donderdag 8 september 2016

De andere kant van Portugal

Het is nog even wennen aan het nieuwe regime: acht uur de wekker, ontbijt en dan om negen uur beginnen met school. Als we rond de middag klaar zijn met school gaan we op schoolreisje naar Lissabon. Er hoeft geen bus voor te rijden en verstoppen onder de banken is ook niet nodig: vanuit onze haven Doca deAlcantara lopen we in een half uurtje naar het oude centrum van Lissabon.

Onderweg naar de stad


Lijn 28

De trouwjurk van de Paus en de reservemijters van Sinterklaas (volgens de kinderen)
 Halverwege lunchen we ergens. Robert vraagt of de visschotel lekker is en de serveerster zegt van wel. Na een paar happen (quote: hmmm, smaakt goed) ontdekken we dat de deegballetjes vol zitten met mini-tentakeltjes van inktvis. De eetlust neemt hierdoor iets af.

In het centrum van Lissabon gaan de kinderen pootjebaden aan de oever van de Taag. Een paar echt hoge golven die hoog de trappen op komen zorgen voor onverwachte verkoeling. Gelukkig is het droogzaam weer: volop zon, een windje en zeker 35 graden.

Aan de oever van de Taag
We bezoeken het kasteel Sao Jorge. Je hoort hier eigenlijk met tram 28 heen te rijden maar deze lijn is zo stampvol dat het niet mogelijk is om aan boord te komen.

De wandeling langs het tracee is gelukkig ook mooi en brengt ons nog langs een opgraving van een Romeins theater uit de tijd van Keizer Augustus. Gebouwd dus in opdracht van dezelfde keizer die ook de bijbelse volkstelling heeft afgeroepen. Zulke theaters werden aangelegd om de regio te civiliseren wat uiteindelijk met Lissabon dus best aardig gelukt is.

De opgravingen van het theater
Het theater was bloot komen te liggen na de grote aardbeving in 1755. Toen hebben ze ‘het gat’ weer dicht gegooid want er was belangrijker werk te doen. Pas in onze tijd hebben ze de opgraving weer geopend en nu zijn ze bezig het theater te reconstrueren. Het ligt middenin de stad, tegen een heuvel vlakbij kasteel Sao Jorge.

Nooit geweten dat Pauwen in bomen leefden
Kasteel Sao Jorge is prachtig: op deze heuvel wonen al sinds de IJzertijd mensen. In de Moorse periode werd een eerste verdedigingswerk gebouwd wat al in 1147 werd veroverd door Dom Alfonso Henriques, de eerste koning van Portugal. Het werd in gebruik genomen als centrum voor de macht: de koning, het militair bestuur en de bisschop.

Uitzicht vanuit de vesting
We lopen vanaf het kasteel door de oude binnenstad terug naar de rivier. Dit brengt ons door een wijk waar veel Fado wordt ‘beoefend’, al doet het wat meer toeristisch aan dan authenthiek. We treffen een straatverkoper die ooit een week in Rotterdam is geweest en maken een praatje over Portugal, Portugees en nog wat koetjes en kalfjes. De kinderen mogen van hem gratis een mooie armband uitzoeken: een souvenirmet een verhaal dus en dat zijn de beste.

Duiventil de-luxe
Trams en tuk-tuks. Dat is ongeveer bovengronds public transport in Lissabon
 Verderop in de stad kopen we Pasties de Bélem, het beroemde gebak wat je niet mag laten liggen en we zien een aantal winkels die enkel en alleen ingeblikte vis verkopen. Een zaak spant de kroon: er wordt enkel ingeblikte paling verkocht à 15 euro per blik van 300 gram. Ties en Robert proeven in de zaak en het valt niet tegen, maar het smaakt toch niet voor 15 euro en als Nederlander zijn we ook wel wat verwend met verse paling dus we slaan deze maar over.

Paling, paling, en nog meer paling
 ‘s Avonds laat komen we terug in de haven. In de nabij gelegen club/bar staat een DJ op een buitenpodium wat in te draaien: dat belooft nog wat. En jawel, tot 4 uur ‘s ochtends worden we getrakteerd op stampende house. De DJ draait erg goed, dat wel, maar qua nachtrust is het wat minder. De zegeningen van een haven middenin in de stad.

Steil omhoog
  We besluiten om de volgende dag na school richting Oeiras te zeilen: deze haven ligt net buiten de stad en beschikt over een groot buitenzwembad. We zeilen de rivier af en moeten nog even aan de bak op het laatste stukje voor Oeiras. De wind haalt nog aan tot een 25 knopen en de nauwe haveningang met veel dwarsstroom maakt het af. Het is net Vlieland, hoewel het houten havenhoofd van Vlieland iets meer meegeeft dan de stenen van Oeiras: even extra opletten dus.

Goodmorning Sir, your bread - loving it


Binnen maken we even vast aan de meldsteiger: de havenmeester heeft plek voor 1 nacht en of we na morgen kunnen blijven liggen is nog afwachten. Daarom doen we even efficiënt: de kinderen duiken nog gauw het zwembad in, Anneke draait een paar wassen en we treffen de Agaath met wie we ‘s avonds gezellig een borrel doen.

‘s Ochtends is er nog een fijne verrassing: elke dag om half negen worden verse broodjes aan boord gebracht: een complimentary service van de haven voor elke passant. De havenmeester(es) komt langs en vertelt ons in het Nederlands dat ze een plekje hebben voor de komende dagen. Ze heeft twee jaar Nederlands gestudeerd aan de uni in Lissabon. Handig !

Bezoekende jachten maken hier ook een muurschildering net als in Horta - wannabees :)
 Voor het havenkantoor ligt een (dode) grote kakkerlak: vanaf nu doen we onze schoenen uit voor we terug aan boord komen en zijn we voorzichtig met het aan boord brengen van boodschappen in papier of karton: weliswaar hebben we in Dartmouth van Stef en Manon bestrijdings-doosjes gekregen, maar voorkomen is beter dan genezen.

Fonteintje in het stadspark van Oeiras
Het programma van de volgende dagen is eenvoudig: school en zwemmen. We ontmoeten de ‘Emerald Bay’, een Engels/Canadees jacht op reis voor onbepaalde tijd. Het klikt erg goed tussen de ouders, maar nog meer tussen hun dochters Poppy en Phoebe en onze kinderen: ‘s ochtends is er rekenen en taal en ‘s middags Gymnastiek en Engels (oftewel zwemmen met Engelse kinderen).

Het zwembad beschikt over 4 duikplanken variërend in hoogte van eentje van een meter tot een van 10 meter. Uiteindelijk gaan alle kinderen van de een-na-hoogste af, toch nog een meter of 7 hoog. Ties en Amarins staan nog op de allerhoogste maar doen dat uiteindelijk maar niet. 

Van onderen

Brrrrr hoog. Met Poppy en Phoebe bij de hoogste plank

Amarins er achteraan


We hebben op andere blogs gelezen dat vetrekkers lang in Oeiras blijven plakken en kunnen ons dit levendig voorstellen: beetje zwemmen, praatje hier en praatje daar, en het leven is goed. Bij ons begint het echter te kriebelen en ook de rekening loopt aardig op. Portugese marinas zijn niet bepaald goedkoop.  Bovendien hebben ze hier ook een 5/7 deal, dus de verleiding wordt te groot om na drie dagen er meteen ook zeven te blijven liggen. (ja toch?).

Op zaterdag aan het eind van de dag schuiven we op naar de ankerplaats van Cascais om vanuit daar op zondagmorgen los te gooien voor de Algarve: ongeveer 120 mijl varen dus weer een nachtje door. We gooien ‘s ochtends vroeg los om beide kapen op de route in de ochtend te ronden, eentje een paar uur na vertrok en Sao Vicente de volgende morgen.

Om de hoek ziet de kust er heel anders uit
 Dolfijnen vergezellen ons, de sterrenhemel is prachtig en de wind is ons goed gezind dus de tocht zuidwaarts verloopt prettig en voorspoedig. In de loop van de nacht zien we op de AIS dat de Tsuru ook een mijl of 30 achter ons vaart. De Agaath bleef nog even in Oeiras vanwege een defecte koelkast die eerst gerepareerd moest worden. De Emerald Bay gaat onderweg naar Madeira, hopelijk en waarschijnlijk zien we die weer op de Canaries.

Om 6 uur ‘s ochtends ronden we Kaap Sao Vicente (de uiterste zuidwest punt van Portugal) en hoewel vroeg in de ochtend accelereert hier de wind ook weer tot een 25 knopen: het advies is niet voor niets om hier ruim te ronden en bij voorkeur ‘s ochtends er langs te komen. We surfen en stuiven de hoek om en meteen laat Portugal zijn andere gezicht zien: de watertemperatuur vliegt omhoog naar 25 graden, de ochtendwind is warm en het ruikt anders. We varen niet alleen geografisch maar ook klimatologisch een nieuw gebied in.

En het water is op slag een stukje warmer
 Het oorspronkelijke plan was om naar Baleeira te gaan maar eenmaal voor anker daar bevalt het niks: het is een kale blokkenhaven en het ligt niet rustig, Robert vindt het er stinken naar rioolwaterzuivering en bovendien liggen we dicht bij een Franse catamaran die in A Coruña stiekem zijn walstroomstekker met de onze heeft verwisseld zodat hij wel weer stroom had en wij niet meer. Binnen 10 minuten zijn we weer anker op om de laatste 20 mijl naar Alvor te zeilen.

En bij Lagos is de wind is eruit
Onderweg naar Alvor komen we tonijnnetten tegen, een nieuw fenomeen. De boeitjes die krabfuiken markeren zijn al vervelend als ze in je schroef komen, maar honderden meters drijvend tonijnnet is nog van een andere orde. Even goed opletten dus hoewel je niet zal verhongeren mocht je er een tijdje in vast blijven zitten. (all-you-can-eat-as-long-as-you-want-sushi).  

 De kortste route brengt ons tussen de kust en deze tonijnennetten door en zo dicht langs de kust kunnen we mooi de veranderde gesteentes een bebouwing zien. We zijn duidelijk ergens anders. We varen dicht langst de grotten bij Lagos die je per kayak, sup (of gewoon met je bijboot) kan verkennen.  Dat gaan we later zeker nog doen.

Alvor ligt aan een lagune vlak bij Lagos. Als je binnenkomt waan je je op de waddenzee in het klein: banken, geultjes, stroompjes. We komen 1 uur na laag water binnen en kunnen daardoor heel goed zien waar we wel en niet langs moeten. De enige groene ton bijvoorbeeld kun je maar beter bakboord laten liggen. Aan het einde van de lagune ankeren we voor Alvor en we liggen prachtig. 

Een stukje van de  lagune
School was vanwege het nachtje doorzeilen naar de middag verplaatst maar direct hierna gaat Robert met Ties en Amarins met de dinghy de lagune in. Op een net nog droog liggend plaatje duiken ze het water in: wat een ervaring: warm en helder, het eerste echte warme zwemwater. Ties en Amarins kraaien het uit van vreugde: eindelijk warm water, nooit meer weg willen, alle registers gaan open.

In de avond verkennen we het stadje: het blijkt super toeristisch en vooral gericht op Engelsen. Irish pubs, pubs met grote tv schermen met voetbal en cricket en alle menu’s in vier talen. Het contrast is dus groot: de lagune met vogels, kreken en platen en het stadje met zijn toeristenbars. Mischien is dit wel typisch Algarve: toeristische badplaatsen neergegooid middenin een mooi oud landschap. We zullen het de komende weken gaan ontdekken.

Dikke lol - 'Just Dance' op de WII
De volgende dag is de schooldag weer gewoon in de ochtend. Robert doet het rekenen met Amarins omdat drie kinderen les geven nu even wat veel is voor Anneke in haar eentje. Zowel Ties als Amarins hebben wat meer begeleiding nodig met rekenen om de basisvaardigheden nog wat extra op te krikken na de lange zomervakantie en ook de kop staat er nog niet altijd goed op om lekker op te kunnen schieten dus we doen het even samen. Meike vordert voorbeeldig en is elke dag als eerste klaar: wat een goede werkhouding en een zelfstandigheid spreidt die ten toon. Voor ons op zich geen verrassing maar toch bewonderenswaardig.

Op woensdag komt ook de Tsuru binnen (na een vastlopertje door de groene boei wel aan de ‘goede’ kant willen ronden). Zij hebben een nachtje in Lagos gelegen om vandaag met opkomend water de lagune aan te kunnen varen. Robert gaat ‘s avonds met Michel naar Alvor en ‘s avonds is het net Mediterraan Spanje: drommen Engelsen door de kleine straatjes en alle restaurants, terrassen en bars vol. We strijken neer bij de Irish Bar van Keith Harris die daar zelf elke avond zingt. (een soort Bolle Jan). Hij blijkt een voormalig West-end acteur te zijn, net als zijn vrouw en hij is hier met zijn gezin blijven hangen om een kroeg te starten waarin ie elke avond een moppie kan zingen. Dat zingen doet ie dan wel weer goed en het volle terras loopt met hem weg: na elke lied wordt er geapplaudiseerd en ‘fans’ lopen even naar hem toe voor een hug of een zoen.

Bosbrandje, 's morgens is ie nog veel groter en is het licht oranje-achtig in de haven
SMS ‘zomer aan’ naar….en zo begint er weer een nieuwe dag. Koffie in de kuip, ontbijt, school en daarna weer lekker zwemmen of buurten bij een andere boot. Op woensdagavond zien we in de heuvels verderop een grote bosbrand met bijbehorende oranje rookpluim die gelukkig niet naar ons toe lijkt te waaien. Maar als we ‘s ochtends wakker worden vinden we de hele boot onder de as. Bij het daglicht is niet goed te zien of de brand zelf nog woedt ook omdat het uitzicht op de heuvel door de rook wordt ontnomen. We wachten nog maar even met afputsen van de boot.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten