Vlak na het boeken leek het zo ver weg: nog 8 weken en dan zouden Heit en Mem (en Pake en Beppe) op bezoek komen. En vandaag, 5 april is het dus al zover. Toen wij de avond ervoor naar bed gingen zaten Heit en Mem al ongeveer in de auto naar schiphol, er is inmiddels zes uur tijdverschil door de zomertijd in Nederland.
|
Op Pake en Beppe wachten |
De kinderen weten zich nog te focussen op school en Robert doet nog een laatste boodschap maar om twee uur is het dan eindelijk zover: we dinghyen naar het vliegveld aan de andere kant van de grote brug. Bij de Pink Iguana, een bar op een roestige oude veerboot, is een dinghysteiger waar we even vast kunnen maken. Er moet wel voor betaald worden, althans volgens het bordje maar er is niemand te bekennen op het terrein. Via parkeerterrein en een zebrapad staan we in 5 minuten in de aankomsthal.
|
Met dit vliegtuig kwamen ze aan |
Het vliegtuig uit Nederland is een kwartierje later dan gepland en we wachten bij de arrivals, Hier geen hordes wachtende mensen: alleen wij en een reisleider van Tui. Er stappen maar een paar mensen uit, het meerendeel vliegt door naar Curacao. Door het matglas van de aankomsthal zien we schimmen van de mensen die bijna door deur komen. 'Ja, dat zijn ze', nee toch niet. 'Ja, dat is Pake!', nee toch niet. Een mevrouw komt naar buiten: 'Jullie moeten de zeilers zijn'. Mem is ook altijd in voor een praatje dus mevrouw zat vast ergens in de buurt in het vliegtuig. En dan gaan de deuren open en zijn ze er, het weerzien is goed.
|
Kerkje op St Barths |
Terug naar de boot komen heeft nog wat voeten in aarde. Het hek waarachter onze dinghy ligt is inmiddels op slot. Robert klimt via een afwateringskanaal naar de waterkant en waadt naar het haventerrein om bij de bijboot te komen. Vanaf daar kan hij naar de Pink Iguana varen waar de rest op mag stappen. Haast is niet nodig: terwijl we aan het inladen zijn begint er een viool-concert van drie professionele muzikanten die flash-optredens geven. De muziek is prachtig maar de Grutte Grize lonkt ook, vooral voor Heit en Mem die er een lange reis op hebben zitten.
|
En nog eentje, op St Barths is alles in keurige staat |
We moeten twee keer varen om zeven man, een koffer, een laptoptas, fototas en rolkoffertje op de boot te krijgen. Voor het donker zitten we in de kuip aan koffie en thee. Voor Heit en Mem is het verschil groot: zo vanuit Nederland de tropen in, op een boot geankerd in een baai.
De kinderen duiken meteen de meegebrachte boeken in en Robert stelt vast dat het Harken tandwiel gelukkig het goede onderdeel is. De val- en schootlier kan gerepareerd worden. Het was toch best onhandig om steeds de stuurboord lijnen om te leiden naar de bakboord lier. Heit en Mem zijn aardig fris en weten het nog vol te houden tot een uur of tien maar dan gaat toch echt het licht uit. Morgen weer een dag.
|
Uitgehouwen pad langs de kust van St Barth |
Op donderdag maken we na koffie en ontbijt een plannetje: naar de BVI's gaan is wat onhandig omdat met de huidige windvoorspellingen de terugtocht recht tegen wind en stroming in zou zijn, resulterend in twee etmalen aan de wind terughakken naar St Maarten. In plaats daarvan gaan we naar St Barths, om van daar verder te zien. Na water tanken bij Island waterworld pakken we de brugdraai van 10.30 om Simpson Bay Lagoon uit te komen, uit te klaren en koers te zetten naar St Barths.
|
Zwembaaitje aan de Noordkust van St Barth |
St Barths is wat bijzonder: het is het enige eiland hier dat ooit Zweeds is geweest (de hoofdstad heet nog Gustavia, naar een van de Zweedse koningen). Frankrijk verkocht het eiland ooit aan Zweden in ruil voor een handelspost in Gothenborg maar op enig moment vond Zweden zo'n kolonie toch maar lastig en verkocht het eiland terug aan Frankrijk. Lange tijd werd het met rust gelaten tot er in het begin van de twintigste eeuw een vliegveldje werd gesticht en het toerisme opkwam.
|
De 'Swedish Belltower' |
Het resulteerde in wat het nu is: een mondain, luxe, eiland met een voornamelijk blanke bevolking (in tegenstelling tot alle andere kleine antillen) met wat Zweedse accenten.
|
Aan het pad rond de Noordpunt |
Na drie uur kan het anker erin vlakbij Pain de Sucre, een van de rotseilandjes voor Gustavia. We zien in azuurblauw water schildpadden en roggen en Heit en Mem kijken hun ogen uit. We gaan niet meer van boord maar maken eten, drinken een borrel en gaan na een potje klaverjassen naar bed. De jetlag doet nog een beetje zijn werk om nog maar te zwijgen van het onthaasten wat op een schip meteen over je heen komt.
|
Nog een doorkijkje op St Barth |
Vrijdag doet Anneke school met de kinderen terwijl de rest naar de wal gaat om in te klaren en wat rond te kijken. Het is superjacht-galore en Gustavia etaleert haar mondaine karakter met luxe winkels en keurig verzorgde straten, een groot contrast met de andere, wat 'shabby' Caribische hoofstadjes. In deze goed verzorgde facade figureren dames die in Parijs niet zouden misstaan: keurig gekleed en gekapt. We moeten Heit en Mem uitleggen dat dit niet normaal is voor de Carieb.
|
Mjammie ! |
Er zit een Digicel winkel (of eigenlijk een Apple store, en dat in zo'n klein stadje) en Robert koopt een databundel voor de Franse simkaart. Helaas heeft St Barth net een netwerkupgrade ondergaan waardoor Iphone's 4 niet meer zouden werken. De Franse medewerkster probeert het via de hoofdvestiging op te lossen ('ze hadden me verzekerd dat er geen probleem was') maar moet met rollende ogen opgeven. Geld terug dan maar, maar dat hoeft niet: als de SIM in de Ipad wel werkt en op Sint Maarten weer gewoon in de Iphone kan is het verder ok.
|
Appeltaart-experiment |
Terug op de boot is Anneke klaar met school dus we gaan anker-op om naar een van de baaien aan de zuidkant van St Barths te gaan. Deze zijn alleen met rustig weer en wind uit Noord of Oost te begaan en ook alleen maar als day-anchorage. Het waait uit Zuidoost maar niet al te hard dus we zullen wel zien. De eerste baai is leeg maar in de tweede liggen een paar jachten en het lijkt te doen. Voor een paar uurtjes is het prima toeven hier: lekker zwemmen (zelfs Heit gaat te water) en naar het strand. Rond drie uur gaan we anker op om terug te gaan naar de Westkant van het eiland. De Baie de Columbier zou mooi moeten zijn dus dat gaan we bekijken.
|
En dik geslaagd ! |
Om bij Columbier te komen moet je eerst een klein rif ronden maar daarna is de baai makkelijk open te varen. Je mag alleen vast maken aan een mooring om de zeebodem en het zeeleven te beschermen maar gelukkig is het hier niet druk en zijn er meerdere 'balletjes' vrij. Er is voor zondag een hoge Noordelijke swell verwacht en dan kunnen dit soort baaien erg oncomfortabel worden dus we zoeken een mooring zo ver naar binnen en naar loef als mogelijk. Als we besluiten hier een paar dagen te wachten dan liggen we hier goed beschut. De baai is mooi: rustig qua boten, golven en wind, en ruig qua natuur.
|
Ile Fourchue, het is dat er op de maan geen water is.... |
Na een goede nachtrust gaat Robert met Heit en Mem naar de wal terwijl Anneke school doet. Er loopt een pad over een bergrugje naar de Noordkant van het eiland waarna het pad verder loopt langs de kust. De uitzichten zijn prachtig en uiteindelijk belanden we bij een zwembaaitje van misschien 20 bij 20 meter, beschut door rotsen waar de zee af en toe overheen breekt. Met de swell van zondag zul je hier wel niet kunnen zijn maar nu is het prachtig. In het baaitje poedelen wat francaises in bikinis zo klein, dat zie je nergens in de Carieb. Het onderstreept het mondaine karakter van St Barths. Iets verderop is een winkeltje met brood: lekker voor bij de pompoensoep 's avonds.
|
Saba ! |
Aan het einde van de ochtend zijn we terug bij de boot en gaan we lekker zwemmen. Robert blijft met heit aan boord om de nieuwe zoutwater-voetpomp in de kombuis te installeren. De oude had het een paar weken geleden begeven en was gaan lekken vanwege een scheurtje in de kunstof flens om het diagragma. Niet te repareren en Heit en Mem konden gelukkig een nieuwe meenemen uit Nederland (prijsverschil met de Carieb: bijna 100 USD). De rest gaat heerlijk zwemmen, snorkelen en relaxen en de dag is zomaar weer om.
|
Miljoenjacht Elsa op de rotsen dankzij een falende mooring |
Zondag komt de verwachte swell er inderdaad: er lopen grote golven stuk in de lage kant van de baai en ook wij rollen aardig op de lange golven die om de hoek mee de baai in buigen. Het is te doen maar naar het strand gaan zit er even niet in: de branding op het strand is te hoog om veilig met bijboot of zwemmend aan de wal te komen.
|
De 'Quill' van Eustatius |
Dan maar lekker op de boot: spelletjes doen, kletsen, wat kleine klusjes aan boord. Robert en Heit gaan aan de slag met de stuurboord val-/schootlier. De lier is zo uit elkaar, waarna het nieuwe tandwiel zo op zijn plaats zit. Met het plaatsen van de veertjes en pallen wordt duidelijk waarom de boel stuk is gegaan: een van de behuizingen van de pal is uitgesleten waardoor de pal eruit kan komen en zich vast kan draaien tussen tandwiel en houder. En dan draai je de boel klem en dus kapot.
|
Een van de vele mooie panden op Statia (St Eustatius) |
Heel voorzichtig weten we de behuizing weer iets in model te tikken waardoor de pal weer goed past en er niet uit kan. Voor de zekerheid maken we ook de bakboord lier open en wisselen we het onderdeel van bakboord naar stuurboord en vice versa: de bakboord lier wordt veel minder vaak gebruikt en minder belast dus als er nog een probleem is met de passing zit het in ieder geval aan de 'onschuldige' kant. Niet veel later werken beide lieren naar behoren: job done.
In de tussentijd bakken Anneke en Meike een appeltaart: in een glazen schaal met een deeg van boter, eieren, bakpoeder en bloem en met gewone appels. Nog een geslaagd experiment na patat, pizza, cake en koekjes: een top-appeltaart. En het is tenslotte zondag.
|
Het slavenpad omhoog |
Later op de dag neemt de swell wat af en het is zowaar mogelijk nog even naar het strand te gaan. Wel moet de bijboot voor de branding geankerd worden maar er is daarna in ieder geval veilig naar het strand te zwemmen. Door de beweging zit er veel zand in het water en is het zicht dus matig, snorkelen heeft even geen zin.
|
Uitzicht vanaf de Quill |
's Avonds nemen we voor het eerst deel aan het radionetje van de 'Dutchies at Sea': woensdag en zondag is er om acht uur een netje en we hebben contact met de Blabber en de Sally Lightfoot. Schorpioen horen we wel maar zij ons niet en de Novatrix komt zo hard binnen dat de lampen er spreekwoordelijk van gaan knipperen. Dat is dan weer niet zo raar: zij liggen amper 2 mijl verderop bij Ile Fourchue waar wij maandag ook heen gaan na uitgeklaard te hebben in Gustavia.
|
Nobel, maar het leidde de teloorgang van Statia in |
Tijdens het uitklaren op maandag in Gustavia haalt Mem overheerlijke koeken en brood bij de lokale bakker: een copieus ontbijt is ons deel, heerlijk en direct daarna varen we door naar de Ile Fourchue. Dit eiland is droog en ruig en omdat er nog wat swell loopt is de kust slecht toegankelijk. In het water wemelt het ook weer van de schildpadden en de grote vissen. Het eiland zou vroeger groen geweest moeten zijn totdat er een kudde geiten los ging op de vegetatie en zichzelf tot uitsterving vol vrat aan de begroeiing. Nu is het eiland dor en er leeft niet veel behalve wat reptielen en vogels. In zijn dor- en ruigheid is het wel mooi.
|
Statia |
De Novatrix ligt hier ook en we kletsen weer gezellig bij. Zij zijn eerder op de Azoren geweest en hebben voor ons informatie opgeschreven over de do's aldaar, erg fijn. Wij kunnen hen weer helpen met informatie over weerfaxen en Atlantische weerberichten. Jaap heeft een duiksetje aan boord en biedt aan even naar onze schroef te kijken: onze boot loopt slecht vaart onder stoom. De schroef blijkt behoorlijk aangegegroeid en Jaap bikt m schoon. Daarna mag Robert ook het duiksetje even proberen om zelf te kijken.
|
Submerged grasmaaien |
|
|
|
Robert heeft ooit wat proefduiken gedaan maar dit is zeker 25 jaar geleden maar na wat uitleg gaat ook hij onder de boot. Erg leuk en praktisch en zeker voor een volgende trip een overweging ook een duikset mee te nemen. In ieder geval erg fijn dat Jaap dit voor ons wilde doen.
|
Oude hervormde kerk op Statia |
Hola est mobilee: de Holletjes stellen hun zeilplan nog wel eens bij als iets andere leuker lijkt en het plan om naar Anguilla te gaan wordt verruild voor Saba. Hier schijn je erg mooi te kunnen wandelen in ongerepte natuur. Er is wel wat zorg over de mogelijkheid om te ankeren maar dinsdag gaan we toch onderweg. Om zeven uur gaan we los: dit laat nog wat slack om eventueel verder te kunnen varen als afmeren bij Saba niet lukt.
|
Zoek het Loveboat-bemanningslid |
De zeiltocht is mooi: windje in de rug, 1 rif in het grootzeil, de genua op de boom en treinen maar. Het is ongeveer 30 mijl naar Saba dus we zijn er vlot. Bij het eiland haalt de wind wat aan: Saba is mooi rond en plooit lwind langs haar flanken. De zee doet hetzelfde en het lijkt niet ok. Het eiland zelf ziet er prachtig uit maar de kust is hoog en steil, wind en golven lopen er omheen en de moorings liggen niet luw.
Bij 'the ladder' waar vroeger slaven aan land werden gebracht ligt de 'Elsa' op de rotsen. Een Nederlands superjacht van 35 miljoen is vorige week van de mooring losgeslagen en de Elsa is met de crew aan boord op de lagerwal beland en lek geslagen. Het jacht ligt met de machinekamers en bemanningsverblijven onder water, een drama. Een week daarvoor zou een ander jacht van de mooring zijn geslagen en gestrand. De moorings liggen er net een paar weken, dus daar is waarschijnlijk iets niet goed gegaan. Wij hebben er geen trek in en varen door naar het haventje aan de lij kant van eiland.
|
In de 'Nederlandse' bieb |
Van lij is echter weinig sprake. Ter hoogte van de haven komen wind en golven van de andere kant om het eiland heen gezet en het handjevol jachten wat hier ligt ligt te stuiteren en te rukken op wind en zee. Van boord gaan wordt hier niks en rustig slapen ook niet dus we stellen onze plannen bij: Sint Eustatius is 15 mijl verderop en zou net bezeild moeten zijn. Het zeil gaat er weer op en onderweg zijn we weer. De bezeildheid valt in het begin nog wat tegen omdat de zee wat ruw is maar met wat motor er bij lopen we net genoeg hoogte om op Eustatius aan te gaan. Later ruimt de wind wat meer en we zeilen met een knik in de schoot naar Oranjestad, de hoofdstad van Sint Eustatius.
|
Op de kraterrand van de Quill |
Rond 17.00 zijn we er en gaat het anker erin. De anchorage onder Oranjestad is gelukkig rustig en de aanblik van het eiland belooft veel goeds voor de komende dagen. Dat gaan we wel morgen pas ontdekken: het was een lange dag zeilen dus iedereen is rozig.
Woensdag begint weer als vanouds: Robert gaat inklaren en Anneke doet school. De kinderen hebben alleen een rekentoets vanadaag en hebben respectievelijk 0,0 en 1 fout op hun toets. Superresultaten dus weer. Robert bemachtigt de stempels en papieren en Heit en Mem verkennen vast Oranjestad een beetje waarna wij ons ook snel aansluiten.
|
Afdaling de krater in, deels langs touwen en grote rotsen |
We treffen elkaar bij restaurant Para Mira waar we ook een praatje maken met de politiecommissaris op het eiland. Hij is hier gestationneerd voor een aantal jaren en geeft leiding aan 14 agenten op het eiland. De werkzaamheden zijn eilands en dus zo divers als je je maar voor kunt stellen. Laatst vonden ze nog een paar kilo cocaine onder een mooring geknoopt bij Saba, dat komt hier dus ook voor.
Oranjestad is leuk: het is erg Nederlands met mooie gerestaureerde panden, een bibliotheek met deels Nederlandse boeken, Nederlandse verkeersborden en politieauto's enzovoorts. Het is ook totaal niet toeristisch en als gevolg daarvan groet werkelijk iedereen je, inclusief alle autobestuurders. Altijd gaat de hand om omhoog als een soort van 'welkom op ons eiland'. Het voelt goed hier. Voor we het weten is de dag om met bezoekjes aan het prachtig gerestaureerde fort Oranje, de bieb (een vierde
uitgeleende boek moet verplicht in het Nederlands zijn), de ruines van de synagoge (oorspronkelijk had St Eustatius een grote Joodse gemeenschap) en het lokale museum.
|
In de krater |
In het lokale museum ligt de nadruk op de ontwikkelingsgeschiedenis van Sint Eustatius. Omdat het ook zo specifiek over het Nederlandse verleden gaat is het voor ons interressant en nieuw ten
opzichte van alle musea waar we al eerder waren in de Carieb.
Aan alles is te zien dat Sint Eustatius vroeger een rijke en invloedrijke handelspost moet zijn geweest en dit was ook zo: het werd 'the golden rock' genoemd vanwege de welvaart. Ook was Sint Eustatius het eerste land dat de Verenigde Staten als land erkende aan het einde van de onafhankelijkheidsoorlog. Het afvuren van een saluut aan een Amerikaans handelsschip werd niet gewaardeerd door de Engelsen op de naburige eilanden en de daarop volgende vergelding leidde tot het verval van het eiland. Een nobele daad met verstrekkende gevolgen voor het eiland dus.
|
Een noodreparatie van Anneke's schoen |
Het allermarkantst op het eiland is de vulkaan 'Quill', wat een verbastering is van het woord 'Kuil'. Deze naam komt van de prachtige krater. Omdat de vulkaan nog niet oud is (20.000 - 30.000 jaar) is deze qua vorm nog helemaal gaaf zoals een kind een vulkaan tekent: een conusvormige berg met een krater erin.
Op donderdag lopen we de Quill-trail naar de rand van de krater en daarna de Crater-trail, de krater in. Deze laatste staat op de wandelkaart als glad en moeilijk en de gidsen lopen het niet meer. Wij proberen hoe ver we kunnen komen en dat is helemaal tot beneden. Het is gelukkig droog dus alle stenen zijn begaanbaar. Langs steile stukken zijn touwen gespannen en zo is het allemaal prima te doen. Op de terugweg gaat Anneke's schoen stuk en Ties zijn survival-mes(je) komt van pas: er zit visdraad en een naald in en Robert maakt een vakkundige reparatie op de flank van de krater. MacGyver-achtige toestanden en een trotse Ties omdat zijn mes cruciaal is.
|
Trotse Ties met zijn reddend mes |
Na de crater-trail lopen (meer klimmen) we nog een moeilijke route naar een uitzichtspunt, eveneens prachtig. Bij terugkomst beneden trakteert Mem ons op heerlijke ijskoffie bij Para Mira. Terug op de Grutte Grize nemen we nog een duik, het was hard zweten op de vulkaan.
Hoe jammer jammer ook dat Saba niet toegankelijk was, Sint Eastatius was een waardig vervanger en als we de volgende morgen anker op gaan om naar Sint Maarten te varen is de conclusie dat we ook hier weer eens terug willen komen. We zeilen vroeg uit omdat de verwachting is dat de wind over de dag afneemt tot bijna niets dus om zeven uur zeilen we al de baai bij Oranjestad uit.
|
Uitzicht over Statia |
De overslagsteiger en brandstofopslagtanks laten we rechts liggen, de enige dissonant op dit prachtige eiland waar ook de schoorsteen moet roken dus het zij zo. Met een knoopje of zes a zeven zeilen we richting Sint Maarten of eigenlijk naar Saint Martin: deze keer gaan we aan de Franse kant van het eiland liggen bij Marigot bay.
|
Pano van een deel van de kraterrand |
Halverwege de middag zijn we er en het anker gaat erin ruim voor een Franse Amel die wat zenuwachtig op zijn dek staat te kijken hoe we voor anker gaan. Later komt hij met zijn dinghy
naar ons toe gevaren en snappen we zijn probleem. Er ontspint zich een niet bijster constructief gesprek:
'Ik heb 40 meter ketting erin en uw ligt boven op mijn anker en als ik morgen om 5 uur weg ga raak ik u dus u moet ergens anders gaan liggen'. Wij: 'Het is hier 2,5 meter diep, wij kunnen
niet voorzien dat u op 40 meter ketting ligt'. 'Het heeft hard gewaaid een paar dagen terug'. Wij: 'dan had een ankerbolletje misschien handig geweest zodat het te zien was dat u abnormaal veel ketting steekt, of de ketting na de harde wind iets innemen?'. 'U heeft ook geen balletje'. wij: 'Dat klopt, maar wij liggen dan ook niet op 40 meter ketting'. 'Het is in ieder geval uw probleem dus u moet weg'. Wij: 'technisch gesproken is het uw probleem, u wil morgen varen toch?'. De Fransman raakt duidelijk de verkeerde snaar maar het is zoals het is dus we verkassen maar een stukje.
|
Bij Para Mira op het terras, gezicht onder het vulkaanas van de wandeling |
Robert neemt zich wel voor om de wekker op 04.30 te zetten om de man er even aan te herinneren dat ie ook echt om 05.00 uur gaat varen: we kennen dit soort grappen van de Waddenhavens als de binnenste in een rij niet iemand langszij wil: 'Ik ga morgen om zes uur varen!'. En als je dan om negen uur aan de koffie zit liggen ze er nog. Beste remedie is dan ook om zes uur opstaan
om even te helpen met afvaren, al sluit je daar meestal geen grote vriendschappen mee.
Daarbij is de Carieb te relaxt voor narrigheid dus na nog een keertje anker op liggen we definitief. De K'Dans en Novatrix komen ook net binnenvaren. De K'Dans hebben we sinds Suriname niet meer
gezien en het vergaat ze goed zo leren we bij de middagborrel. Rond etenstijd gaan we de wal op voor een hapje eten en we genieten van Pizza's, Salade en Mahi-Mahi met ratatouille.
|
Lekker zeilen |
Zaterdag gaan Ties, Mem en Robert naar de wal voor brood en om in te klaren. De immigratie zet helaas geen stempels in EU-paspoorten dus Saint Martin moeten we missen in de verzameling. Na een laat ontbijt gaan we met zijn allen Marigot in en we struinen langs winkeltjes, marktjes, eten een ijsje bij de MacD (waar hoe cru een praktijk voor cosmetische chirurgie boven gevestigd is) en brengen een bezoek aan de Super-U. Dit is de grootste supermarkt aan de Franse kant en hier kun je uitstekend boodschappen doen voor de oversteek naar de Azoren, goed om te weten. In de stad is ook een kraampje met Vlaamse patatten: ze worden ter plekke gesneden en gebakken en het ruikt heerlijk maar voor 5 euro per puntzak laten we het toch maar liggen.
's Avonds gebeurt het onmogelijke: Anneke en Robert nemen zich al bijna een jaar voor een keer een film te gaan kijken en nog nooit is het gebeurd tot vanavaond: van de Novatrix konden we 'the hunt for the red october' lenen met voor elk wat wils: Onderzeeers voor Ties, Anneke haar favoriete slissende schotse acteur, en voor de rest gewoon een goed gemaakte film met een goed verhaal. Een filmavondje dus voor het eerst deze reis.
|
De een zijn dood....... ;) |
De dag erna komt toch het onvermijdelijke: Heit en Mem vliegen vandaag terug naar Nederland. We gaan anker op om door de brug van Sandy Ground te varen en in de buurt van het vliegveld te gaan liggen zodat we makkelijk kunnen overzetten naar de wal. Achter een van de eilandjes in de lagoon gaat het anker in de grond waarna Robert met de kinderen het eilandje gaat verkennen: het is ongeveer 200 bij 200 meter en er loopt zowaar een echt pad overheen. Op wel 4 plekken zijn met oude zeilen tentjes gebouwd waarbij op eentje zelfs een bordje 'Private Property of William and Mary' prijkt. Of er echt mensen wonen weten we niet maar het is een aardige uitdragerij. Misschien zijn het ook wel kampeerplekjes van mensen die op een jacht in de buurt wonen. Het doet aan als een soort vrijstaatje.
|
Nu al weer terug naar het vliegveld |
Rond twee uur begint de grote verhuizing naar het vliegveld en dit valt nog niet mee: het waait stevig en de wal bij de Pink Iguana is een grote klotsbak. Het hek bij de dinghydock is op slot en het dek van de Pink Iguana staat net in de epoxy dus is niet beloopbara. Dan maar op de hoge kade klauteren en met wat kunst en vliegwerk staan Heit en Mem met koffers op de wal. Robert vaart nog een keer om de rest op te halen en in een dikke stortbui komen we uiteindelijk ook aan wal. Zonder koffers kunnen we de sluiproute nemen: waden door de afwatering of over een golfplaten schuttinkje klimmen. Eigenlijk suf van de haven: zet een bordje neer 'Welkom aan onze dinghydock, voor een vrijwillige bijdrage zie busje hier of daar'. Nu is alles op slot, lijkt het ongastvrij, en gaan mensen klimmen en klauteren om toch op de wal te kunnen komen.
|
Meike klimt er hier overheen |
In de vertrekhal gaan Heit en Mem inchecken. De koffer is alsnog 3 kilo te zwaar dus de Grutte Grize krijgt nog wat extra boeken in de bibliotheek erbij. Ties facetimed ondertussen met Sybren en Meike vindt Iris online. Even bijkletsen dus. Amarins heeft een berichtje van Renee: die wil nog wel een stukje meevaren ergens als het kan.
|
En Amarins en Ties wringen zich hier langs |
Om drie uur mogen Heit en Mem naar de gate en we nemen afscheid. Het waren 10 heerlijke dagen, zowel qua met elkaar zijn als qua activiteiten en nu zijn we weer met zijn vijfjes. Het markeert
ook een andere mijlpaal: vanaf nu is onze blik gericht op de Azoren. Het plan is om begin Mei over te steken als weer en wind dit toelaten. In de tussentijd zullen we vast nog wel wat plekjes of eilanden bezoeken maar het is een feit: de volgende grote trip is aanstaande en het begin van 'it paed werom'.
|
Mooi zelfbouw-zeilproject |
Als we om vijf uur liggen te wachten bij de Sandy Ground brug om weer naar Marigot Bay te varen zien we het vliegtuig taxieen en opstijgen. Heit en Mem zijn een stuk sneller thuis dan wij !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten