Na een fijne week op Tobago maken we ons klaar om vandaag te vertrekken richting Grenada, het eigenlijke begin van de Carieb. We verzamelen wat kleren en schoolspullen voor Eva, het dochtertje van de uitbater van een van de snacktentjes op het strand en geven dit af aan Sonson, haar buurman.
, |
Kijkje op Pirates Bay |
Robert geeft de laatste TTD's uit in de winkel en klaart uit bij Douane en Immigratie. Dit gaat deze keer iets minder vlot: het duurt ruim een uur voor de immigratieoffiier er is. Eenmaal gearriveerd is het echter zo klaar en staat Robert weer vlot met een clearance en verse stempels in de [paspoorten buiten.
Als lunch verorberen we een lekkere pompoensoep en rond 15.30 gaan we anker-op (scheelt toch weer 50 USD als we voor vier uur vertrekken). Niet veel later vertrekken ook de Umnyama en de Anna Lisa en in een klein convooi varen we Grenada tegemoet.
|
Ja het staat er echt, wat hebben we daar een slechte grappen over gemaakt |
Het is een prachtige avond en nacht zeilen. We zien eindelijk weer eens dolfijnen net voor het helemaal donker is en omzeilen de meeste regenbuien. Het waait heerlijk en 'vliegen' naar Grenada toe. Bij het eerste daglicht is het nog een uur te gaan tot de zuidoost punt van het eiland en is de drukte van de Carieb goed te zien: in de baaien aan de zuidkant liggen zoveel masten dat het van een afstand wel marina's lijken. De Umnyama die eigenlijk naar Prickly Bay wilde draait van de schrik weer om en zet ook koers naar St George. Wijzelf lopen al om negen uur St George aan, de hoofdstad. De betonning doet al lekker Frans aan: geen Nederlands felrood maar meer vaag-oranje.
|
Even de plensbui afwachten |
Net daarvoor hebben we met veel vermaak naar het Cruisersnet van Grenada geluisterd: elke morgen om 07.30 wordt een netje gehouden met de new arrivals, departures, mensen die mogen vertellen over feestjes of events die ze organiseren, een ruilmarkt en zo nog wat. Het gaat er heerlijk Amerikaans aan toe: het lijkt wel een Amerikaanse radio-reclame. 'Allright, thank you Jim for hosting this event, if sounds like a fantastic opportunity to etc. etc. etc.'. Ach, het heeft zeker een functie voor de grote cruisers-gemeenschap die hier weken of zelfs maanden achter elkaar ligt.
|
Mooi vervallen stukje St George |
We proberen eerst een plekje in de Lagoon te vinden: een beschutte baai dicht bij de stad en we worden geconfronteerd met de gevolgen van een (te) oude pilot. In de Lagoon is inmiddels een grote marina gebouwd en er is geen plaats meer om te ankeren. De Grenada Yacht Club (GYC) heeft ook geen plek (wisten we al, we hadden ze al gebeld van Tobago) : deze week is het jaarlijkse vistoernooi. Dat is dan niet met een hengel aan de vaart zitten zoals in Nederland, maar met volledig uitgeruste sport-trawlers naar zee voor big-game fishing.
|
Op de Carenage |
Het anker gaat uiteindelijk in de grond in Russel Point, tussen St George en Grand Anse, een prima ankerplek dicht bij het strand en nog steeds dicht bij de stad. Na tewaterlaten van de dinghy varen we naar de GYC waar ook de douane en immigratie huist alleen zijn ze nu aan de overkant bij Port Louis: ook prima. Inchecken aldaar gaat mooi vlot en na het schuilen voor een tropische stortbui tuffen we richting de Carenage, de oude haven in het centrum van St George. Het stadje doet Frans aan maar is toch ook wel weer erg vervallen: er staan veel lege en verkrotte panden.
|
Gemeerde vissers op de Carenage |
Op de groente- en fruitmarkt vullen we onze vitamines aan: grapefruits, pompelmoes, limoen, passievrucht: heerlijk. De eigenaresse van het stalletje waar we 'bijtanken' heeft een goede dag. Ze is erg vriendelijk, laat ons van alles proeven, geeft uitleg over allerlei inheemse vruchten die we niet kennen en stopt van alles en nog wat extra in onze tas.
|
Onderweg naar het fort |
Opvallend is het grote aantal cruisegasten in de stad. Er is aanlegplaats voor twee cruiseboten en meestal ligt die ook vol. We worden door straathandelaren aangesproken voor taxi's, rondritten, watertaxis naar Grand Anse, en allerlei souvenirs. Er wordt denken we goed verdiend aan de cruisegasten, maar niet aan deze Nederlanders. Bij terugkomst op de ankerplek zien we dat de Anna Lisa ook is gearriveerd en we doen samen een sundowner (een borrel met zonsondergang).
|
Twee ladingen cruisegasten overspoelen St George |
Zondag (22 januari) gaan we naar de GYC om te douchen, internetten, uit te vinden hoe we gasflessen kunnen laten vullen en water kunnen tanken. De GYC heeft alle voorzieningen en deelt deze ook graag met de ankeraars: erg fijn. Verderop ligt een bootje die niet hoeft te teren op de GYC: om de hoek ligt 'Tatoosh', een jacht van 93 meter van Paul Allen (co-founder Microsoft). Aan dek staat een 'dinghy': een racejacht van 14 meter met hefkiel wat met takels te water gelaten kan worden. De Grutte Grize zou er zo voor in de plek gezet kunnen worden, blijven we gezellig aan boord wonen terwijl we rondgevaren worden.
|
Dit soort schelpen vind je dus ook gewoon bij het strand |
Samen met de Anna Lisa crew maken we nog een wandeling door St George maar werkelijk alles is dicht. Ongelofelijk met zoveel cruise-gasten die handel komen brengen maar de zondagsrust is hier belangrijker dan een paar dollars.
|
Overheerlijke brownies van lokale chocola |
Maandag is weer een schooldag en terwijl Anneke school doet met de kinderen gaat Robert de stad in voor een simkaart en verse vis en wat boodschappen. Boodschappen is wel een dingetje: alle levensmiddelen zijn hier erg duur. Behalve rum dan: een fles rum kost evenveel als een fles wijn (ongeveer 6 euro). Gelukkig is de groente-, fruit- en vismarkt er nog, daar liggen de prijzen een stuk gunstiger, en is onze boot nog aardig vol met basismiddelen als meel, pasta, rijst, water, koffie, spul-in-blik etc. De dame op de vismarkt heeft prachtige tonijn voor 7,5 EC per pond (ongeveer 2,5 euro) en Robert overkoopt zich een beetje met drie pond tonijn.
|
Even de cardanas vastzetten |
Vervolgens regelen we een huurauto om dinsdag over het eiland te gaan touren: een 8-persoons busje wat dinsdag bij de GYC wordt afgeleverd. Anneke is in de tussentijd met de Mathilda, Meike, Amarins en Ties ook de stad in: zij komen terecht in een chocolade museum/winkel waar ze overheerlijke chocola en chocolade-producten hebben. Later op de dag belt de autoverhuurder: het afkopen van het eigen risico wat we hadden gereserveerd kan niet als we maar een dag huren. Dat is een iets te groot risico, dus we annuleren de auto en gaan dinsdag lekker met de bus op stap. 's Avonds eten met de familie Veber van de Anna Lisa bij ons aan boord. De tonijn gaat schoon op en is errug lekker.
|
Cacao en Nootmuskaat |
Dinsdag gaat vroeg de wekker: vandaag gaan we een rit over het eiland maken en om negen uur staan we samen met de Vebers op de kade om naar het bussstation te lopen. Bussen zijn hier 12-persoons minivans van particulieren, een beetje zoals op Tobago maar dan wel met een nummer erop wat bij een vaste route hoort. Er stopt een 'nummer 1' en de chauffeur vraagt of we een taxi nodig hebben. Nou en of: en wel voor de rest van de dag als de prijs tenminste goed is. Voor 300 EC rijdt hij ons de hele dag rond dus we hebben een deal en gaan onderweg.
|
Overvloedige begroeiing |
Hij moet wel nog even stoppen aan de rand van St George om de cardan-as vast te laten zetten (dus....). Dit is in 10 minuten gepiept maar aan het geluid in de auto te horen zit er nog wel het een en ander los in de aandrijflijn. Ach, het rijdt en we zitten droog en warm zeg maar.
|
Hij zingt terplekke verzonnen limericken over beroemdheden op wie je lijkt, voor geld natuurlijk |
Onze eerste stop is bij een kruidenstalletje onderweg naar watervallen. Grenada wordt ook wel 'spice island' genoemt en het is duidelijk waarom. Er groeit van alles op het eiland en de chauffeur wijst zo lukraak langs de weg allerlei exotisch eetbaar spul aan. In het kruidenstalletje krijgen we uitleg over alle kruiden van het eiland en over de nootmuskaat-noot. We kopen een leuke souvenir en gaan richting watervallen. Hier is de natuur weelderig en we zien planten en struiken in het wild die je in Nederland als kamerplant binnen neerzet. Het is een soort openlucht tuin-dorado. Ook hier zijn allerlei mensen die iets proberen te verdienen: het zingen van een komisch liedje, het voor geld van de waterval afduiken, en zo nog wat.
|
Waterval |
In Grenville aan de westkant van het eiland lopen we even wat rond. Er hangt een vriendelijke sfeer (op heel het eiland voor zover we meemaken trouwens). We doen ons tegoed aan fudge met exotische kruiden en smaken.. 'Please taste, it is free, but you will like it and come back to buy more'. En zo geschiedde.
|
De fudge-verkoopster in Grenville |
Onderweg naar de Belmont Estate stoppen we bij het oude vliegveld. Er staan twee kisten die tijdens de revolutie en bezetting door de USA in de tachtiger jaren onklaar zijn gemaakt. De landingsbaan zelf wordt ook niet meer gebruikt na de aanleg van een nieuwe vliegveld aan de zuidkant van het eiland. De kinderen vinden de oude vliegtuigen erg interessant.
|
Dit was een Cubaans vliegtuig |
|
De kinders onderaan de waterval |
|
Tuindorado |
Dan komen we aan bij de Belmont estate: dit is een cacao-, fruit- en kruidenplantage die open is voor bezoekers. Kelly, onze gids, vertelt en demonstreert ons alles over de cacao teelt en verwerking tot chocola. Nooit geweten bijvoorbeeld dat de cacaoboon zo uit de vrucht heel fruitig smaakt (niet op bijten !) en de smaak aanneemt van de bomen er omheen (bv banaan).
|
Verse cacaoboon: smaak ok, textuur brrrr |
De zandvlooien die we tot nu toe enkel ongedierte vonden helpen bij de bevruchting van de cacaoboom. Nog even en we gaan ergens horen dat wespen ook een nut hebben. Kelly maakt de dag: hij entertaint de kinderen, raapt en-passant nog even sinasappels en grapefruits om mee naar huis te nemen en doet nog een rondje langs de dieren die ze houden: apen (vlees, oeps...), papegaaien (die dan wel voor de gezelligheid), geiten (voor de kaas).
|
Drogende cacaobonen worden met de voeten omgeschud |
|
En we mogen zelf ook even. Bij regen wordt de hele bak naar binnen gerold |
Na het drinken van chocolade-thee (lekker !) stappen we weer in de taxi en laten we ons terug naar St George brengen. De chauffeur wil ook duidelijk naar huis want hij rijdt een stuk ruwer dan op de heenweg, niet zo klantvriendelijk.
|
Verse citroengras |
De dag erna staat er serieus werk op de agenda: de cito's van de kinderen beginnen. Terwijl er hard wordt gewerkt op de toetsen gaat Robert een kijkje nemen bij een gestrande trimaran om te zien of het leuk is om er met Ties heen te gaan. Het jacht ziet er uit alsof het er al jaren ligt maar in werkelijkheid is het pas drie weken terug op het strand aangespoeld. Het was blijkbaar al in verwaarloosde staat.
De eigenaar van het huis waar het strand bij hoort is niet blij: de eigenaar van de boot maakt nog geen aanstalte om het schip te (laten) bergen en in de tussentijd ligt het daar maar. Het meeste van waarde is er al af en uit gehaald door passanten en de strandeigenaar vindt dat wel best. Als Ties klaar is met de Cito gaat Robert met hem terug: Ties vindt het natuurlijk prachtig en we proberen nog iets te vinden wat van pas kan komen.
|
Haven some fish |
Als ook Amarins en Meike klaar zijn gaan we anker-op om naar de GYC te varen om water te tanken en meteen ook even de (hopelijk gevulde) gasfles op te halen om daarna weer terug naar de ankerplaats te varen. De kinderen gaan aan boord van de Anna Lisa spelen en Anneke en Robert gaan even bij Budget Marine langs voor nieuwe smeltpatronen voor de reddingsvesten. Helaas zijn deze niet op voorraad en bestellen vanuit Sint Maarten duurt twee weken. Nou, daar komen we zelf later wel dus dat komt goed. We hopen dat er hier niets substantieels stuk gaat aan de boot: bootspullen zijn hier vreselijk duur. Op de terugweg bewonderen we nog de vangst van de viswedstrijd van vandaag: er liggen tonijnen en mahi-mahi's uitgestald, de vetste tonijn weegt ruim vijftig kilo. We begrijpen dat wat niet zelf wordt opgegeten naar 'charity' gaat. Onze zeiligste blik levert geen gratis vis op helaas.
|
Op de vleesmarkt |
Terug op de boot maken we eten en we zien cruiseboot nummer zoveel afvaren. Het is de Sea Princess (bekend van een grote norovirus infectie aan boord tijdens een reis) en ze toetert met de scheepshoorn de tune van 'Love Boat'. Hoe camp wil je het hebben.
's Avonds gaat Robert nog een keer met Thomas op stap om wat meer van het leven op Grenada mee te krijgen. Er is echter weinig vertier op straat. Het meeste 'echte' nachtleven speelt zich af bij Grand Anse bij de grote resorts en hotels, maar dat zoeken we niet. In St George zijn een paar kleine barretjes en in de eerste hebben we leuke gesprekken met de aanwezige gasten en de uitbater. Als het onderwerp op Cricket is gekomen zijn we thuis: dit is de trots van Grenada. De uitbater vraagt of we morgen terugkomen, dan zal hij een traditioneel gerecht hebben gemaakt om ons de ware gastvrijheid van Grenada te laten proeven. Van het huis ook nog eens. De mannen belanden vervolgens een paar huizen verderop: hier wordt een kroeg gerund vanuit een grote koelbox met ijs (zoals we nog op meer plekken gaan zien). De gasten die er omheen hangen zijn stoned, danwel dronken en de sfeer is niet prettig. Eentje probeert ons te laten betalen voor een fles drank voor zijn maten a 60 EC maar daar doen we niet aan mee. Tijd om te gaan dus en later horen we dat dit groepje regelmatig toeristen geld aftroggeld danwel besteeld/beroofd. Gelukkig zijn zowel Thomas als Robert niet van gisteren.
|
Een prachtige mooi tonijn voor op de BBQ |
Het is opvallend dat elke uitbater begint met 'you're safe man'. Als we vragen of we anders/buiten niet 'safe' zouden zijn krijgen we het antwoord dat Grenada heel 'safe' is maar dat het een uiting van gastvriijheid is om je op je gemak te laten voelen. Een barretje later komen we bij een volgende 'koelbox-kroeg' waar de sfeer wel leuk is. Op enig moment is het echt tijd om te gaan, en als we terug naar de Carenage lopen worden we gevolgd door een van de dames die ook aanwezig was. Ze is duidelijk op zoek naar een sponsor voor een taxi- of busrit, maar in plaats daarvan zetten we haar af met de dinghy aan de overkant van de Lagoon. 'Can you swim?' 'No...'. Ah, oke dan. Waarschijnlijk stond ze wat angsten uit onderweg naar de overkant.
|
Nou, nog een zonsondergangetje dan |
Donderdag zijn er meer cito's gevolgd door heerlijk zwemmen, snorkelen en windsurfen (of een dappere poging daartoe). We kopen een hele boel groente en fruit op de markt ter voorbereiding op ons aanstaande vertrek naar de Grenadines waar niet veel te krijgen is. Anneke en de kinderen gaan aan boord van de Anna Lisa eten en Thomas en Robert gaan noch een keer terug naar het barretje voor de 'traditional dish'. We krijgen 'Oil Down', een soort stoofpot en eten er goed van.
|
En natuurlijk marshmellows |
De cito's worden door de kinderen afgerond op vrijdagmorgen en ze hebben het supergoed gedaan, Meike heeft zelfs maar twee foutjes gemaakt op de hele (reken)cito. Robert helpt op de Anna Lisa met het vervangen van de onderwaten: onderweg op de Alantic was een stag een draad gebroken en ze hebben hier op Grenada vier nieuwe onderwanten laten maken. Het spul is vlot vervangen: oude stag eraf, nieuwe erop, en dan de volgende, en dat vier keer.
Het weekend wordt ingeluidt met een BBQ op het strand. We smullen wederom van tonijn en de kinderen roosteren marshmellows. Helaas is het ook zomaar weer donker dus we duwen de dinghys van het strand terug in de zee en tuffen naar huis. Morgen gaat vroeg de wekker want we gaan onderweg naar Carriacou en willen zeker weten met licht daar aan te komen.
|
Een uitgeteld Amarinsje na veel zwemmen, snorkelen en een BBQ |
De weg erheen kan wel eens wat hakken tegen de golven worden dus we vertrekken maar vroeg om genoeg tijd te hebben mocht het erg langzaam gaan. Uiteindelijk valt dit erg mee: we vertrekken iets na negen uur en zijn al voor twaal uur bij Kick'm Jenny, een onderzeese actieve vulkaan waar je verplicht een bepaalde afstand vrij van moet (en wil!) blijven. De laatste 15 mijl gaan iets langzamer maar nog steeds vlot en we zijn om 15.00 uur in Tyrell Bay op Carriacou. De ankerplek lijkt op een Ikea op 2e pinksterdag (denk ik, nooit geweest) maar we varen ver door richting het strand en vinden een mooi plekje.
|
Onderweg naar Carriacou |
De kinderen duiken er meteen in en wij volgen snel: wat is het heerlijk om altijd warm weer en warm water om je heen te hebben. Er komt nog gezellig een 50-voets Franse catamaran veel te dicht naast ons liggen maar deze vindt het zelf ook te krap (goh....) en vertrekt weer vlot. 's Avonds gaan we op de wal voor een drankje in een van de barretjes en betalen +/- 9 euro voor 5 drankjes. Misschien niet eens veel voor Nederlandse begrippen maar wij zijn dat niet meer gewend, en hopelijk verbetert dit naarmater we meer naar de Franse en Nederlandse eilanden toevaren. Dat gaan we de komende tijd dus meemaken maar eerst maar eens genieten van de Grenadines !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten