We blijven nog een paar dagen hangen op Mayreux. Vanaf hier vaart de Anna Lisa even niet met ons mee omdat zij nog terug naar Cariacou moeten om de ankerlier op te halen, dus wij blijven nog iets langer hangen. En erg is dit niet: we doen 's ochtends school en daarna is het heerlijk zwemmen en spelen. Robert bakt 's avonds patat op de boot, een klusje wat nogal wat tijd neemt omdat je maar een klein beetje olie in een pan wil doen en dus niet te veel tegelijk kan bakken. Maar het lukt prima.
|
Eye-catcher op het strand van Mayreaux |
Op vrijdag (11 februari) gaan we nog een voor een laatste keer naar het dorp. We komen langs een cafe/restaurant dat 'Robert Righteous' heet. Terug op het strand zien we hoe je de Conch uit zijn schelp haalt. Niet een fraai gezicht: de schelp wordt op een paar plekken doorboort met een priem.
|
De Conch meester |
Door de gaten wrik je het dier los van de schelp (wat met veel geweld en vloeistof (bloed?) verlies gebeurt en daarna trek je het dier door de uitgang uit zijn schelp. En wat er dan uitkomt schijnt nogal een lokale delicatesse te zijn. Nou, geef onze portie maar aan fikkie. Er staan ook twee oudere dames bij te kijken en het blijkt dat de conch voor hun bereid wordt. Zij moeten wel Frans zijn en jawel. We sluiten de dag af met een borrel met de Anna Lisa en spreken af waar we elkaar weer gaan treffen.
|
Patatjes bakken |
Zaterdag gaan we vroeg anker op: als het qua windrichting en -kracht meezit willen we naar Mustique, anders naar Bequia, en als het echt niet opschiet dan maar naar Canouan wat nauwelijks 6 mijl verderop ligt. Het waait een stuk harder dan voorspelt en ook nog uit het noordnoordoosten dus al binnen een half uur is duidelijk dat het vandaag Canouan wordt.
|
Enige zelfoverschatting van de uitbater ? |
De ankerplaats bij het stadje lijkt wat onrustig met zoveel Noord in de wind dus wij proberen een plekje te vinden in Rameau Bay, meteen om de hoek bij Anse Guyac. Direct achter het rif vinden we het mooiste plekje van het eiland (vinden wij dan): vrij van swell, alleen af en toe een gust die van de berg af komt zetten en een mooi strandje nabij.
|
Onze ankerplek op Canouan |
We moeten wel drie keer ankeren voor we echt liggen: fascinerend hoe je op rotsbodem het anker over de bodem hoort rammelen, zelfs al ligt het in 10 meter water onder je: via de ketting hoor je door de hele boot of de boel houdt of niet. Bij de derde poging zit het anker tot de vloeien in een plekje met zand en hoor je alleen nog de ketting die over de bodem schraapt als we door een vlaag uit de een of andere richting weer een rondje-om waaien.
Enige dissonant aan dit prachtige plekje is dat er toch weer iemand met een bootje aan komt varen die iets aan je wil verkopen, maar soit, het is er maar 1 deze keer. Na een paar blokjes school terwijl Robert wat plekjes aan de boot bijschildert, gaan de kinderen lekker snorkelen terwijl Anneke en Robert een wandelingetje maken richting het achtergelegen, net geopende, resort. Canouan is ook nogal een up-market vakantieoord zoals veel van de Grenadines.
|
Het blijft de Carieb, expoy in rumflessen in de watersportwinkel |
Op zondag is het weer wat kalmer en zit er wat meer Oost in de wind dus we zeilen naar Bequia, de meest noordelijke van de St Vincent Grenadines. Het is een mooi zeiltochtje, we kunnen het meeste zeilen en arriveren in de loop van de middag op Bequia. Dat het een populaire ankerplek is is duidelijk: er liggen zeker 100 jachten voor anker. Wij passen er nog prima bij en gaan na ship-shape naar de wal. Het is een relaxed maar druk eiland met wederom Grenadiense prijzen in de winkels. We laten ons wel verleiden tot het kopen van twee verse baquettes.
|
Een stukje van het plankenpad langs de rots |
|
En langs de waterlijn |
Bequia is ook het eiland waar we wilden uitchecken omdat we Saint Vincent gaan overslaan. Dus de volgende ochtend doen we het rondje Customs en Immigration. Dit gaat wederom vlot en efficient. Er loopt op het eiland een soort plankenpad langs het water richting Princes Margarets beach en dit lopen we af: sommige stukjes worden overspoeld door golven en andere stukjes zijn zo gammel dat je langs een stenen richeltje moet: een leuke wandeling met een beetje avontuur. Op het strand gaan de kinderen lekker 'Supermannen': je door de golven zo ver mogelijk het strand op laten spoelen in superman-houding. Tja, je verzint wat tijdens zo'n reis. 's Avonds doen we een borrel aan boord van de Novatrix van Marjolein en Jaap. Het is even zoeken om het schip te vinden in het donker ook omdat zij helemaal aan de andere kant van de baai liggen. Maar ze worden gevonden en we hebben een gezellige avond.
|
Op Bequia (spreek uit: Bekway) |
De wekker ging volgens maandag om 04.00 af maar omdat de telefoon op 'stil' stond werden we pas om zes uur wakker. Vandaag staat de 55 mijl naar St Lucia op het programma en we willen niet in het donker aankomen. Windrichting, golven en stroom kunnen ook wat tegenvallen dus we hadden vroeg willen vertrekken. Uiteindelijk gaan we om half zeven anker op en denderen met negen knopen over de grond richting Saint Vincent. Zo maken we weer wat tijd goed. In de lij van Saint Vincent moet de motor bij maar eenmaal vrij van het eiland en in de zeestraat naar St Lucia kunnen we weer heerlijk zeilen.
|
Yes ! |
We slepen al sinds de anker-op bij Bequia een vislijn maar de hoop op verse vis vervliegt met elke mijl die we dichter bij St Lucia komen. Dat we sinds Tobago niet meer iets hebben gevangen helpt niet voor het vis-moreel. 5 mijl voor St Lucia horen we ineens de reel ratelen: beet ! En dan niet een beetje beet maar een grote sterke MahiMahi beet. We zien de vis links en rechts achter de boot wegscheren en vechten om los te komen: wat een kracht en snelheid, dit moet een grote zijn ! Robert rolt het grootste deel van de genua weg en loost het grootzeil wat zodat de boot wat langzamer loopt en Anneke met de vis aan de gang kan. Ze weet hem aan boord te krijgen en eenmaal dood leggen we het meetlint ernaast: 116 centimeter, de grootste vangst tot nu toe. Onze reel had maar net voldoende rem op de slip om hen binnen te krijgen dus groter en/of sterker dan dit moeten ze niet worden.
|
Anneke trots met de beste vangst tot nu toe |
Omdat het nog maar zo kort varen is naar St Lucia hangen we de vis op aan de staart en stellen het fileren uit tot na de aankomst. De voor St Lucia kenmerkende Pitons (vulkanische pluggen) zijn allang zichtbaar en na door wat stroomrafelingen heen gehobbelt te zijn varen we Soufriere Bay in.
|
De Pitons, Unesco werelderfgoed |
Je kan hier alleen aan moorings afmeren, ankeren is niet toegestaan: dit gebied valt onder de SMMA, een protected wildlife zone. Dat we zelf wel een mooring kunnen pakken maakt de boatboys hier niet uit: al heb je de boei al vast, dan nog pakken ze je lijn en 'helpen' ze je om vast te maken. A raison van 20 EC dan wel, hoewel Robert pertinent niet meer dan 10 wil geven. Take-it-or-leave-it. De boatboy heeft geen wisselgeld van 20 EC maar ook daar trappen we niet in: dan kom je morgen je geld maar halen. Niet veel later is hij terug met 10 EC wisselgeld en neemt hij alsnog zijn verdienste in ontvangst.
|
Een bui in de zonsondergang |
Niet veel later komen ook de rangers langs om de mooring fee te innen: 58 EC per nacht. Volgens onze pilot, noonsite, de SMMA site (waar de rangers voor werken), en St Lucia.org is de fee 58 EC voor twee nachten, en 108 voor een hele week. Arme rangers: op de een of andere manier zijn wij in de Grenadines argwanend geworden ten opzichte van lokals die zeilers zien als een wandelende portemonnee en we zeggen dat het tarief volgens ons niet klopt en dat we het willen nazien/controleren. De rangers vinden dit geen probleem en zeggen later wel terug te komen. Zullen wel denken: gierige Hollanders.
|
En de volgende ochtend wederom een traktatie |
De rest van de dag is het een komen van gaan van bootjes die fruit of brood verkopen. Ook twee jongetjes op een soort surfplank blijven maar rondhangen: of we garbage hebben om weg te laten brengen, of we hen cola willen geven, of we vis willen kopen. We wijzen op de 116 cm MahiMahi die nog aan het hekstag hangt: ok, geen vis, dat is duidelijk. We zien later andere boten de jongens aan boord nemen en trakteren op fris en snoep: iets wat wij zeker niet gaan doen. Het lijkt hier slim gepaste afstand te houden en de grenzen van de boot duidelijk aan te geven als in 'niet welkom aan boord': Er wordt in St Lucia en in het bijzonder voor Soufriere gewaarschuwd alles goed op slot te doen en geen waardevolle spullen buiten te laten liggen/hangen als je van boord gaat of 's nachts als je slaapt. Nu lees je dit advies wel vaker, maar op de een of andere manier voelt het hier als een advies wat je op moet volgen. Er hangt hier te veel volk rond op en aan het water wat de boel in de gaten aan het houden is.
|
Vissers aan het werk |
's Avonds worden we nog getrakteerd op een mooie zonsondergang en we pavoiseren de boot met 'Meike Hol 12 jaar': tenslotte is morgen Meike haar 12e verjaardag.
|
Naar goed gebruik vlaggen we de reden van het feestje |
's ochtends doen we de 'dagelijkse dingen': Anneke doet school, Robert gaat naar de wal om in te klaren en voor cakemix en ander lekkers om Meike's verjaardag te vieren. We geven de Novatrix een forse filet van de MahiMahi omdat we veel te veel vis hebben voor onszelf alleen. Als school klaar is gaan we met zijn allen naar de wal om Soufriere eens te verkennen. Meteen vanaf de dinghy-steiger krijg je allerlei toer- en taxi-voorstellen maar wij gaan lekker lopen. Van een SMMA medewerker hadden we begrepen dat de diamond waterfalls en botanische tuinen op loopafstand van de stad zijn dus daar gaan we heen.
|
De diamond waterval |
De tuinen zijn prachtig: schitterende bloemen en planten en we zien ook veel kolibri's, een vogeltje wat blijft fascineren. De diamond waterval kleurt zwart, rood of oker, afhankelijk van welk sediment of mineraal er het meest in het water aanwezig is. Het water komt van de Sulphur Springs. Vandaag is het water donkergrijs, de kleur van zwaveloxide (laten we ons vertellen, weet niet of het klopt).
|
Prachtige planten |
|
Zoek de kolibrie |
|
En voor je neus valt een nootmuskaat-noot uit de boom |
|
Dit overleeft het in Nederland niet eens als kamerplant bij ons |
Weer terug op de boot gaan we lekker koken: Ties maakt wortelsalade en schilt aardappels die Robert dan gaat bakken. Een paar grote filets mahimahi gaan in een beer-batter en daarna in de hete olie: overheerlijk en een waardig verjaardagsmaal.
|
Voor..... |
Ook de rangers komen weer langs: Robert legt uit dat hij op kantoor (bij Customs) heeft gezien dat het tarief inderdaad 58 EC per nacht is maar dat dit dus niet op alle on-line bronnen (inclusief hun eigen) zo staat vermeldt. Volledig bereid om 108 EC te betalen voor de twee nachten hier maakt Robert nog de opmerking dat elke EC die je aan mooring uitgeeft je niet op de wal kan spenderen. Waar we dan nog naar toe gaan morgen? Nou, Sulphur Springs, wat boodschappen doen en dan naar Marigot. Hierop volgt het voorstel dan maar 40 EC te betalen voor twee nachten. 'Zonder bonnetje zeker', is onze repliek. En even later betalen we dus inderdaad 40 EC voor twee nachten zonder bon. Tja....eigenlijk niet correct maar wel goed voor de boordkas en na zoveel eigenwijsheid van onze kant kun je ook niet er op staan dat je 108 wil betalen. 's Avonds komt de Novatrix nog op verjaardagsvisite, erg gezellig.
|
Na..... |
Donderdagochtend gaan we naar Sulphur Springs. Als we de taxi-jongens melden dat we de bus nemen daalt de fare ineens van 250 naar 200 naar 100 EC maar we gaan gewoon met de bus: 7 EC met zijn vijven en alleen de laatste 500 meter lopen. Bovendien is zo'n 14 persoons mini-van-bus met eiland-bewoners veel leuker dan zo'n toeristen taxi.
|
De vegetatie op St Lucia is weelderig |
Het stinkt al aardig als we bij de ingang van de springs zijn (naar zwavel dan) en krijgen een leuke rondleiding over de springs. Het hele park ligt in de krater van de Soufriere vulkaan en de laatste uitbarsting (van gas, geen lava) was rond 1700.
|
Kokende-modderpoel |
Het pruttelt en rookt nog overal. Je mag er niet meer zo dicht bij als vroeger: er is ooit een gids door de bodem heen gezakt en in een hete poel modder eronder gevallen. Hij heeft het overleefd maar raakte wel ernstig gewond. Sindsdien mag je alleen op gepaste afstand kijken, nog steeds een indrukwekkend gezicht. Op de heuvel bezoeken we het bijbehorende museum: klein maar fijn en leerzaam over vulkanisme en platentektoniek.
|
Lekker warm badje |
We vinden een kleine waterval met eronder een paar poelen: het water is tussen de 30 en 40 graden en Robert en de kinderen nemen het eerste warme bad sinds Dartmouth in Engeland. Een heerlijke weldaad. Niet veel verderop is het officiele bad, waar honderden toeristen zich insmeren met modder, een bad nemen en daarna lang in de rij staan om weer af te douchen. Hebben wij het beter getroffen in ons prive-badje.
|
Zalig warm badderen in de natuur |
Op de terugweg lopen we naar de hoofdweg om te wachten op de bus terug naar Soufriere. Na 15 minuten komt er een maar deze heeft eigenlijk geen plek voor vijf . Toch krijgt de chauffeur ons er allemaal in: Amarins en Meike weliswaar op schoot en Ties op een wielkast maar het past.
|
Iets verder stroomopwaarts |
Aan het eind van de middag gooien we los van onze Mooring om de 10 mijl naar Marigot Bay te varen, volgens de pilot een prachtige ankerplek. Bij aankomst is het erg druk: in de baai zelf kun je alleen een mooring nemen, evenals aan stuurboord buiten de baai. Alleen aan bakboord mag je nog vrij ankeren maar dat neemt even wat tijd. De bodem is hard, loopt steil op, en hier en daar liggen losse rotsen tot ongeveer anderhalve meter onder de waterlijn: oppassen dus.Na twee pogingen lijkt het anker te houden en aangezien het erg luw is geloven we het wel. De Novatrix ligt er ook, zij het aan een mooring: zij hebben het na een paar ankerpogingen maar voor gezien gehouden en een 'balletje gepakt'. Tja, je wil wel rustig kunnen slapen dus begrijpelijk. Anneke en Robert gaan 's avonds even naar de wal voor een drankje: een MaiTai en een Poco Loco: je bent niet voor niets in de Carieb.
|
De Novatrix gaat onderweg naar Rodney Bay |
's Ochtends liggen we nog op dezelfde plek dus het anker lijkt prima te houden. Anneke doet school en Robert gaat vast uiklaren uit St Lucia omdat we morgen weer verder gaan. Na school blijft Anneke met Meike aan boord. Meike heeft al sinds Tobago af en toe last van oorpijn en het wordt de laatste dagen niet beter. De oordruppels en antibiotica uit de boordapotheek slaan niet aan en Meike is er nu duidelijk ziek van. Slecht slapen, hangerig en een beetje koorts. We gaan morgen een dokter opzoeken.
|
Ties en Amarins bakken pannekoeken voor ontbijt |
De marskramers hier in Marigot zijn kleurrijker dan die in Soufraire: er vaart zelfs een kerstman rond. Hij heet Noel, draagt een kerstmuts en vaart luid zingend van boot naar boot. Voor zo'n show wil je wel wat kopen en de bananen die hij vent zijn heerlijk.
|
Dikke lol bij Marigot |
Robert gaat met Amarins en Ties wel van boord: het strand van Marigot lonkt en ze vermaken er zich de rest van de dag prima. De palmboom met touw is favoriet: lekker rondjes boven het water slingeren. We krijgen wederom bewezen dat de wereld maar klein is: op het strand is een zwitsers echtpaar dat met hun zoon en zijn vriendin een paar weken heeft meegevaren. Hun zoon en zijn vriendin hebben wij op Mindelo ontmoet. Daarbij heeft de man installaties van Paques gedaan in Zwitserland en is daarom vaak in Balk geweest. De kleinzoon van de oprichter van Paques, Jorrit, zat bij Meike in de klas, en het cirkeltje is weer rond.
|
Ties natuurlijk ook |
We doen 's avonds een spelletje monopoly en Anneke en Amarins zijn als laatste in het spel: het geld schuift steeds heen en weer en rond negen uur stoppen ze ermee: remise
Zaterdag gaat wederom vroeg de wekker: vandaag varen we naar Martinique, ongeveer 30 mijl varen wat best lang kan duren als stroom, wind en golven tegen staan. Om half acht gaan we anker op en boven verwachting kunnen we al vanaf de ankerplek zeilen. Zelfs onder St Lucia door gaat het als een trein en alleen dicht bij Martinique moet even de motor bij om voldoende hoogte te houden. Al om 12.30 varen we de Le Marin Marina aan. Misschien moeten we vaker Bob Marley tijdens het varen aanzetten en brengt dit goede wind. Het trekt in ieder geval geen vis aan, de lijn bleef leeg.
We gaan een paar dagen de marina in: kleren wassen, water tanken, gewoon via de steiger van boord kunnen, boodschapjes normaal aan boord brengen: even een beetje 'normaal' leven dus.
Op de marifoon zijn we getuige van een heerlijke spraakverwarring: een Italiaans jacht meldt zich wat niet goed Engels spreekt en al helemaal geen Frans. Ze zeggen per mail een mooring te hebben gereserveerd voor twee maanden maar de haven denkt dat het om een mooring ball gaat (terecht) terwijl ze eigenlijk een berth (plek aan de steiger) bedoelden. Pas als wij vast liggen lost hun spraakverwarring zich op, erg vermakelijk.
|
Lekker zeilen |
Dat vastleggen was nog een leuke: een bootje van de capitainerie vaart mee en wijst je je plek aan. Onze plek is halve wind met de kont naar de steiger tussen twee andere boten in. Je boeg komt aan een mooring die ongeveer 25 meter uit de wal ligt. Niet iets waar je zomaar inscheurt dus, en al helemaal niet met een midzwaard-boot als de Ovni. Terwijl Robert de boot even op zijn plek houdt voor de steiger om de aanvaart te timen en te bekijken vindt de medewerker van de haven het te lang duren: hij gebaart op te schieten en naar binnen te varen. Robert maakt een 'doe ff rustig aan' gebaar waarop de medewerker zich boos uit de voeten maakt. Ooopss, sorry, wist niet dat je boos werd.
We maken gecontroleerd en zonder problemen vast en de medewerker komt ook weer aanvaren en begint in het frans een verhaal dat het hem niet snel genoeg ging. Robert legt in zijn beste frans uit dat het onze boot is, ons plan, onze tijd en vooral onze verantwoordelijkheid en verzekering als we schade varen en we ons dus niet laten opjagen door een derde. Beste man weer boos....nou ja laat dan maar. Niet veel later helpt hij een grote Boreal tegenover ons op zijn plek. Deze laat zich wel opjagen, vaart volledig verkeerd aan en vaart de mooring klem tussen zijn roer en de romp waarop hij stuurloos dwars op de boegen van twee andere jachten komt te liggen en pas na een half uur en veel duwen en trekken op zijn plek komt. Wij 'rusten onze kaas'.
|
Verse stokboord, brie en kruidenkaas, vive la France ! |
Maar we zijn nu wel in Frankrijk ! (Martinique en Guadeloupe zijn departementen van Frankrijk) en gaan snel van boord om naar de Capitainerie te gaan, in te klaren en vooral naar de supermarchee te gaan voor stokbrood, kaas, wijn en yoghurt. Wat een zegening: een supermarkt met lekkere dingen die ook nog betaalbaar zijn.
Voor de arts voor Meike kunnen we vanaf 18.00 uur terecht in het ziekenhuis in het centrum van Le Marin. Na een diner van soep, stokbrood en kaas lopen we met zijn alleen naar het ziekenhuis. Ties en Amarins wachten in de wachtkamer terwijl Meike, Anneke en Robert naar de arts gaan. Zij hebben daar een conversatie met de andere wachtenden: het klinkt door de deur heen erg gezellig: er wordt geteld in het Frans en in het Engels honderduit verteld over onze reis. Als we terugkomen van de arts worden we gecomplimenteerd met onze slimme en talige kindertjes, leuk !
De dokter hoort aan wat er mis is, en Anneke vertelt wat wij al uit de boordapotheek hebben gebruikt ('Jullie hebben een uitgebreidere apotheek aan boord dan ik hier heb' zegt ze met een knipoog) en kijkt in Meike's oor: er zit een champignon in. Ze kan even niet op het engelse woord voor schimmelinfectie komen maar het is duidelijk wat ze bedoeld. Dat verklaart ook waarom de antibiotica niet aansloeg. Met een recept voor iets wat wel helpt en het adres van de dichtsbijzijnde apotheek staan we om zeven uur weer buiten.
De dichtstbijzijnde apotheek is in een dorpje genaamd Riviere Pilote wat op ongeveer 10 autominuten ligt: Anneke gaat met de kinderen terug naar de boot en Robert gaan op zoek naar een taxi om naar Riviere Pilote te komen. Een taxi vinden valt niet mee en Robert vraagt aan iemand die zijn auto staat in te laden waar taxi's te vinden zijn. Nergens dus op dit tijdstip :( De man blijkt Alberto te heten, heeft zijn vriendin Valerie op bezoek uit Parijs en vind het prima om Robert even naar de apotheek te rijden omdat dat enigszins op de route ligt naar Fort de France, waar hij woont. Aangekomen bij de apotheek belt hij zelfs aan bij het nachtloket en regelt de eerste logistiek. Robert krijgt de medicijnen mee en had gerekend op een lange wandeling terug naar Le Marin (zeker twee uur lopen) maar Alberto en Valerie rijden graag weer terug naar Le Marin zodat ze dan ook nog even wat extra Ganzja kunnen kopen. Echt ontzettend aardig en een prachtige en hartverwarmende eerste kennismaking met de mensen op Martinique.
Het plan is om een kleine week op Martinique te blijven dus we hopen nog veel meer moois van dit eiland mee te krijgen te komende dagen.