dinsdag 29 augustus 2017

Grutte Grize niet meer te koop voor nieuwe avonturiers

'Verkoop je de boot als je terug bent ?', werd er vaak gevraagd. En het antwoord was een resoluut nee. Maar inzichten veranderen: Anneke en Robert druk met werk, Meike naar de middelbare school, hockeyen en Fries leerorkest in het weekend. Ook wij gaan de nautisch donkere jaren in. Nou ja, zo erg is het niet, maar we verwachten wel een stuk minder te kunnen varen dan eerst. En dat geldt zowel prive als met Zeilenderwijs. En dan is het wel wat zonde om zo'n groot jacht voor de deur te hebben liggen. Daarom is de Grutte Grize beschikbaar voor een volgende lichting avonturiers en gaan wij op zoek naar iets kleiners, trailerbaars en met wat minder financiele footprint.

 Bij deze dus:



Zeer compleet uitgeruste Ovni 435 uit 2002.

De Ovni 435 is de perfecte blue-water cruiser. Comfortabel zeegedrag, veel ruimte en daglicht binnen en super robuust. Door het midzwaard en ophaalbaar roerblad kan de boot op zeer ondiep water (80cm) varen en rechtop droogvallen. Het perfecte schip voor lange reizen of om de ondiepe Europese kusten te bevaren.

Deze Ovni 435 is uitgerust voor een volgende lange reis: (Wij zijn net terug van een rondje Atlantic en het schip heeft zich fantastisch gehouden, zie www.gruttegrize.blogspot.nl.) windvaanstuurautomaat, SSB radio met Pactor modem, zonnepanelen, windgenerator, EPIRB, RIB, reddingsvlot etc.etc.

Het schip verkeert technisch in een goede staat maar het verfsysteem is matig. Daarbij moet de ankerlier vervangen worden en is een roerlager en stuurstangkogel versleten. Ook mag het buitenlager van de schroefas wel vervangen worden en is het schip aan nieuwe antifouling toe. Om deze reden bieden we deze Ovni voor een zeer scherpe prijs aan.

Vraagprijs: EUR 182.500 BTW betaald / EUR 151.000 ex BTW

Algemeen:

Ovni 435, Grutte Grize, lengte 13.37, breedte 4,22 m, diepgang 0.80 – 2.54 m, bouwjaar 2002, 4 hutten, 2 natte cellen, betimmering eiken, 8(+1) slaapplaatsen,  elektrische ankerlier (defect), hydraulisch ophaalbaar midzwaard en roerblad.

Motor:
Volvo Penta D2-55 , 55 pk, diesel, verbruik ca. 2,5 liter/uur, schroefas, 3 blads vaste schroef, 2 dieseltanks totaal 240 liter.

Nautische apparatuur:
Raymarine ST60 Diepte, Log, Wind, Raymarine E7 kaartplotter, OceanSat Class-B AIS, Furunu GPS/Plotter, Furuno Radar, Raymarine DSC VHF, ICOM M802 SSB met ICOM AT140 tuner en SCS Pactor III modem, L&S hydraulische autopilot met binnen en buitenbediening, Windpilot Pacific windvaanstuurautomaat met Raymarine ST1000 tillerpilot voor licht weer, EPIRB, radio/CD speler met buitenspeakers, LED 3-kleur/ankerlicht.

Overige apparatuur:
3 serviceaccu’s totaal 315 Ah (2017), Waeco omvormer 2000 watt (2015), 200 Watt zonnepanelen, Rutland 913 windgenerator, gas/rook melders, 3 brandblussers, Isotherm koelkast

Tuigage:
Grootzeil (2014) geheel doorgelat, genua (2016) op rolinstallatie, kotterfok, gennaker, stormfok, reservegrootzeil, reservegenua, bimini, zonnetent vanaf mast tot achterschip, grootzeilhuik (2014), buiskap (2014), rolgenuahoes (2014).

Overige
30 Kg Bruce anker, 90 meter 10mm ketting, Danforth 15 kg anker, Lofrans ankerlier (motor defect) met Lewmar afstandsbediening, Zodiac Yachtline 310 RIB met Mercury 4pk, 4 persoons reddingsvlot (gekeurd in 2016), diverse reserveonderdelen, LED binnenverlichting, kuipkussens.

Gas-water-comfort:
2 watertanks totaal 600 liter, warmwater via boiler op motor en 220V, douche binnen, douche buiten, vuilwatertank, gasbun, Webasto heteluchtverwarming (diesel)











































dinsdag 15 augustus 2017

Technisch retroperspectief

Technisch retroperspectief: dat klinkt duur maar is het niet. Voor vertrek hebben we veel tijd besteed aan voorbereiding, uitrusting en onderhoud. Nu kunnen we terugkijken.

Eerst maar een 'wat ging er stuk', in volgorde. We houden ons bij de grote zaken, er waren natuurlijk talrijke kleine dingetjes die hier en daar gefixt moesten worden: een lijntje, een latje, een lampje, een naadje in een zeil etc.

1. De clutch van de autopiloot in Engeland.

Op de Scillies moeten wachten op een onderdeel wat we eigenlijk in Nederland al hadden moeten vervangen omdat het een standaard service onderdeel is. Stond op het 'to do' lijstje maar uiteindelijk niet gedaan. Eigen schuld dus. Gelukkig hebben we meest op de windpilot gevaren dus het was niet erg.

2. De volvoseal schroefafdichting.

Op de Scillies kwam de schroefas los van de keerkoppeling omdat de bouten losgetrild waren. Hadden gelukkig een nieuwe bij ons die er in een uurtje op zat, drooggevallen langs de kade. Hebben ons in Nederland niet aan de aandraaimomenten gehouden (geen momentsleutel) en daarom is de boel losgekomen. Eigen schuld dus.

3. Zoutwater pomp kombuis.

In de Carieb ging ie lekken en er bleek een scheurtje in het pomphuis te zitten. Nieuwe mee laten nemen door Heit en Mem omdat de pomp in Nederland de helft kost van dezelfde in de Carieb. Typisch zo'n onderdeel wat heel veel gebruikt wordt op zo'n trip dus geen verrassing. Ook geen probleem: zoet water gebruiken of even een putsje zout.

4. Stuurboord vallier.

In de Carieb draait Robert door de versnelling heen, een tandwiel breekt in 3 stukken. Kunnen de vallen omleiden naar bakboord dus geen acuut probleem. Volgens Harken kan zo'n gear niet stuk, dus wel. Nieuwe gear laten opsturen naar Heit en Mem die 'm meenemen naar St Maarten. Als we in NL de lier helemaal uit elkaar hadden gehaald in plaats van alleen de te smeren onderdelen hadden we gezien dat de passing van de pal bij de gear te ruim was (door slijtage). Hierdoor draaide de pal klem tussen de tandwielen waarna de boel stuk ging. Op St Maarten de passing weer kleiner gemaakt en de nieuwe gear erin, probleem opgelost.

5. Brandstofopvoerpompje stuk

Op Guadeloupe wil na het vervangen van de brandstoffilters het opvoerpompje niet meer werken. Gelukkig hebben ze in Point-a-Pitre een Volvo Service Center met een nieuwe op voorraad. 5 uur met het OV heen en terug maar in een uurtje zit de pomp op de motor en draait alles weer als nieuw. Dit pompje is een serviceonderdeel wat we eigenlijk in NL al hadden moeten vervangen gezien het aantal draaiuren van de motor. Bovendien kregen we al een tijdje een waarschuwing (snappen we nu achteraf) dat het pompje niet meer optimaal was: de motor kwam na lang niet gelopen te hebben slecht op toeren direct na het starten. Eenmaal draaiend was alles pico-bello. In hindsight de symptomen van een bijna defecte opvoerpomp. Was dus te voorkomen geweest.

6. Lichtaccus gaan stuk.

In NL hadden we gezien de levensduur (7 jaar) eigenlijk de licht-accu's al willen vervangen maar we hebben dit niet gedaan omdat ze nog prima leken. Op St Maarten geven ze definitief de geest waarna we ze ter plekke vernieuwden. Hadden we veel eerder moeten doen: nu pas valt op hoe veel capaciteitsverlies ze al hadden vergeleken met de nieuwe. Jammer dat het op Sint Maarten moest hoewel ze uiteindelijk niet veel duurder waren dan in NL.

8. Ankerlier hapert.

Vanaf de laatste week op Sint Maarten hapert de ankerlier soms. Na een slag met de hand doet ie het dan weer goed. Robert haalt het bovendekse deel uit elkaar en maakt dit schoon en hierna is de hapering minder frequent, maar het probleem zit onderdeks in de motor (koolborstels of stator). Een winterklus. De ankerlier is typisch zo'n onderdeel wat tijdens een lange reis ongelofelijk veel gebruikt wordt, niet raar dus.

We kunnen concluderen dat we hadden kunnen voorkomen dat een aantal dingen stuk ging (automaat, volvoseal, lier, opvoerpomp, accus) als we (toch) voor vertrek deze hadden vervangen of ons aan de onderhoudsrichtlijn hadden gehouden. Het zijn de zaken die onderaan ons lijstje stonden en die het uiteindelijk niet gehaald hebben die voor de problemen hebben gezorgd. Nou ja, problemen, niets was onoplosbaar, maar toch. Voor de volgende keer: het hele lijstje afwerken !


Dan over de uitrusting: wat zouden we wel en niet meer doen?

1. Chinese ledlampjes voor binnen

Niet meer. We bestelden er 30 voor 15 dollar en hebben ze alle 30 verbruikt. De redenatie was dat je ze voor 50ct het stuk best wat vaker mocht vervangen. Maar de goedkope lampjes kunnen dus inderdaad niet tegen de spanningswisselingen op een boot en gaan aan de lopende band stuk. Op de Canarisch goede gekocht en die doen het nog zoals het hoort.

2. Windgenerator

Omdat we 'm voor 250 euro konden kopen wel, maar hadden we de volle mep moeten betalen niet nog eens. Op luwe ankerplekken en bij downwind zeilen levert het niet zo veel op. Pas in de Carieb hadden we er wat aan omdat het meestal op de ankerplek ook wel waaide. Zouden de volgende keer ons geld uitgeven aan meer zonnepanelen.

3. Windvaanstuur

Absoluut topding. Geen herrie, geen stroomverbruik en zeer betrouwbaar. Na de Azoren werden de delrin-lagers wat ruim rond het windblad, en we hadden geen nieuwe bij ons. Peter van Windpilot stuurde na aankomst in Nederland direct en gratis nieuwe op. Ook nog topservice dus.

4. Koelkast

Volgende keer investeren we in een betere isolatie. De koelkast was stroomgebruiker nummer 1. Hebben 'm nooit uit hoeven zetten dat dan weer niet.

5. Satfoon en HF radio

Volgende keer dezelfde set-up. De Satfoon voor noodgevallen en voor mee in het vlot, of een gezellig belletje met thuis vanaf de ocaan. De HF radio voor onbeperkt mailen, weerberichten en kleppen met de boten om ons heen.

6. Bilge-alarm

Hebben we niet, stond wel op een lijstje. Tijdens het zeilen tilden we bij elke wisseling van de wacht even een vlonder op om te checken of alles nog droog was onder de vloer. Een automatisch bilge-alarm had dit overbodig gemaakt, en bovendien kan je al een aardig probleem hebben als je al een paar uur water aan het maken bent zonder dit te merken.

7. Accu-monitor

Hebben we niet, stond wel op een lijstje. We gebruikten de voltmeter om de conditie van de accu's te monitoren. Dit werkt aardig maar wordt beinvloedt door zonnepanelen en windgenerator die ook laden of gebruikers die aanstaan. Veel beter is een monitor die aantal Ah's in- en uit- meet zodat je echt weet wat er gebeurt. Komt de volgende keer zeker aan boord.

Dan nog iets over hygiene en gezondheid:

Iedereen is gezond en wel gebleven tijdens de reis. Enige probleem was een rood oog van Amarins in Engeland en een schimmelinfectie in het oor van Meike in de Carieb. Wat er in aardige hoeveelheden doorheen ging was anti-bacteriele zalf (fusidine zuur) die we op wondjes smeerden. De neiging tot ontsteken is vele malen groter dan thuis (warmte, vocht) merkten we dus we moesten wondjes goed in de gaten houden en op tijd smeren.

Om de boot van binnen schoon en droog te houden hadden we de regel dat niemand zout in bed ging. Na zwemmen werd er altijd afgespoeld met zoet water. Tijdens de oversteken wasten we om de dag, en meestal gunden we ons halverwege een douchebeurt.

Beestjes aan boord hebben we twee keer gehad. Ondanks kakkerlakken regime hebben we na de Canaries een paar keer een (kleine) kakkerlak aan boord gezien. Met de nodige bestrijdingsdoosjes was dit snel voorbij gelukkig. De doosjes hebben we de hele reis laten staan en waar nodig ververst, geen kakkerlakken meer gezien op de boot.

In het meel dat we op de Kaap Verden kochten hebben waarschijnlijk eitjes van een snuitkevertje gezeten die we dan ook daarna vonden in andere meel, maar ook in zakken aangebroken pasta. Na het weggooien van besmette pakken meel en het grondig reinigen en met insecticide sprayen van bilge en kombuis was het probleem over.

Over het bewaren van voedsel aan boord

Op de Canaries hebben we groot boodschappen gedaan om voldoende ijzeren voorraad aan boord te hebben. Het resultaat was twee keer met een auto vol terug naar de boot (crackers, meel, cornflakes, conserven, water, UHT melk, rijst, pasta en nog heel veel meer. Van de conserven is alles nog zo'n beetje aan boord: we konden overal verse groente en fruit kopen en de gebruikte pasta, rijst en melk aanvullen dus we hebben de ijzeren voorraad nauwelijks aangesproken.

Ook op de oversteken hebben we altijd vers gegeten omdat het lukte om voldoende gebalanceerd vers in te kopen en te bewaren. Hoe deden we dat:

- vlees namen we altijd maar voor 3 of 4 dagen mee om geen risico op bedorven eten te nemen (verpakte spekjes en ham uitgezonderd, dat konden we langer bewaren).
- kaas en kruidenkaas was in de koelkast tot wel een maand te bewaren
- paprika en wortel lieten zich alleen in de koelkast goed bewaren, erbuiten werd het snel smudsig
- groene en rode kool bewaarden we ook in de koeling en bleef meer dan een maand goed
- eieren draaiden we om de zoveel dagen even om en bleven zo buiten de koelkast weken goed
- aardappel, ui en knoflook bewaarden we in een krat in de opbergruimte en bleef wel 2 maanden goed
- citrusfruit bewaarden we in een andere krat in de opbergruimte en bleef maanden goed
- appels, prei, tomaat, komkommer, pompoen, courgette, ananas, meloen, bananen en wat al niet meer lokaal te krijgen was bewaarden we in hangende netten in de salon en opbergruimte en aten we op in volgorde van rijping / houdbaarheid.
- de absolute bewaartoppers waren pompoen (maandenlang en lekker in veel gerechten) en sinasappels (Canarische sinasappels waren 4 maanden later in de Carieb nog goed)
- voor het meel kochten we onderweg plastic bussen. Dit werkte erg goed omdat je kan zien of het meel schoon blijft.

Op de groenten- en fruitmarkten probeerden we altijd zo groen mogelijk in te kopen en risico te spreiden door bij meerdere zaken te kopen. Dat ging dus altijd goed. Op Sint Maarten was alleen bij de Carrefour goed AGF te krijgen, zij het allemaal ingevlogen en dus gekoeld. Toch ging ook dat goed qua houdbaarheid (hadden we niet verwacht).

Over drinkwater

Vanaf de Canarische eilanden ga je betalen voor drinkwater en vaak ook best veel. Het vullen van 600 liter aan tanks kostte ons vaak 10 tot 15 EUR (KaapVerden, Martinique) tot soms wel 25 EUR (Grenadines). Niet gering dus. De op de Canaries gekochte 8-liter flessen drinkwater vulden we steeds bij waar mogelijk. Vanaf de Azoren was water weer gewoon gratis (en lekker), heerlijk.

We dronken gewoon uit de watertanks. Het installeren van een koolstof filter in de kraan in de kombuis zorgde dat we altijd goed drinkwater hadden. Wel moesten we veel vaker de filters vervangen dan we gedacht hadden (elke maand zo'n beetje) maar de filterelementen zijn gelukkig niet duur.

Over afval

Nu gaan we geen vrienden maken: als we bij land waren ging alle afval natuurlijk naar de inzameling op de wal maar hoe doe je dat op zo'n oversteek? Nou, op plastic na gooiden we alles over boord (papier, glas en blik dus). Plastic verknipten we in kleine stukjes om die vervolgens in een grote (lege) drinkwaterfles te doen. Beetje aanstampen af en toe en je vult 2 of 3 flessen tijdens een oversteek die je bij aankomst op de wal in vuilnisbak gooit. Bij een volle fles de dop erop en je hebt geen last van stank of bacteriën.