donderdag 9 februari 2017

Op een onbewoond eiland

Zondag 29 januari: zondag schooldag. Tja, we doen 5 van de 7 dagen school en als je doordeweeks uitstapjes maakt of een volle dag aan het zeilen bent dan valt school wel eens in het weekend. De kinderen maakt het niet uit, en het lijkt wel alsof na de perfecte reken-cito's ze meer zin in school hebben. 
Mangrove in Tyrell Bay
Tyrell bay is bekend om zijn Mangrove baai: een baai helemaal beschut door mangroves en alleen toegankelijk voor jachten tijdens een hurricane. Het is dan de perfecte schuilplaats voor de verwoestende winden en golven. Met de bijboot mag je er wel altijd in en we maken een tripje naar binnen. Aan twee
wrakken is te zien dat je zelfs hier nog in de problemen kan komen met heel zwaar weer. Los van de mangroven en de mooie kleuren is er verder niet zo veel te zien. Op de terugweg ontdoen we de supermarkt nog van een paar ijsjes, we zwemmen wat en de dag is zomaar weer om. 
Mooi beschut om een hurricane te proberen te overleven, aan de andere kant van de bomen is rif en zee
We besluiten om morgen 'de hoek om' te varen richting Hillsborough en Sandy Island want hoewel Tyrell Bay heerlijk beschut ligt is er verder weinig bijzonders aan dus tijd om verder te gaan.Na twee mijl zeilen openbaart Sandy Island zich de volgende morgen als het ultieme bounty eiland: zo moet de Carieb zijn zeggen we tegen elkaar: Wit zand, palmbomen en azuurblauw water.
Dit vind je dan gewoon op het strand
We pakken voor de verandering een mooring op gaan snel met de dinghy aan wal. Heerlijk water, prachtig strand en een rijkonderwaterleven: zo moet het inderdaad zijn. Een paar jaar geleden moet het nog mooier geweest zijn, voordat het halve eilandje platwaaide door een grote hurricane. 's Avonds zijn de meeste andere boten weg en liggen we lekker aan de mooring in een behoorlijke wind: meestal staat er zo'n 22 knopenop de klok, een klein windkrachtje zes.
Sandy Island vanaf onze mooring
Robert is hier dubbelblij mee: de trouwe bloglezers weten dat we eigenlijk sinds de Canaries al wat stroomproblemen hebben gehad: zijn de accu's nog wel ok? Waarom laadt de motor zo weinig bij, waarom doen de zonnepanelen zo weinig en zo verder. We konden ons er prima mee redden, maar dat we bijvoorbeeld tijdens de oversteek elke dag wel stroom moesten draaien is toch niet normaal. De laatste paar weken hebben we steeds wat dingetjes verandert en verder onderzocht en zo ontdekte Robert dat er nog een installatiefout in de boot zat: de draad die standaard van de alternator naar de start motor loopt moet weggehaald worden als je een accubank-splitter plaats en dit was niet gedaan. (af-werf waarschijnlijk, dus....) Gevolg: de motor kneep de laadstroom af als de startaccu vol was waardoor de lichtaccus nooit echt vol raakten. 
Volgens Harken kan zo'n gear niet stuk, toch wel. Gelukkig een nieuwe nog leverbaar

Een aantal van de meetresultaten op Tenerife werden in een klap een stuk duidelijker. Na het
verwijderen van de draad laden de lichtaccus zoals het hoort. We bedraden de zonnepanelen opnieuw zodat ze nu in serie staan en niet in parallel: dit is efficienter omdat de regelaar een hoger voltage krijgt, de drempelspanning al bij minder licht wordt bereikt en er minder verlies in de kabels is bij een hogere spanning. En nu ook de windmolen dus lekker meedoet is het dubbel feest. Daarbij hebben we ook de rubbers van het deksel van de koelkast vernieuwd waardoor deze beter isoleert en dus minder vaak aan hoeft te slaan.
Pholourie maken aan boord, mmmmmmmjam
 De accus komen nu elke dag gewoon vol, laptops en ipads kunnen geladen worden ook als de motor niet gebruikt wordt en het hele laad- en stroomgebeuren gedraagt zich zoals het hoort. Ok, het is inmiddels februari maar beter laat dan nooit. We beginnen nu voor het eerst ook blij te worden van de windmolen: omdat het hier de hele dag en nacht doorwaait komen er aardig wat Ah-tjes uit de molen. Onze stroomzorgen zijn voorbij, een lekker gevoel.

De volgende ochtend gaan we uitklaren in Hillsborough: we ankeren net voorbij de ferry pier en na ons volgen er nog een paar jachten waarvan er een aantal voor de pier gaan liggen. Deze worden later weggestuurd, logisch er kan bijna geen ferry meer langs. Het uitklaren gaat vlot en vriendelijk en met weer een stempel erbij verlaten we de immigration en douane. In de hoofdstraat is een snacktentje waar het druk is met lokale mensen dus hier moeten we zijn voor wat te eten: de kip met patat smaakt heerlijk.
Smikkel smikkel

Woensdag zeilen we naar Union Island om in te klaren in de Saint Vincent Grenadines. De aanloop heeft even wat aandacht nodig: het ligt er vol met riffen en ook de ankerplaats zelf ligt tussen twee riffen in waarop de zee heftig breekt.
Union Island, Clifton Bay anchorage
We willen eigenlijk voor anker maar er is bijzonder weinig ruimte en na een vastlopertje in een poging wat verder op het rif te ankeren  (lang leve het ophaalbare zwaard) pakken we toch maar een mooring op. De plek is fenomenaal: open naar de Atlantic met enkel een rif ertussen dus wel wind maar geen golven.
Inklaren op het vliegveld(je)
Ties en Robert gaan in de dinghy naar een mini-eilandje een klein stukje verderop. Het blijkt met de hand opgewerkt te zijn vanaf een stukje rif wat wat hoger lag. Elk jaar heeft de eigenaar het verder verhoogd  totdat er een bar en een woninkje op geplaatste konden worden. En nu is het een mini-eiland met een bar/restaurant en een soort tipi van steen waar de uitbater woont. Het heeft dankzij het rif ervoor alle hurricanes sinds 2003 overleeft. De uitbater blijft dan ook gewoon op het eilandje: brrrr...dapper.
Het zelfgebouwde eilandje links op de foto
Union island zelf is wat bijzonder. Inklaren op het vliegveld gaat vlot en vriendelijk en het stadje Clifton is netjes en kleurrijk. Het wordt ook snel duidelijk waarom: het is super toeristisch. Er zijn wel 30 restaurantjes en barretjes, een heleboel groentestalletjes en andere winkeltjes en overal op straat word je aangesproken of je wat wil kopen of een toer wil maken ergens heen. 
Doorkijkje op Petit Saint Vincent
 In de supermarkt krijgt Robert bijna een hartverzakking van de prijzen: 120 EC (ongeveer 45 euro) voor een treetje bier, 3,5 euro voor een literpak appelsap, 2 euro voor een half literflesje cola en 7 euro voor een pond cheddar en zo verder. Gelukkig ligt de boot nog vol met voorraden dus we kopen alleen wat essentials:
kaas en backbacon. De groentekraampjes zijn meer van dit: ongeveer alles kost 4 euro per pond: aardappelen, uien, groente, fruit. We slaan maar even over en hopen later op Petit Martinique nog wat te kunnen kopen. Er is ook nog wel aardig wat groente en fruit aan boord van onze inkopen op Grenada dus we zullen geen scheurbuik oplopen. We verheugen ons al op Martinique en Guadeloupe waar je weer gewoon europese supermarkten hebt zoals de carrefour en de leaderprice met een beetje normale prijzen. In de tussentijd zullen we wat meer de boordvoorraad aanspreken als dat nodig is.
Lekker spelen op het strand
We hopen dat de Anna Lisa ook weer snel bij ons aansluit maar vernemen dat hun ankerlier stuk is gegaan en dat ze wat langer in Tyrell Bay moeten blijven om te bekijken met een lokale techneut of het reparabel is.

De nacht is wat onrustig: het waait stevig door en hoewel het rif beschermt tegen de oceaangolven klotst het toch aardig rond de boot. Daarom gaan we 's ochtends anker op om een stukje op te schuiven, deze keer richting Palm Island. Een prive-eiland waarop een resort is gebouwd. Op Union hadden we in de yachtclub al gezien dat er nog eilandjes te koop zijn hier, onder andere Petit Nevis voor 55 miljoen USD. Eigenlijk niet duur, maar later zullen we nog horen waarom het zo 'goedkoop' is. Ankeren kan en mag op Palm Island en ook de stranden zijn toegankelijk voor bootjesmensen en ook dit eiland is er een met wit zand, blauw water en palmen en we zwemmen dat het een lust is. De ankerplek is wat rolly dus de ochtend erna zijn we snel weer weg nu met bestemming Mopion en Petit Saint Vincent.
De water- en dieselbaas op Petit Martinique
Mopion is een dingetje: toen we anderhalf jaar geleden pilots gingen bekijken van de Carieb viel het meteen op, een eilandje van misschien 20 bij 20 meter met een parasol erop en omgeven door het blauwste water. Daar wilden we heen en nu zijn we er vlakbij. De route van Palm Island naar Petit Saint Vincent (PSV) loopt precies tussen Punaise (ook zo'n leuke) en Palm Island door. We besluiten er nu nog niet te gaan ankeren: het waait behoorlijk en het ankert er nu niet rustig. We varen eerst naar PSV en gaan dan morgen terug. De afstanden zijn toch maar klein en PSV biedt een hele mooie rustige ankerplek.
En de veersteiger van Petit Martinique

Bij PSV gaan we aan even aan land. Dit is ook prive-bezit en luxe resort en we willen even in bar en restaurant kijken wat een drankje kost: 20 EC voor een biertje, ongeveer 7 euro. Tja, als je ook 2000 USD per nacht voor de lodge kan betalen dan kan 7 euro voor een biertje ook wel. Een couvert in het restaurant komt op ongeveer 100 USD, dat valt dan nog mee vergeleken met de rest. Yachtees zijn overigens van harte welkom op het eiland voor een drankje of een hapje en de boatboys brengen flyers rond om te adverteren voor de happy hour.
Mopion Island
Op het eiland spreken we een medewerker: hij legt ons uit hoe het werkt met de prive-eilanden. Je koopt niet het eiland maar je koopt het vruchtgebruik ervan en je verplicht je dan om het eiland te ontginnen of uit te baten. Doe je dit niet of niet op tijd dan vervalt het eiland weer aan de staat/regering en is je geld weg. Daar zit dus de 'catch': je koopt niet Petit Nevis voor 55 miljoen maar je koopt de verplichting er
iets van te maken. Dat hoeft dan niet perse iets commercieels te zijn als een resort maar mag ook best 'gewoon' een residentie zijn. Ach, als je 125 miljoen voor een jacht kan neertellen (Tattoosh) dan kan een eilandje er ook wel af toch? Dit systeem heeft ervoor gezorgd dat het toerisme in de Grenadines de laatste decennia een grote vlucht heeft genomen.
Grutte Grize voor anker buiten het rif
Zaterdag (4 febr) is Mopion dag maar eerst gaan we nog even water tanken. Terwijl Anneke school doet gaat Robert anker op en richting Petit Martinique. De watertanks zitten nog maar voor de helft vol en Petit Martinique is de laatste plek voor Bequia waar we water kunnen bunkeren. Daarbij zwemmen we elke dag dus we gebruiken nu ook veel water om te douchen. Het is ook nog 'goedkoop': 0.60 EC per gallon en regenwater in plaats van 'dessalinator' water a 1 EC per gallon op Union. De bunkersteiger ligt langswal en er loopt een aardige swell bij langs dus we hangen alle stootwillen op en meren af op lange lijnen. We tanken snel 100 gallon water en maken dat we weer wegkomen voordat we schade oplopen. 
Op een onbewoond eiland(je)
Tussen de visserboten gaan we voor anker en als school klaar is gaan we naar de wal voor wat boodschappen.
Uitzicht vanaf de kerkbanken van Petit Martinique
De sfeer op het eiland is prettig: iedereen groet en is in voor een praatje en de supermarkt gaat speciaal voorons open. De prijzen zijn een weldaad vergeleken met Union hoewel nog steeds pittig. Ze verkopen aanmaak-icetea van lipton: 1 bus a 13 euro is goed om 28 liter ice-tea aan te maken dus die gaat in de tas. Ideaal spul en smaakt nog goed ook zo blijkt later aan boord. In een groentestalletje kopen we nog wat tomaten en lenteui voor de vitamientjes voordat we teruggaan aan boord om ankerop te gaan en naar Mopion te varen.

Salt Whistle Bay panarama
 Het anker gaat in de grond in 10 meter water. Mopion is omgeven door rif dus er met de grote boot komen gaat niet. Als het anker houdt kijken we eens goed hoe we bij Mopion kunnen komen: op de meeste plekken breekt de zee op het rif, daar kunnen we dus niet langs. Er is echter 1 plek waar de zee niet lijkt te breken, dit zal de doorgang door het rif zijn. We realiseren ons ook dat als de buitenboordmotor van onze rib het begeeft we knap in de problemen komen: het waait nog steeds hard genoeg om er niet makkelijk tegenin te roeien met 5 man in de boot. Veiligheidshalve nemen we dus een VHF mee en doen we reddingsvesten om. Zo gaan we dus op pad, en varen probleemloos door de doorgang de lagune in en even later beachen we op Mopion. We zijn er ! Er komt nog een RIB aan met Pascal en Barbara,
een Frans echtpaar wat vanuit Martinique chartered met hun cat. Ze hebben een van hun gasten op een soort banaan achter de rib, komen gewoon aanscheuren vanaf PSV en dragen geen vesten of niks. Wie is er nu gek?
Mayreux, Salt Whistle Bay
Pascal maakt een paar mooie foto's van ons. De kinderen gaan snorkelen en wij genieten van het eilandje en het uitzicht er vandaan. Na een tijdje motoren we terug naar de Grutte Grize en gaan anker-op en terug naar de luwte van PSV. Mopion: check !

Zondag wilden we eigenlijk school doen maar om half negen komt Pascal langszij om te vragen of we meegaan naar de kerkdienst op Petit Martinique, bekend om de uitbundige diensten en gezang. Tuurlijk, het is zondag en natuurlijk gaan we mee. Met de rib varen we naar de overkant en we nemen plaats in het kerkje op de heuvel. Het kerkje heeft Het mooiste uitzicht ooit vanuit een kerk en de dienst is mooi. Hoewel katholiek met alle gebruiken die erbij horen is de preek bijna evangelistisch. Het thema is modern, de preek
is modern en doorspekt met tientallen 'God is good, all the time, and all the time God is good' die even zovele keren door de kerkgangers wordt nageroepen. De gospelzang van de dames in de kerk is werkelijk prachtig. Halverwege de dienst wenst iedereen elkaar inclusief ons een blessed sunday. We voelen ons totaal geen bezoekers.
Uitzicht vanaf Mayreux over de Tobabo Cays
De terugweg van Petit Martinique naar PSV is iets natter want we moeten wat meer tegen de wind en golven op. Gelukkig is het weer mooi en het water warm. Om 13.00 uur gaan we anker-op bij, zeilen langs mopion
en punaise, onder palm island door en zetten de motor even bij om Union vrij te varen. De eerste baai van Mayreux is mooi maar wij gaan naar Salt Whistle Bay die volgens de pilot nog aantrekkelijker is.

De aanloop is onrustig maar de masten in de baai liggen mooi stil dus het lijkt prima. We gaan helemaal door richring strand en halen het zwaard er een stuk uit , voor anker in twee meter water. het
anker ligt koud in de grond en iedereen springt overboord in het heerlijke water. Amper een bootlengte van de boot kunnen we staan, je loopt dus bijna van de boot naar de wal. Na wat zwemmen lopen we langs het strand richting de strandtentjes. We gaan zitten bij wat de meeste lokale lijkt en trakteren ons op bier, rumpunch en fris voor de kinderen. De uitbaatster vertelt dat er op het eiland ongeveer 250 mensen wonen en dat als er iemand jarig is iedereen is uitgenodigd op het strand. Dat verklaart waarom het zo druk is met kinderen aan en in het water en met ouders in de strandtentjes.
Schildpadje
Onder het genot van Reggae en mooi weer blijven Robert en Anneke op het terras en de kinderen gaan nog even snorkelen. We krijgen een heerljk stuk barracuda van de grill om even te voorproeven voor een eventuele strand-bbq die ze kunnen organiseren. Dat kost dan wel zo'n 20 euro pp, het blijft tenslotte de Grenadines.

De baai ligt vol met huur- en charter boten waarvan de meeste cats. Somiggen zijn 60-voeters, met schipper en maid voor de verzorging. Lekker luxe een weekje zeilen. Gelukkig gieren cats niet veel aan hun anker en liggen de meeste boten aan moorings (a 60 EC per nacht) dus er past altijd nog wel een bootje tussen. Wij ankeren sowieso liever: niet alleen vanwege de kosten maar ook omdat we ons anker en ketting meer vertrouwen dan een mooring die door iemand anders is neergelegd: er wordt in de Cays expliciet gewaarschuwd dat je je moorings zelf moet controleren omdat het onderhoud ervan te wensen over laat.

's avonds maken we lekker rijst met ei, groenten, augurk, kroepoek en satesaus en een paar heerlijke sinasappels na. De avond wordt afgesloten met een spelletje rummicub.
Trotse Macky in zijn bar/restaurant
De dag erna is weer een schooldag maar de kinderen zijn vlot klaar dus we kunnen erop uit: vanaf de baai loopt een weggetje naar het dorp aan de andere kant van het eiland. Onderweg komt je op de top van een van de heuvels waar een kerkje staat en van waar je een magnifiek uitzicht hebt over de Tobago Cays. Het kerkje is in de 30-er jaren gebouwd door vader Verbeke. Alle tot dan toe houten kerkjes op die plek waren verwoest door hurricanes maar er was geen geld om een stenen kerk te laten bouwen. Daarop ging Verbeke voor 4 weken naar Belgie om te leren metselen, houwen etc.. Bij terugkomst leidde hij zijn onderdanen op met de opgedane kennis zodat ze samen de kerk konden bouwen zoals die er nu nog staat. Een mooi voorbeeld van waar en wil is is een weg.
Okra gefrituurd in een deegje, lekker !

We lopen door richting het dorp en zien bij een restaurantje een soort kennel met schildpadden en verderop nog een bak met baby-schildpadjes. De eigenaar, Macky (eigenlijk Macintosh naar zijn schotse voorouders) komt naar buiten en vertelt ons dat hij de schilpadden kweekt als hobby en niet om ze op te eten. De kinderen mogen ze ook even vasthouden. Op zijn terras genieten we van heerlijke verse fruitdrank van meloen en ananas en ijs, de lekkerste sinds lange tijd. Macky is duidelijk trots op zijn zaak en dat is te zien: alles is netjes en schoon en goed gedekt. Hij vertelt dat hij vroeger in goede hotels heeft gewerkt op Antiqua en nu hij op leeftijd is hier is neergestreken met zijn vrouw. Het is duidelijk te zien dat hij verstand van zaken
heeft: in de eenvoud van zijn zaak is vakmanschap en kennis te zien. De meloen en ananas komt uit zijn eigen tuin. We kunnen een meloen van hem kopen en krijgen een ananas en een zak okra mee. Meloenen zijn hier groen goud, dolblij zijn we met onze aanwinst.
Een van de regenwateropvang-installaties. Regenwater is de enige bron van zoet water op Mayreux
Okra kenden we nog niet, maar Macky legt ons uit hoe het te bereiden: onder andere frituren in plakjes in een beslagje. En zo geschiedde dezelfde avond: een lekkere, beetje boonachtige, groente vol met vitamientjes. Zo komt je dus zelfs op een van de kleinste eilandjes van de Grenadines toch nog aan je
verse groente en op een leuke manier.
Op het strand van Salt Whistle Bay

We hebben contact met de Anna Lisa: de reparateur van hun ankerlier in Tyrell Bay heeft wat last van 'Manjana': eerst zou het vrijdag klaar zijn, nu maandag, maar toch niet, en dinsdag is independence day dus het wordt niet eerder dan woensdag. Ze besluiten dinsdag in te klaren op Union en dan naar ons toe varen bij de Cays. Nog even zonder ankerlier, die halen ze later weer op in Tyrell Bay. Met de hand ankeren gaat ook wel als het even niet anders is.
Toch maar een stokbrood laten bezorgen door Kojak, een van de boatboys
Dinsdag (7 februari) doen we school en aan het eind van de ochtend gaan we anker op, zetten een grootzeil met twee reven en vertrekken richting Petit Bateau voor het Horseshoe Reef. We houden het koppie erbij want de riffen rond de Cays hebben nauwe doorgangen die je op zicht door moet: er ligt geen betonning, je moet navigeren aan de hand van de kleur van het water en het al dan niet breken van golven. De afstanden zijn klein dus na een half uurtje gaat het anker erin bij tussen Rameau en Petit Bateau. Een mooi plek met wederom azuurblauw water. We zien in een paar minuten al meerdere grote schildpadden zwemmen: hier komen we voor.

Na een half uurtje komt ook de Anna Lisa aan en we gaan meteen gezamenlijk op pad. We zijn overigens niet de enige: het ligt hier vol met cruisschepen, superjachten, huur- en charterboten en daartussen wemelt het nog van de bootjes van de lokale koopmannen die strand-BBQ's, vers brood en allerlei andere waar aanbieden. Het is bepaald niet ongerept.

Wat ook jammer is is dat het behoorlijk doorwaait: bij het wakker worden staat er al weer een ruime 20 knopen wind in de luwte van het eiland waar we geankerd liggen en als we met de dinghies naar de loefzijde van Turtle Bay varen worden we gezandstraald op het strand. Onder water is ook weinig te zien: door de hoge golven is het water troebel en op het Horseshoe rif zelf is snorkelen niet mogelijk: te veel golven en wind dus te gevaarlijk. Boven water is het hier nog steeds heel mooi maar gecombineerd met de drukte en de onrustige ankerplaats besluiten we woensdag al weer terug te varen naar Mayreux waar het heerlijk rustig liggen is.
Spelletje levensweg met Mathilda van de Anna Lisa
En zo gebeurt: aan het begin van de middag liggen we weer onder het strand van Mayreux met de Anna Lisa gezellig naast ons. Er wordt gezwommen en we lopen nog een keer naar het dorpje om de schildpadden van Macky te bewonderen. De weermodellen hebben de hele komende week nog veel wind dus wij zullen waarschijnlijk vanaf hier verder noordwaarts gaan naar Mustique of Bequia, en daarmee laten we de Tobago Cays eigenlijk te snel achter ons. Het zij zo, een week blijven liggen alleen voor de Cays is ook niet wat we willen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten