zondag 29 januari 2017

Outdoor Tuindorado

Na een fijne week op Tobago maken we ons klaar om vandaag te vertrekken richting Grenada, het eigenlijke begin van de Carieb. We verzamelen wat kleren en schoolspullen voor Eva, het dochtertje van de uitbater van een van de snacktentjes op het strand en geven dit af aan Sonson, haar buurman.
,
Kijkje op Pirates Bay
 Robert geeft de laatste TTD's uit in de winkel en klaart uit bij Douane en Immigratie. Dit gaat deze keer iets minder vlot: het duurt ruim een uur voor de immigratieoffiier er is. Eenmaal gearriveerd is het echter zo klaar en staat Robert weer vlot met een clearance en verse stempels in de [paspoorten buiten.

Als lunch verorberen we een lekkere pompoensoep en rond 15.30 gaan we anker-op (scheelt toch weer 50 USD als we voor vier uur vertrekken). Niet veel later vertrekken ook de Umnyama en de Anna Lisa en in een klein convooi varen we Grenada tegemoet.
Ja het staat er echt, wat hebben we daar een slechte grappen over gemaakt
Het is een prachtige avond en nacht zeilen. We zien eindelijk weer eens dolfijnen net voor het helemaal donker is en omzeilen de meeste regenbuien. Het waait heerlijk en 'vliegen' naar Grenada toe. Bij het eerste daglicht is het nog een uur te gaan tot de zuidoost punt van het eiland en is de drukte van de Carieb goed te zien: in de baaien aan de zuidkant liggen zoveel masten dat het van een afstand wel marina's lijken. De Umnyama die eigenlijk naar Prickly Bay wilde draait van de schrik weer om en zet ook koers naar St George. Wijzelf lopen al om negen uur St George aan, de hoofdstad. De betonning doet al lekker Frans aan: geen Nederlands felrood maar meer vaag-oranje.
Even de plensbui afwachten
Net daarvoor hebben we met veel vermaak naar het Cruisersnet van Grenada geluisterd: elke morgen om 07.30 wordt een netje gehouden met de new arrivals, departures, mensen die mogen vertellen over feestjes of events die ze organiseren, een ruilmarkt en zo nog wat. Het gaat er heerlijk Amerikaans aan toe: het lijkt wel een Amerikaanse radio-reclame. 'Allright, thank you Jim for hosting this event, if sounds like a fantastic opportunity to etc. etc. etc.'. Ach, het heeft zeker een functie voor de grote cruisers-gemeenschap die hier weken of zelfs maanden achter elkaar ligt.
Mooi vervallen stukje St George
We proberen eerst een plekje in de Lagoon te vinden: een beschutte baai dicht bij de stad en we worden geconfronteerd met de gevolgen van een (te) oude pilot. In de Lagoon is inmiddels een grote marina gebouwd en er is geen plaats meer om te ankeren. De Grenada Yacht Club (GYC) heeft ook geen plek (wisten we al, we hadden ze al gebeld van Tobago) : deze week is het jaarlijkse vistoernooi. Dat is dan niet met een hengel aan de vaart zitten zoals in Nederland, maar met volledig uitgeruste sport-trawlers naar zee voor big-game fishing.
Op de Carenage
Het anker gaat uiteindelijk in de grond in Russel Point, tussen St George en Grand Anse, een prima ankerplek dicht bij het strand en nog steeds dicht bij de stad. Na tewaterlaten van de dinghy varen we naar de GYC waar ook de douane en immigratie huist alleen zijn ze nu aan de overkant bij Port Louis: ook prima. Inchecken aldaar gaat mooi vlot en na het schuilen voor een tropische stortbui tuffen we richting de Carenage, de oude haven in het centrum van St George.  Het stadje doet Frans aan maar is toch ook wel weer erg vervallen: er staan veel lege en verkrotte panden.
Gemeerde vissers op de Carenage
Op de groente- en fruitmarkt vullen we onze vitamines aan: grapefruits, pompelmoes, limoen, passievrucht: heerlijk. De eigenaresse van het stalletje waar we 'bijtanken' heeft een goede dag. Ze is erg vriendelijk, laat ons van alles proeven, geeft uitleg over allerlei inheemse vruchten die we niet kennen en stopt van alles en nog wat extra in onze tas.
Onderweg naar het fort
Opvallend is het grote aantal cruisegasten in de stad. Er is aanlegplaats voor twee cruiseboten en meestal ligt die ook vol. We worden door straathandelaren aangesproken voor taxi's, rondritten, watertaxis naar Grand Anse, en allerlei souvenirs. Er wordt denken we goed verdiend aan de cruisegasten, maar niet aan deze Nederlanders. Bij terugkomst op de ankerplek zien we dat de Anna Lisa ook is gearriveerd en we doen samen een sundowner (een borrel met zonsondergang).
Twee ladingen cruisegasten overspoelen St George
Zondag (22 januari) gaan we naar de GYC om te douchen, internetten, uit te vinden hoe we gasflessen kunnen laten vullen en water kunnen tanken. De GYC heeft alle voorzieningen en deelt deze ook graag met de ankeraars: erg fijn. Verderop ligt een bootje die niet hoeft te teren op de GYC: om de hoek ligt 'Tatoosh', een jacht van 93 meter van Paul Allen (co-founder Microsoft). Aan dek staat een 'dinghy': een racejacht van 14 meter met hefkiel wat met takels te water gelaten kan worden. De Grutte Grize zou er zo voor in de plek gezet kunnen worden, blijven we gezellig aan boord wonen terwijl we rondgevaren worden.
Dit soort schelpen vind je dus ook gewoon bij het strand
Samen met de Anna Lisa crew maken we nog een wandeling door St George maar werkelijk alles is dicht. Ongelofelijk met zoveel cruise-gasten die handel komen brengen maar de zondagsrust is hier belangrijker dan een paar dollars.
Overheerlijke brownies van lokale chocola
Maandag is weer een schooldag en terwijl Anneke school doet met de kinderen gaat Robert de stad in voor een simkaart en verse vis en wat boodschappen. Boodschappen is wel een dingetje: alle levensmiddelen zijn hier erg duur. Behalve rum dan: een fles rum kost evenveel als een fles wijn (ongeveer 6 euro). Gelukkig is de groente-, fruit- en vismarkt er nog, daar liggen de prijzen een stuk gunstiger, en is onze boot nog aardig vol met basismiddelen als meel, pasta, rijst, water, koffie, spul-in-blik etc.  De dame op de vismarkt heeft prachtige tonijn voor 7,5 EC per pond (ongeveer 2,5 euro) en Robert overkoopt zich een beetje met drie pond tonijn.
Even de cardanas vastzetten
Vervolgens regelen we een huurauto om dinsdag over het eiland te gaan touren: een 8-persoons busje wat dinsdag bij de GYC wordt afgeleverd. Anneke is in de tussentijd met de Mathilda, Meike, Amarins en Ties ook de stad in: zij komen terecht in een chocolade museum/winkel waar ze overheerlijke chocola en chocolade-producten hebben. Later op de dag belt de autoverhuurder: het afkopen van het eigen risico wat we hadden gereserveerd kan niet als we maar een dag huren. Dat is een iets te groot risico, dus we annuleren de auto en gaan dinsdag lekker met de bus op stap. 's Avonds eten met de familie Veber van de Anna Lisa bij ons aan boord. De tonijn gaat schoon op en is errug lekker.
 Cacao en Nootmuskaat
Dinsdag gaat vroeg de wekker: vandaag gaan we een rit over het eiland maken en om negen uur staan we samen met de Vebers op de kade om naar het bussstation te lopen. Bussen zijn hier 12-persoons minivans van particulieren, een beetje zoals op Tobago maar dan wel met een nummer erop wat bij een vaste route hoort.  Er stopt een 'nummer 1' en de chauffeur vraagt of we een taxi nodig hebben. Nou en of: en wel voor de rest van de dag als de prijs tenminste goed is. Voor 300 EC rijdt hij ons de hele dag rond dus we hebben een deal en gaan onderweg.
Overvloedige begroeiing
Hij moet wel nog even stoppen aan de rand van St George om de cardan-as vast te laten zetten (dus....). Dit is in 10 minuten gepiept maar aan het geluid in de auto te horen zit er nog wel het een en ander los in de aandrijflijn. Ach, het rijdt en we zitten droog en warm zeg maar.
Hij zingt terplekke verzonnen limericken over beroemdheden op wie je lijkt, voor geld natuurlijk
Onze eerste stop is bij een kruidenstalletje onderweg naar watervallen. Grenada wordt ook wel 'spice island' genoemt en het is duidelijk waarom. Er groeit van alles op het eiland en de chauffeur wijst zo lukraak langs de weg allerlei exotisch eetbaar spul aan. In het kruidenstalletje krijgen we uitleg over alle kruiden van het eiland en over de nootmuskaat-noot. We kopen een leuke souvenir en gaan richting watervallen. Hier is de natuur weelderig en we zien planten en struiken in het wild die je in Nederland als kamerplant binnen neerzet. Het is een soort openlucht tuin-dorado. Ook hier zijn allerlei mensen die iets proberen te verdienen: het zingen van een komisch liedje, het voor geld van de waterval afduiken, en zo nog wat.
Waterval
In Grenville aan de westkant van het eiland lopen we even wat rond. Er hangt een vriendelijke sfeer (op heel het eiland voor zover we meemaken trouwens). We doen ons tegoed aan fudge met exotische kruiden en smaken.. 'Please taste, it is free, but you will like it and come back to buy more'. En zo geschiedde.
De fudge-verkoopster in Grenville
Onderweg naar de Belmont Estate stoppen we bij het oude vliegveld. Er staan twee kisten die tijdens de revolutie en bezetting door de USA in de tachtiger jaren onklaar zijn gemaakt. De landingsbaan zelf wordt ook niet meer gebruikt na de aanleg van een nieuwe vliegveld aan de zuidkant van het eiland. De kinderen vinden de oude vliegtuigen erg interessant.

Dit was een Cubaans vliegtuig
De kinders onderaan de waterval

Tuindorado
Dan komen we aan bij de Belmont estate: dit is een cacao-, fruit- en kruidenplantage die open is voor bezoekers. Kelly, onze gids, vertelt en demonstreert ons alles over de cacao teelt en verwerking tot chocola. Nooit geweten bijvoorbeeld dat de cacaoboon zo uit de vrucht heel fruitig smaakt (niet op bijten !) en de smaak aanneemt van de bomen er omheen (bv banaan).
Verse cacaoboon: smaak ok, textuur brrrr
De zandvlooien die we tot nu toe enkel ongedierte vonden helpen bij de bevruchting van de cacaoboom. Nog even en we gaan ergens horen dat wespen ook een nut hebben. Kelly maakt de dag: hij entertaint de kinderen, raapt en-passant nog even sinasappels en grapefruits om mee naar huis te nemen en doet nog een rondje langs de dieren die ze houden: apen  (vlees, oeps...), papegaaien (die dan wel voor de gezelligheid), geiten (voor de kaas).
Drogende cacaobonen worden met de voeten omgeschud

En we mogen zelf ook even. Bij regen wordt de hele bak naar binnen gerold
 Na het drinken van chocolade-thee (lekker !) stappen we weer in de taxi en laten we ons terug naar St George brengen. De chauffeur wil ook duidelijk naar huis want hij rijdt een stuk ruwer dan op de heenweg, niet zo klantvriendelijk.
Verse citroengras
De dag erna staat er serieus werk op de agenda: de cito's van de kinderen beginnen. Terwijl er hard wordt gewerkt op de toetsen gaat Robert een kijkje nemen bij een gestrande trimaran om te zien of het leuk is om er met Ties heen te gaan. Het jacht ziet er uit alsof het er al jaren ligt maar in werkelijkheid is het pas drie weken terug op het strand aangespoeld. Het was blijkbaar al in verwaarloosde staat.

 De eigenaar van het huis waar het strand bij hoort is niet blij: de eigenaar van de boot maakt nog geen aanstalte om het schip te (laten) bergen en in de tussentijd ligt het daar maar. Het meeste van waarde is er al af en uit gehaald door passanten en de strandeigenaar vindt dat wel best. Als Ties klaar is met de Cito gaat Robert met hem terug: Ties vindt het natuurlijk prachtig en we proberen nog iets te vinden wat van pas kan komen.
Haven some fish
Als ook Amarins en Meike klaar zijn gaan we anker-op om naar de GYC te varen om water te tanken en meteen ook even de (hopelijk gevulde) gasfles op te halen om daarna weer terug naar de ankerplaats te varen. De kinderen gaan aan boord van de Anna Lisa spelen en Anneke en Robert gaan even bij Budget Marine langs voor nieuwe smeltpatronen voor de reddingsvesten. Helaas zijn deze niet op voorraad en bestellen vanuit Sint Maarten duurt twee weken. Nou, daar komen we zelf later wel dus dat komt goed. We hopen dat er hier niets substantieels stuk gaat aan de boot: bootspullen zijn hier vreselijk duur. Op de terugweg bewonderen we nog de vangst van de viswedstrijd van vandaag: er liggen tonijnen en mahi-mahi's uitgestald, de vetste tonijn weegt ruim vijftig kilo. We begrijpen dat wat niet zelf wordt opgegeten naar 'charity' gaat. Onze zeiligste blik levert geen gratis vis op helaas.
Op de vleesmarkt
Terug op de boot maken we eten en we zien cruiseboot nummer zoveel afvaren. Het is de Sea Princess (bekend van een grote norovirus infectie aan boord tijdens een reis) en ze toetert met de scheepshoorn de tune van 'Love Boat'. Hoe camp wil je het hebben.

's Avonds gaat Robert nog een keer met Thomas op stap om wat meer van het leven op Grenada mee te krijgen. Er is echter weinig vertier op straat. Het meeste 'echte' nachtleven speelt zich af bij Grand Anse bij de grote resorts en hotels, maar dat zoeken we niet. In St George zijn een paar kleine barretjes en in de eerste hebben we leuke gesprekken met de aanwezige gasten en de uitbater. Als het onderwerp op Cricket is gekomen zijn we thuis: dit is de trots van Grenada. De uitbater vraagt of we morgen terugkomen, dan zal hij een traditioneel gerecht hebben gemaakt om ons de ware gastvrijheid van Grenada te laten proeven. Van het huis ook nog eens. De mannen belanden vervolgens een paar huizen verderop: hier wordt een kroeg gerund vanuit een grote koelbox met ijs (zoals we nog op meer plekken gaan zien). De gasten die er omheen hangen zijn stoned, danwel dronken en de sfeer is niet prettig. Eentje probeert ons te laten betalen voor een fles drank voor zijn maten a 60 EC maar daar doen we niet aan mee. Tijd om te gaan dus en later horen we dat dit groepje regelmatig toeristen geld aftroggeld danwel besteeld/beroofd. Gelukkig zijn zowel Thomas als Robert niet van gisteren.
Een prachtige mooi tonijn voor op de BBQ

Het is opvallend dat elke uitbater begint met 'you're safe man'. Als we vragen of we anders/buiten niet 'safe' zouden zijn krijgen we het antwoord dat Grenada heel 'safe' is maar dat het een uiting van gastvriijheid is om je op je gemak te laten voelen. Een barretje later komen we bij een volgende 'koelbox-kroeg' waar de sfeer wel leuk is. Op enig moment is het echt tijd om te gaan, en als we terug naar de Carenage lopen worden we gevolgd door een van de dames die ook aanwezig was. Ze is duidelijk op zoek naar een sponsor voor een taxi- of busrit, maar in plaats daarvan zetten we haar af met de dinghy aan de overkant van de Lagoon. 'Can you swim?' 'No...'. Ah, oke dan. Waarschijnlijk stond ze wat angsten uit onderweg naar de overkant.
Nou, nog een zonsondergangetje dan
Donderdag zijn er meer cito's gevolgd door heerlijk zwemmen, snorkelen en windsurfen (of een dappere poging daartoe). We kopen een hele boel groente en fruit op de markt ter voorbereiding op ons aanstaande vertrek naar de Grenadines waar niet veel te krijgen is. Anneke en de kinderen gaan aan boord van de Anna Lisa eten en Thomas en Robert gaan noch een keer terug naar het barretje voor de 'traditional dish'. We krijgen 'Oil Down', een soort stoofpot en eten er goed van.
En natuurlijk marshmellows
De cito's worden door de kinderen afgerond op vrijdagmorgen en ze hebben het supergoed gedaan, Meike heeft zelfs maar twee foutjes gemaakt op de hele (reken)cito. Robert helpt op de Anna Lisa met het vervangen van de onderwaten: onderweg op de Alantic was een stag een draad gebroken en ze hebben hier op Grenada vier nieuwe onderwanten laten maken. Het spul is vlot vervangen: oude stag eraf, nieuwe erop, en dan de volgende, en dat vier keer.

Het weekend wordt ingeluidt met een BBQ op het strand. We smullen wederom van tonijn en de kinderen roosteren marshmellows. Helaas is het ook zomaar weer donker dus we duwen de dinghys van het strand terug in de zee en tuffen naar huis. Morgen gaat vroeg de wekker want we gaan onderweg naar Carriacou en willen zeker weten met licht daar aan te komen.
Een uitgeteld Amarinsje na veel zwemmen, snorkelen en een BBQ
De weg erheen kan wel eens wat hakken tegen de golven worden dus we vertrekken maar vroeg om genoeg tijd te hebben mocht het erg langzaam gaan. Uiteindelijk valt dit erg mee: we vertrekken iets na negen uur en zijn al voor twaal uur bij Kick'm Jenny, een onderzeese actieve vulkaan waar je verplicht een bepaalde afstand vrij van moet (en wil!) blijven. De laatste 15 mijl gaan iets langzamer maar nog steeds vlot en we zijn om 15.00 uur in Tyrell Bay op Carriacou. De ankerplek lijkt op een Ikea op 2e pinksterdag (denk ik, nooit geweest) maar we varen ver door richting het strand en vinden een mooi plekje.

Onderweg naar Carriacou
De kinderen duiken er meteen in en wij volgen snel: wat is het heerlijk om altijd warm weer en warm water om je heen te hebben. Er komt nog gezellig een 50-voets Franse catamaran veel te dicht naast ons liggen maar deze vindt het zelf ook te krap (goh....) en vertrekt weer vlot. 's Avonds gaan we op de wal voor een drankje in een van de barretjes en betalen +/- 9 euro voor 5 drankjes. Misschien niet eens veel voor Nederlandse begrippen maar wij zijn dat niet meer gewend, en hopelijk verbetert dit naarmater we meer naar de Franse en Nederlandse eilanden toevaren. Dat gaan we de komende tijd dus meemaken maar eerst maar eens genieten van de Grenadines !

vrijdag 20 januari 2017

Pirates of the Caribean

Donderdag 5 januari gooien we rond het middaguur los om richting de Commewijne rivier te gaan varen. Timing is vrij belangrijk want de rivieren stromen hard en we moeten met stroom mee de Surinamerivier af om idealiter met de eerste vloed de Commewijne rivier op te varen. Vanaf de splitsing Suriname- en Commewijne rivier is het nog maar 5 mijl naar Frederiksdorp dus dat komt wel goed.
Fort Amsterdam
Dit laatste gaat niet omdat we dan ruim voorbij donker de rivier op komen en aangezien we er niet bekend zijn met betonning en bevuring willen we dat niet. Daarom gaan we met de eerste eb weg bij Domburg en nemen we de eb stroom tegen die dan nog loopt op de Commewijne voor lief.
We lopen met maar een klein beetje motor bij met 7 knoop de rivier af en worden nog opgelopen door een van de kotters van Holsu waar we langszij lagen om water te bunkeren. Vrolijk worden we uitgezwaaid. Bij Fort Amsterdam draaien we de Commewijne op en onze snelheid keldert van 7 knoop naar 2,2 naar zelfs 1.3 op zijn laagst. De Commewijne stroomt dus inderdaad zo hard als ons is verteld.

Bedrijvigheid aan de Surinamerivier

Anna Margaretha
 In de verte zien we een plantage waarvan we denken dat het Frederiksdorp is en na nog een paar uur stomen gooien we het anker in de rivier. De plantage lijkt nogal een oude bende: vervallen huisjes, kleine winkeltjes, een wrakke aanlegsteiger. We hadden ons Frederiksdorp iets anders voorgesteld en we praaien iemand op de steiger om te vragen waar we zijn. Het blijkt Plantage Anna Margaretha te zijn, een plantage net voor Frederiksdorp, kennelijk is OpenCPN (onze digitale kaart die we hier gebruiken) hier niet zo nauwkeurig. Na ankerop en nog een half uurtje stomen gaat het anker in de eerste schemering in de grond op de goed plek bij Frederiksdorp.
Frederiksdorp


Een suikerpot waar de suiker in werd gekookt
Het regenwoud trakteert ons op exotische geluiden en we maken snel alle horren dicht om de overvloed aan muskieten buiten de boot te houden. Morgen weer een dag. De AIS en het ankeralarm gaan aan omdat we niet weten hoeveel scheepvaart hier vaart (we liggen net in het verlengde van het betonde deel van de rivier hoewel vrij dicht bij de wal) en omdat het als een dolle afstroomt en we niet wakker willen worden op zee.

De dokterswoning, thanks appartement/hotel
‘s Ochtends is er school en dan gaan we eens kijken of we bij Frederiksdorp vast kunnen maken met de dinghy. Dat is nog wat lastig gezien hoe hard het stroom maar met een extra lijn om een paal achter de bijboot houden we de boot vrij van de wal zowel bij de vloed- als de eb-stroom. Op de plantage melden we ons bij de receptie en het welkom is hartelijk: Ro (een van de medewerkers) geeft ons een rondleiding, en als we er wat eten en/of drinken mogen we gratis gebruik maken van het zwembad. Dit is niet helemaal wat we verwachtten omdat alle informatie in Nederland nog sprak van een authentieke plantage gerund door een Nederlands echtpaar en we nu zijn aangekomen in een strak gerund resort. Het schijnt pas afgelopen november geopend te zijn na een eigenaarswissel.
Zwembad erbij
Neus in de boter dus: de rondleiding is interessant. We leren over de historie van de plantage, de koffie en cacaoteelt, het leven van de slaven en mogen rondkijken in alle (meestal goed gerestaureerde) gebouwen op het terrein. De kinderen zingen met Ro het lied ‘Faja siton no bron mi so’ (vuursteen brand mij niet) en we sturen een videotje ervan op naar Juf Anita omdat de kinderen dit in Nederland op school geleerd hebben. Na de rondleiding strijken we neer bij het zwembad en genieten van koele drankjes en verfrissend water en later van een heerlijke maaltijd.  De medewerkers hebben een soort jaaropening en steken nog een pagara af: de kinderen genieten mee. Wat een paradijs.
Een andere woning op het terrein
Ze zijn hier (nog) geen jachten gewend maar we beloven goed reclame te maken bij de andere Nederlandse boten die ook nog deze kant op komen want het is een heerlijke plek om een paar dagen te verblijven: historie, zwembad, outdoor-activiteiten, goed restaurant, rust in de natuur, uiterst vriendelijk en gastvrij personeel en dat alles heel goed te betalen. Aanleggen kan er eigenlijk niet maar ankeren gaat prima ondanks de snelstromende rivier maar als ze een dinghy steiger en een paar moorings neerleggen wordt het vast een topper voor de jachten.
De koffie droogvloer
Zaterdag wordt er gekanod in het achterland. We krijgen een gids mee en een paar twee-persoons kano’s en gaan te water in de afwaterings- en transport-vaart die naar het achterland van de plantage loopt. Het is heerlijk peddelen langs prachtige vogels, libelles, planten en kaaimannen (!). Het insmeren met Deet van top tot teen helpt om niet helemaal lek gestoken te worden door de muggen. Iedereen weet aardig koers te houden hoewel Meike en Amarins regelmatig achterstevoren in de wal of het kroos weten te belanden. Na ongeveer 3 kilometer komen we aan het eind van de vaart en keren we weer terug. In het restaurant volgen een aantal Nederlandsers een kookworkshop: het blijkt een KLM-crew die een nachtje over is voor ze weer een vlucht hebben.
En mooie begroeiing

Vuurwerk om het jaar te openen met de staff

Onze ankerplek in de rivier
We houden ondertussen contact met Son en Breugel: Robert zijn vader is geopereerd en heeft een nieuwe heup gekregen. De eerste dagen na de operatie verlopen wat zwaarder den gedacht maar gelukkig is er elke dag een beetje verbetering. Op zaterdag lijkt het al zoveel beter te gaan dat we met een iets geruster hart op weg naar Tobago durven te gaan.
Stroom mee, altijd fiijn
We spenderen onze laatste Surinaamse dollars aan heerlijke Sauto en nemen afscheid van de medewerkers op de plantage en al een beetje van Suriname: morgen in alle vroegte gaan we weer een halte verder. Terug op de boot zien we iets verderop de rivier een ander jacht voor anker liggen. Het is donker en ze voeren geen AIS dus we kunnen niet zien wie het zijn.
We beginnen de tocht met weinig wind
Zondagmorgen 8 januari gaat om 05.30 de wekker. Als we om 06.00 anker op gaan hebben we als het goed is tot aan de uiterton stroom mee en wat vroeg daglicht om eventuele visstokken en netten vrij te varen. Eenmaal onderweg varen we langs het jacht wat voor anker lag: het blijkt de Juno te zijn met Thom, Anna en Marina en ook zij gaan net anker op om de boeg richting Tobago te richten. We denderen met 8 a 9 knopen over de grond Suriname uit. Zij steken iets verder naar buiten dan wij om eventuele drijfnetvisserij te ontwijken maar we hebben beiden nergens last van (wij moeten een bootje met netten ontwijken maar tegen de tijd dat het donker wordt zijn we ver genoeg uit de kust om nog iets tegen te komen).
Prachtige luchten en optics onderweg
Wind en stroming zijn ons goed gezind: een ONO-en wind en 1,5 knoop stroom in de rug geeft ons daggemiddelden van ongeveer 150 mijl. Anneke en de kinderen moeten helaas weer inslingeren dus we kunnen niet vissen onderweg en Robert doet de meeste huishoudelijke taken aan boord. De eerste dag hebben we zalig helder weer en ook ‘s nachts geen last van squals (zware regenbuien met veel wind) maar op de tweede en derde dag is dit anders: de ene na de andere squal komt voorbij maar gelukkig lopen de meeste net voor of achter ons langs en we krijgen alleen wat regen.Elke dag bellen we even met de Inmarsat-telefoon naar Brabant om te kletsen met Robert’s ouders en gelukkig gaat het nog elke dag een beetje beter.
Tobago in zicht, met de Melvilles er voor
Woensdagochtend is er land in zicht: de contouren van Tobago worden zichtbaar en we gaan rekenen hoe snel we willen varen om met licht aan te komen. Tenslotte weten we niet hoe nauwkeurig onze OpenCPN kaarten hier zien dus eyeball navigation is verstandig. We zetten wat meer zeil en in de kalme periodes tussen de buien een beetje motor bij. Dat we er later nog 50 USD mee zullen besparen weten we dan nog niet maar dat blijkt een fijne bijkomstigheid. De Melville’s en Tower Bridge aan de noordkant worden gerond en rond 15.30 lopen we Pirates Bay binnen en gaat het anker in de bodem in 8 meter water. De Juno volgt een uurtje later.
Het anker gaat erin in Pirates Bay

De Anna Lisa ligt hier ook voor anker dus het is een leuk weerzien met Thomas, Margareta, Mathilde en Troels die we voor het laatst op de Kaap Verden zagen. De kinderen vliegen meteen uit om te gaan spelen en Anneke en Robert doen een aankomstborrel. We zijn in de Carieb: helder water, tropische vegetatie en een Caribisch tempo op de wal zoals we later gaan leren.
Begraafplaats in Charlotteville
Op donderdag lanceren we dinghy en motor om in te gaan klaren in Charlotteville. Om de immigratiefee te betalen gaan we eerst langs de ATM maar helaas is deze al een aantal dagen defect. Dat schijnt hier niet echt een problem te zijn: winkels en barretjes zijn dit gewend of vinden het prima als je hier later betaalt. Customs en Immigatie echter niet maar gelukkig kunnen we wat USD lenen van de Juno. Na het invullen van een heleboel formulieren en het betalen van 8 USD komen de felbegeerde stempels in ons paspoort.
De laptops lijden nogal onder de vochtige lucht
De Juno betaalt 50 USD meer: als je na kantooruren aankomt (aankomen in de baai dus, niet eens aanmelden op kantoor) betaal je 50 USD overtime fee. Kantooruren is tussen 08.00 en 16.00 dus wij hadden mazzel, de Juno niet. De dag erna werkt de ATM wel maar zijn de winkels in Charlotteville dicht dus terwijl Anneke en de kinderen school doen gaat Robert met de maxitaxi naar Scarborough: er is dringend fruit en groente nodig en we kopen een lokale Simkaart voor data: 5 Gb en een zooi belminuten voor 50 TTD (~7 euro).
Een noordelijke swell maakt de baai oncomfortabel. Anna Lisa op de voorgrond
Het maxitaxi system werkt goed: je wacht tot er een langs komt, vraagt waar ie heen gaat en vervolgens ben je voor 14 TTD in Scarborough, een rit van ruim een uur. Naar goed Caribisch gebruik zit er een dijk van een stereoinstallatie in het busje en ook in Scarborough is het lawaaiig: er komt pijngrens-harde muziek uit verkiezingsbusjes die rondrijden maar ook veel kroegen, bars en ‘gewone’ auto’s draaien luide muziek. Het is een luidruchtig volkje hier op Tobago. De weg terug naar Charlotteville verloopt zonder muziek in de auto maar gelukkig is er een passagier die bij elke bekende die hij ziet zijn naam brult en dat zijn er nogal wat tussen Scarborough en Charlotteville. De maxitaxi chauffeur stopt onderweg nog even om wat garnalen te kopen aan de weg. Kan allemaal, en na een prachtige rit langs baaien en door de heuvels is Robert weer terug in Charlotteville.
Charlotteville
In de pilots wordt genoemd dat de baaien aan onze kant van het eiland in de winter wel eens oncomfortabel worden door een Noordelijke swell en dit kunnen we vanaf vrijdag beamen: er lopen grote rollers de baai in en hoewel we op 8 meter water geanker liggen gaan we toch maar iets verder naar buiten liggen in 12 meter water. De Anna Lisa ligt nu nog het dichtst bij het strand en naarmate de swell opbouwt komen ze steeds dichter (maar nog steeds ver genoeg er vandaan) bij de steile, bijna brekende golven te liggen. Thomas heeft een banjobout gebroken op de motor en kan zijn motor niet gebruiken en we bieden aan om hem met een paar dinghies weg te slepen als dit nodig wordt maar gelukkig hoeft dit niet. Hij weet een nieuwe banjobout te fabriceren en de motor weer aan de praat te krijgen en zijn anker houdt prima dus er is geen actie nodig.
Beachlife (Ties was nog aan t snorkelen)
Door deze swell is het wel onmogelijk om aan land te gaan: het strand opvaren is in deze brekers gevaarlijk. Naar het strand zwemmen eveneens en vastmaken aan de pier is helemaal een no-go als je je dinghy heel wil houden. Een dagje op de boot dus tot het wat rustiger is. We overwegen om als het niet rustiger wordt al eerder naar Grenada te vertrekken.
Zaterdag is het iets rustiger en kunnen we de dinghies net buiten de branding ankeren om het laatste stuk naar het strand te zwemmen. De kinderen gaan heerlijk in de golven spelen en snorkelen bij het koraal en zien prachtig koraal en mooie tropische vissen.
Thomas 'plugt' zijn nieuwe boek
Thomas en Robert gaan ‘s avonds een biertje doen in Charlotteville en dit leidt tot een bijzondere avond met ontmoetingen met veel kleurrijke figuren. Het is hier gebruik een flesje bier te kopen en dan op de stoep te gaan zitten om met jan en alleman een praatje te maken. Eerst ontmoeten we ‘squeeze’, de (zelfverklaard) bekendste zanger van Tobago. Gewapend met gitaar vertolkt hij zijn genre aan ons en Robert koopt zijn CD voor in de boordaudiotheek. ‘Lion’ sluit zich aan, een visserman die nu zijn boot op de wal heeft voor reparaties.
Muziek !
Dat de mannen geen geld voor bier hebben deert even niet: we trakteren ze graag op een biertje. ‘Squeeze’ wil graag 20 TTD lenen voor sigaretten (en zo leren we een minuut later voor hash want de lokale drugsdealer is inmiddels gearriveerd) en terugbetalen in grapefruits. We leren vanalles over het leven op Tobago, ook over de minder fraaie aspecten zoals armoede, honger en algemeen aanvaard overspel. Meer kleurrijke figuren komen langs en gaan weer weg en onze armen worden moe van alle begroetings- en ‘brother’ gebaren (knokkels tegen elkaar, onderarmen tegen elkaar, vuist op je hart, en dat dan de hele tijd door). Dan zijn Russen minder vermoeiend: die slaan ongeveer na elke zin een glas wodka achterover en worden pas na anderhalve fles fysiek , zo leerde Robert tijdens een nachtje doorzakken op La Gomera J ).
Broodvruchten roosteren
Er is een feestje bij Wendy’s and Phebes en we worden uitgenodigd. Onder het genot van lekker eten en drinken, kneiterharde (wederom pijngrens-hard) Caribische muziek en goed gezelschap slaan we een gat in de nieuwe dag. Mensen weten hier wel een feestje te bouwen en vermoedelijk heeft elke Tobagoaan een gehoorsbeschadiging.

De dagen erna verlopen relaxed: ‘s ochtends doen we school en ‘s middags vermaken we ons met zwemmen, snorkelen, vissen en gezelligheid op het strand. Pleuni en Jouke van de Island Lady arriveren ook, het is leuk hen weer te zien: dat was op de Canarisch voor het laatst dus even geleden. We gaan met de Anna Lisa uit eten bij Phebes en eten heerlijke hamburgers en kip met rijst. Onderweg naar Phebes komt Robert weer vele van de ‘vrienden’ van het feestje tegen, hij lijkt wel een dorpeling. Op de Juno vieren we de verjaardag van Marina en Robert gaat twee keer met de dinghy op en neer voor diesel: dat kost hier een kwartje per liter, dus de tanks en alle jerrycans gaan vol. Samen met Ties beacht Robert de dinghy op het strand bij het tankstation maar er staat nog een aardige branding: met twee grote golven staat de dinghy vol water voordat ze ‘m het strand op hebben kunnen trekken. Ach, het is mooi weer en het water is 28 graden dus wat zal ‘t.
Ties in de startblokken om te gaan duiken
Charlotteville zelf is eigenlijk best wel een rommeltje: er staan onbewoonde vervallen huizen, er is veel rommel op straat en overal hangen mannen rond, vaak al vanaf de ochtend met een flesje bier in de hand. De supermarkten hebben weinig assortiment en wat er is is duur. Groente en fruit zijn helemaal lastig te krijgen buiten de vrijdagse markt. De helft van de tijd werkt de ATM niet en is de benzine en diesel op bij het tankstation. Het lijkt niemand wat te deren, het leven gaat door en ongemakken lossen zich wel weer op. De eigenaresse van de kleine supermarkt heeft heel lang in Toronto gewoond, is net weer terug, en ergert zich er dood aan, zo vertelt zo. Ze is kennelijk lang genoeg weg geweest om afstand te nemen van de ‘way of life’ hier.
Mooi onderwaterleven
Thomas van de Anna Lisa brengt op 18 januari zijn tweede boek uit: over sluisvaren en de binnenwaterroute van de Oostzee naar de Middellandse zee. Ter ere van de lancering organiseert hij een klein feestje op het strand. SonSon van het strandbarretje regelt (heerlijk !) eten en drinken en er is muziek. Mathilde, Meike en Amarins gaan zich lekker optutten bij ons aan boord en zien er na een uurtje nagels lakken en opmaken prachtig uit.
De Zweedse pers laat het naar verwachting afweten op lokatie maar er wordt een video geschoten om naar Zweden te sturen. Terwijl de kinderen zwemmen en snorkelen, proosten wij op zijn boek en op het goede leven hier in de Carieb. SonSon regelt nog broodvruchten en kreeft en is een hartelijk gastheer. Als het donker is varen we terug naar de boten en hebben wij er even een kind bij: Mathilde komt een nachtje logeren op de Grutte Grize, gezellig. Meike en Mathilde hebben dezelfde leeftijd en kunnen het erg goed met elkaar vinden.
Hooooiii !!
De dag erna doen we het nog eens dunnetjes over. Eigenlijk hadden we vandaag (19 januari) al richting Grenada willen vertrekken maar de immigratie-officier was er deze dag niet. Uitklaren in Scarborough (met de bus heen en weer) of een dagje later: morgen dus maar.  We gaan nog een keer snorkelen en zien prachtig hersenkoraal, zeeegels en allerlei mooie vissen. Het snorkelen doen we vanuit de bijboot: die gooien we voor anker net voor het rif om vandaar te gaan zwemmen.

Robert gaat met Ties trawlen met de bijboot om tonijn te vangen voor de BBQ vanavond maar ze slagen niet. Jouke schiet met zijn speargun (een soort onderwaterharpoengeweer) wel twee vissen en de Umnyama koopt de laatste tonijn van de markt. Thomas brengt de triggerfish in die hij gisteren al ‘schoot’ met de speargun. Je hebt vissen en vissen en wat wij doen is lui een lijntje slepen tijdens het zeilen. Jouke en Thomas maken er echt een sport van en vissen zelfs hier in de baai een maaltje bij elkaar. Dan heb je nog de Fransen die ongeveer alles wat zwemt en leeft op het rif vangen op opeten. Om drie uur verzamelen we op het strand en steken de BBQ aan terwijl Anneke met alle kinderen verderop een kampvuur maakt. We eten vis en broodjes met knakworst en blussen af met Caribisch bier (en cola voor de kinderen). Kat Josephine schooit ook een maaltijd bij elkaar en net voor het donker ruimen we op en gaan we terug naar de boten. Wat is het toch heerlijk om de hele dag mooi weer te hebben, altijd het water in te kunnen springen en met andere mensen een fijne tijd te hebben.
Hersenkoraal
Morgen in de namiddag vertrekken we naar Grenada, een tochtje van ongeveer 70 mijl. De Anna Lisa, Umnyama en de Fransen varen met ons mee op dus we zullen de gezelligheid daar nog wel even voortzetten. Met Grenada varen we ook echt de ‘Carieb’ in (Tobago is een beetje een outpost) en we gaan hier ook weer meer boten met kinderen tegenkomen verwachten we. Via de whatsapp cruisers groep houden we bij waar de Emerald Bay, Blue Zulu, Bonaire en Dana de Mer uithangen: ook met hen krijgen we graag weer aansluiting na ons afscheid op de Kaap Verden. Welkom in de Cruisers Community.

Als kers op de taart hebben Heit en Mem vliegtickets geboekt naar Sint Maarten: van eind maart tot begin april zullen zij met ons meevaren. We gaan er een mooie trip van maken en kijken er nu al naar uit.