoerpomp stuk is: en jawel, het pompje is overleden. Waarschijnlijk was het al een beetje stuk maar deed het nog net genoeg om als de motor eenmaal liep voldoende diesel op te zuigen maar was het niet meer in staat om de diesel helemaal door de lege afgetapte leidingen omhoog naar de motor te krijgen.
Het defecte pompje
Lekkere timing: als dat een dag eerder was gebeurt hadden we op zeil Deshais in gemoeten (niet erg, wel vervelend) of misschien het hele stuk vanaf Dominica zonder motor moeten varen (ook niet erg, maar nog vervelender). Nu liggen we veilig voor anker in Deshais hoewel we voor de zekerheid wel een plannetje hebben mochten we toch gaan krabben. Ook echt alleen maar voor de zekerheid: we hebben naar het anker gedoken en dit was volledig onder het zand verdwenen, dus krabben was zo goed als onmogelijk.

Tijdens het sleutelen komt de Umnyama ook binnenvaren en ze gaan op een wat ongelukkige plek voor anker. Via de VHF hebben we contact: Monique heeft al enkele dagen last van een hernia en Dick is nog met het anker bezig. Anneke en Robert gaan er even heen, stappen aan boord en helpen Dick met het verplaatsen van de boot zonder dat Monique haar rug hoeft te pijnigen. We dirigeren ze naar een plek dicht bij de Grutte Grize: mooi vooraan en lekker luw.


Een telefoontje op maandagmorgen naar Middelzee motoren in Sneek (dank !) bevestigt het vermoeden rondom de motor: het beeld past bij een defecte opvoerpomp. In Point-a-Pitre zit een Volvo Penta service center dus Robert stapt op de bus (nog steeds geen huurautos beschikbaar) naar de stad. Een uur en drie kwartier in de bus en nog een uur lopen later is hij net voor lunchsluiting bij het Volvo-center. De dame achter de balie zoekt het onderdeel op in de computer en verrek, het ligt gewoon op voorraad! 150 Euro lichter maar een onmisbare pomp zwaarder gaat Robert terug naar Deshais. Overigens ook een zorg lichter: als het onderdeel besteld had moeten worden hadden we wat langer dan gepland in Deshais gelegen, geen straf maar wel ten koste van de tijd op verdere bestemmingen.

Anneke heeft in de tussentijd school gedaan, lekker gezwommen en gesnorkeld en is op de wal als Robert uit de bus stapt. We spoeden ons terug naar de boot en een uur later zit de nieuwe pomp op de motor, is het systeem van diesel voorzien en ontlucht en start de motor de eerste keer en loopt weer als een zonnetje. Anneke heeft in de tussentijd het groffilter gerepareerd: de bevestigingsschroef was van het filterhuis losgescheurd (door Robert te strak aangedraaid, dom!). Job done, het wordt nog wel eens wat met onze zelfredzaamheid !'.
Umnyama loopt ons op, mooi foto's van elkaars schip maken
We klaren nog snel even uit om de volgende morgen naar Antigua te vertrekken. Deshais was een prachtige ankerbaai met een leuk stadje maar we willen weer verder. Met ons vertrekt ook de Ruby Tuesday, een van de boten uit onze Cruisers-appgroep die we ook al op de Canarisch hebben ontmoet. We wisten niet dat ze ook in Deshais lagen totdat we beide meldden dat we onderweg gingen.

Dinsdag (15 maart) gaat het anker om half acht uit de grond. Het waait 20 tot 25 knopen en er staat nog/weer een ruige zee: 2 tot 3 meter golfhoogte. Gelukkig is het ruim bezeild en komen de golven van opzij in dus het schiet wel op. Ongeveer halverwege loopt de Umnyama ons op en we maken foto's van elkaars boten op open zee: altijd leuk om uit te wisselen. De kinderen zitten aangelijnd op de kuiprand te wachten op elke volgende hoge golf die ze een zoute douche geeft: een leuk spelletje. Het vissen slaagt wederom niet: de haak blijft schoon. De mijltjes tikken vlot weg en rond twee uur lopen we English Harbour binnen.

Het is heel even spannend omdat er zoveel zee staat en er pas laat wat luwte van de wal komt: een onbekend smal gat aanlopen onder deze condities zet je altijd even op scherp. Het is geen Friesland met zompige veenbodem, maar keiharde rots en rif waar hoge zeeen op stuk lopen en waar je huis een bijna zeker einde vindt als je mis zit. Maar de aanloop klopt met de kaarten, we zitten er recht voor, en ruim voor de ondieptes luwt de zee en de wind en lopen we rustig de baai binnen.
Ankerpogingen genoeg, maar geen succes
Voor anker gaan kost wel nog even moeite: we willen ankeren in Freeman bay omdat de Dana de Mer en de Urchin daar ook liggen maar na zes pogingen geven we het op. Het ligt er al te vol, de wind is te fladderig om dicht bij het strand te ankeren, de hoek is zelfs voor ons te ondiep. We varen door naar Ordenance bay, iets verder naar binnen en maken vast met de achterkant een aan mangrove en met de boeg aan het anker. Een 'daalders plakje' hoewel de horren wel voor de ramen moeten zo met de kont half in het mangrove bos.
En dus maar in Ordenance Bay met de acherkant aan de mangroves
We liggen in een beroemde hurricane-hole en dit is ook te zien aan het allegaartje aan langliggers ('swallowed the hook' zoals ze hier zeggen) wat hier ligt tussen de passanten. We treffen hier ook onze oude Deense vrienden van de Gorm de Gamla uit Santa Cruz weer: gezellig en Jage had ons binnen zien komen en komt al vast even langs om hallo te zeggen. Later gaan we met de dinghy naar Freeman Bay om Nick op te zoeken, een van de aussies uit onze groep die hier een baantje heeft in de lokale strandbar. Hij serveert ons heerlijke Frozen Pina-Coladas en kan kennelijk naast zeilen ook cocktails maken.

Op de terugweg naar onze boot zien we vinnen in het water: er zwemt een groepje dolfijnen rond in de baai en ze zijn totaal niet schuw: met de dinghy kunnen we heel dichtbij ze komen en op enig moment zwemmen ze zelf voor ons langs en onder ons door. Wat een prachtig schouwspel.
Dolfijen in de baai

En we mogen aardig dichtbij komen
 We slapen heerlijk in de beschutting van de mangrove en beginnen met het vaste ritme aan de dag: koffie, school terwijl Robert gaat inklaren en daarna de hort op. Bij de immigratie treft Robert de crew van de Inish die we eerder ontmoetten op Guadeloupe. Ze hebben fotos gemaakt van onze aankomst omdat ze toen net boven bij het fort stonden en zullen ze toemailen. Bij de douane is ook een groep Denen aan het inklaren en ze gedragen zich zo ongepast dat de ambtenaren er flauw van worden: overal grapjes over maken, niet opschieten, papieren niet bij zich hebben etc. Het lijkt alsof ze zich zelf er niet bewust van zijn hoe irritant de officials ze vinden, heel apart, vooral omdat dit niet de eerste plek is waar ze moeten inklaren en dit toch vaker tot problemen moet hebben geleid. Misschien waren ze wel dronken, hoewel, om 10.00 's ochtends?
Sommigen roeien naar de overkant
Op de terugweg van het inklaren komt Robert langs een 'longstay' boot waar ze proberen een motorsloep op een drijvend pontonnetje te takelen. Ze doen dit met een val naar de boot maar het lijkt niet te lukken. De sloep ligt met de boeg op het ponton en de achterkant in het water en begint over te hellen en dreigt van de ponton te glijden. Of Robert met de dinghy aan de zijkant wil duwen om dit tegen te gaan. Het duwen helpt niet: de boot maakt water over de achterkant, loopt vol, kapseist en zinkt af. En dit alles met de 85Pk outboard erachter en spullen erin. De buurman merkt fijntjes op 'I know you're not keen on getting any advice from me at this point, but that was a rather stupid idea to try and hoist the boat like that'. Tja, Britten onder elkaar kunnen dat van mekaar hebben kennelijk. En het was inderdaad aardig stom. Na het helpen met het verzamelen van alle drijvende spullen (flippers, dozen, flessen, kussens) houdt Robert het voor gezien. De eigenaar runt een duikbedrijf en later zien we dat hij schip zelf weer boven water brengt met wat luchtzakken en handigheid. Dat dan weer wel, hoewel het conditioneren van de motor nog een aardige klus zal zijn na een uurtje onderdompeling in zout water.
Een van de oude panden in Nelson's Dockyard
In de middag bezoeken we Nelson's Dockyard: heel English Harbour is een openlucht museum. Dit was vroeger de belangrijkste haven voor de Britse Oost Caribische vloot waar schepen schuilden voor hurricanes, werden gerepareerd en bevoorraad. Een groot deel van de gebouwen staat er nog en is enkele jaren terug gerestaureerd. Erg leuk en vooral ook erg Engels.
Op de Pigeon trail

De trail biedt mooie uitzichten over English en Falmouth Bay
 Vanaf hier start ook een trail (wandelpad) naar Pigeon Beach en we lopen het pad uit tot aan het strand. Het voert langt prachtige gezichten over de baaien en over de zee en hier en daar moeten we een beetje klimmen over stenen en rotsen. Bij Pigeon Beach is het heerlijk zwemmen en via de normale weg lopen we via Falmouth weer terug naar English Harbour.

En een verkoelende duik op Pigeon Beach

De beroemde pillars bij de Admirals Inn

De officiersverblijven
Hier treffen we Douglas, de schipper van de Blue Zulu, ook een oude bekende van de Canaries, die op een lift wacht naar de Dana de Mer voor een sundowner. Hier sluiten we ons graag bij aan en met zijn zessen tuffen we naar de Dana waar al een klein feestje aan de gang is: ze hebben vrienden over uit Canada. Ze zouden eigenlijk invliegen op de BVI maar na het mastincident hebben ze de tickets omgeboekt naar Antigua. En zo zie je maar dat een probleem soms zo groot is als je wilt dat het is.
Ties en Amarins beschieten superjachten vanaf Berkeley Point
Wij gaan weer vlot op pad: vrijdag zeilen we naar St Johns, de hoofdstad van Antigua om daar boodschappen te doen en dan door te varen naar Barbuda.

In St Johns kunnen we aan de kade, dat is lang geleden !






1 opmerking:

  1. Anneke ik mis je erg als pshygpologe.gaar helemaal niet goed met me. Ga nu naar Lentis.Nou goede reis terug en hoop je nog eens te spreken.grote Piet de Graaf

    BeantwoordenVerwijderen